1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 138

152 groote ook geestelijke waarde in ons leven dankt. En ik betwijfel het ten zeerste, of, als daar inbreuk op wordt gepleegd, heel dat verkeer daarmee niet zijn eigenlijk karakter verliest en ontaardt, van zijn hoogen adel wordt beroofd. Men voert daar wel vaak tegen aan, dat toch over het algemeen in Christelijken kring geen bezwaar wordt gemaakt tegen huwelijksgemeenschap na ingetreden graviditeit of na de menopausen leeftijd en vraagt dan, wat nu het verschil is tusschen zulk verkeer en preventief verkeer. Toch lijkt het me, dat hier zeer zeker belangrijk verschil bestaat. In het eerste geval wordt een kind verwacht en is er van zelf dus geen sprake van bewust willen uitschakelen van de mogelijkheid van conceptie en in het andere geval is conceptie uit den aard der zaak uitgesloten, zoodat hier van een mechanisch scheiden van het huwelijksgenot en de eventueele verantwoordelijke gevolgen kwalijk kan gesproken worden. Een heel ander geval is het, dunkt me, met de periodieke onthouding, b.v. naar de methode Ogino-Knaus. In hoever deze methode uit medisch oogpunt betrouwbaar mag heeten, laten wij weer in het midden. Maar dat van R.-Katholieke zijde hiertegen geen enkel bezwaar wordt gemaakt, lijkt me volkomen ongegrond. Of liever in het kader der Roomsche ethiek past dit wel, omdat hier immers de vraag eigenlijk maar is, of, zooals zij het gewoonlijk noemen, een daad juist is gesteld, terwijl de intentie van minder waarde wordt geacht. Van Bijbelsch standpunt is ze, meen ik, echter evenzeer af te keuren als het gebruik van preventieve middelen. Vooreerst zal men vanzelf ze heel licht ook toepassen, waar kinderbeperking heusch nog niet noodzakelijk mag heeten. Maar dal zegt nog niet alles, want misbruik hoeft het rechte gebruik niet op te heffen. Maar, wat mèèr zegt, ook hier zit toch de duidelijke intentie voor de conceptie van de coïtus te scheiden, waarbij nu alleen het zakboekje als preventief middel fungeert. Zouden er dan geen gevallen kunnen zijn, waar een medicus, ondanks dat hij dit alles onderschrijft, toch meent preventieve middelen te mogen voorschrijven, als b.v. voorkoming van geboorte volstrekt noodzakelijk is en het zeer hoogstaande menschen betreft, die, ondanks het feit, dat hun huwelijksgemeenschap geen gevolgen kan hebben, toch niet zullen samenkomen louter om hun lusten bot te vieren en wanneer b.v. bovendien onthouding voor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen