1937 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 92

84 physikalische Phanomene, ihrc scheinbare Doppelnatur liegt an der wesentlichc Unzulanghchkeit unserer S p r a c h e " ^) Kennistheoretisch is deze situatie niet zo onbevredigend T e r verklaring van de w a a r g e n o m e n verschijnselen hebben achtereenvolgens de moleculen atomen electronen, enz m de wetenschap hun plaats gekregen Indien nu de laatste elementen waartoe de materie te herleiden is, slechts sterk verkleinde reproducties van reeds bekende verschijnselen zijn blijven m principe vooi hen dezelfde vragen onopgelost, wier oplossing bij de wereld der grotere afmetingen juist tot hun invoering geleid heeft B v w a a r o m zijn deze elementen ondeelbaar waarom vallen die niet uiteen'' W a t onderscheidt hen in principe van de uit hen opgebouwde materiebrokken'' D e nieuwere onderzoekingen hebben juist geleerd, dat deze ,.laatste elementen" principieel andere eigenschappen vertonen dan hetgeen uit hen opgebouwd is D e voorstelling van het electron als een bepaald eigen volume bezittend en als iets, dat scherp afgegrensd is tegenover zijn omgeving moet men dus opgeven -) Hierbij ziet men dat ook de meetkundige ideeën ontoereikend kunnen blijken voor de natuurbeschrijving Immers om bij de inleiding van de meetkunde een idee te geven van een vlak, omschrijven WIJ een vlak als de grens van een lichaam Een dergelijk, al of niet gekromd vlak w o r d t dan als continu samenhangend beschouwd N a d e r e natuurstudie toont echtei dat de uiterste laag van een lichaam allerminst een continu geheel is M e n mag h a a r niet idealiseren tot een wiskundig vlak D a n wordt dit vlakkenbegrip toegepast op de moleculen of atomen en men kent aan deze een bepaalde afgrenzing tegenover de omgeving toe Ook deze grens bleek bij nader onderzoek niet continu en zo werd het vlak als grens nog toegepast op de electronen Echter worden bij deze andere eigenschappen openbaar, dan de lichamen uit de dagelijkse ervaring, zodat ook hier het vlak niet als beschrijvingsmiddel dienst kan doen E e n ander voorbeeld is het begrip ,,rechte lijn" Vermoedelijk is het ontstaan als ideahsatie van een zeer smalle lichtbundel, een lichtstraal Zozeer vertrouwen wij op de rechtlijnigheid van een lichtstraal, dat wij langs een lat , kijken" of deze recht is Echtei "•) W H e i s e n b c r q Die Physikalischen Prmzipien dct Quantcntheoiu S 7 Leipzig Hirzcl 1930 -^J Als men de barn van een electron in de Wilsonkamer waarneemt br^^nqt deze waarneming ons geen volledige kennis van een eventueel eigen volume van het electron immers de breedte van de baan wordt bepaald door de grootte van de geïoniseerde atomen Men kent dus alleen een breedte waarbinnen z ch die entiteit, die met het woord electron wordt aangeduid, bevindt Z o geeft ook een Geiqer-teller een bepaclde ruimte aan waarbinnen een electron opgemerkt wordt welke ruimte door de verschillende afmetingen van de teller bepaald ts, en met door een eigen volume van het electron

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen