1937 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 65

57 menigmaal geen antvv'oord uit de Schrift krijgen Over beide standpunten daarom een enkel woord O m de vraag te beantwoorden of het op aarde zoo gesteld is met d e n mensch dat elk antwoord elke houding iedere handeling zelf ook zonde beteekent en dat w a t we ook doen mets anders is dan een zondigen moeten dienen w e op tv ee dingen te letten V o o i e e r s t op het feit dat het woord zonde een religieus begrip is ^*) H e t duidt een overtreding aan met van de menschelijke maar van de G o d d e lijke wet Zi] bestaat in een afdwaling van den rechten weg m een ombuiging van de goede richting in een overtreding van de gestelde grenzen Eenerzij ds is de zonde derhalve geen substantie te herleiden b v tot een principe van toorn m G o d of tot uitvloeisel v a n G o d s toorn of tot een booze macht naast God of tot een of a n d e r e stof anderzijds bestaat de zonde ook niet m een nog-niet-zijn of behoort ze tot de noodzakelijke tegenstellingen m het leven W a n t de zonde is geen physisch maar een ethisch verschijnsel Zij is een toestand en daad van den wil en heeft m dezen haar oorzaak Z e is geen bloot gemis maar veel meer een gebrek Behalve op het wezen en de werking der zonde dienen we ter beantwoording van de gestelde vraag vervolgens ook te letten op de verbreiding der zonde N a a r de Schrift is de zonde den mensch eigen van de ontvangenis af aan ^•^) D e erfzonde is een eigenschap der menschelijke natuur Zij heersch* over den ganschen mensch over verstand en wil h a r t en geweten ziel en lichaam over alle vermogens en krachten D e mensch is van nature geneigd tot alle kvvaad geneigd zelfs om G o d en zijn naaste te haten M e n houde evenwel goed in het oog dat deze leer van de algeheele zedelijke verdorvenheid des menschen een religieuse belijdenis is W a n n e e r Schrift en Kerk het geheele bederf des menschen leeren leggen zij daarbij den hoogsten maatstaf aan n l de w et G o d s N a a r den maatstaf dien menschen gewoonlijk gebruiken m het dagelijksche leven kan volmondig erkend worden dat er veel goeds en schoons door menschen geschiedt E r is echter nog een ander hooger ideaal voor den mensch er is een Goddelijke wet w a a r a a n hij beantwoorden moet E n aan dezen maatstaf getoetst wie durft dan zeggen dat er eenig werk door menschen geschied volkomen rem i s ' W a n neer evenwel geleerd wordt dat de mensch door de zonde van nature onbekwaam is tot eenig goed is d a a i m e d e geen physische noodzakelijkheid of fatalistische dwang bedoeld D e mensch heeft door de zonde met verloren zijn wil en de hem ingeschapen vrijheid maar wel de vrije neigmg van den wil tot het goede Hieruit volgt dat met ieder mensch m alle mogelijke dadelijke zonden leeft en actu schuldig staat aan de overtreding van alle geboden D e mensch is ook na den val mensch gebleven hij heeft een lede geweten en wil behouden kan d a a r d o o r zijn lageie zinnelijke driften en neigingen beheerschen en zich alzoo dwingen tot deugd

I 1 I

|

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen