1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 308

252

BOEKBESPREKING

voor de wijze waarop de predikanten de verschillende typen patiënten introduceren en de manier waarop de omgang met dezen gestalte krijgt. Het boek is in zoverre van harte aan te bevelen voor predikanten en andere werkers, die zowel binnen als buiten de psychiatrische instituten met algemene problemen in aanraking komen, betrekking hebbend op de psychisch ontregelde medemens. Het zijn slechts de bovenbestreden schoonheidsfouten, die m.i. een principiële bespreking noodzakelijk maken. Tenslotte wil ik nog op de merkwaardige omstandigheid wijzen, dat de begrippen goed en kwaad zo nauw verbonden zijn met ziekzijn. Zo zeggen we dat de ziekte een goed-aardig, dan wel een kwaad-aardig verloop kan hebben. Men maakt het goed of slecht, de toestand kan verslechteren. Wat kwaad of goed is, is voor een belangrijk gedeelte afhankelijk van het cultuurpatroon waarin wij leven, waarbij men de indruk heeft, dat uit het ogenschijnlijk kwade het goede voort kan komen. Wanneer we spreken van het kwade, dan moeten we aannemen — en dit lijkt me zeker Bijbels —, dat het inherent is aan het menszijn als geheel. Men kan zeggen, dat het kwade een collectief menselijk bezit is, dat ongelijk gedistribueerd is en zich op verschillende wijze openbaart. Dat we voorzichtig moeten zijn met het interpreteren van de Bijbel, wordt ons nog eens duidelijk gemaakt door Kuitert in zijn boekje, dat getiteld is: „Verstaat gij wat gij leest". Tijdgebonden inzichten in het Nieuwe Testament dienen vervangen te worden door modern-wetenschappelijke. Geestesziekten worden veroorzaakt door een complex van factoren (erfelijke, organische, psycliische en sociale in wisselende combinaties), waarbij het de taak van de psychiater is om op grond van zijn ervaring het gewicht van elke factor zo nauwkeurig mogelijk te bepalen. Tenslotte wil ik herhalen dat het boek zeker aan te bevelen is. Dat mijn bespreking langer uitgevallen is dan gebruikelijk is gevolg van het feit, dat het relateren van geestesziekte aan demonen en bezetenzijn niet genoeg kan worden betreurd. F. J. TOLSMA

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen