Wetenschappelijke bijdragen aangeboden door hoogleraren der Vrije Universiteit ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan - pagina 113
Aangeboden door hoogleraren der Vrije Universiteit ter gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan (20 oktober 1930)
101 Substantief + adjectief
Zij doet deze schuld af met dankbaarheid voor den „rijkdom" der
werkelijkheid.
c. Substantief + adjectief.
Wenden wij ons nu tot een groep van hooger relief dan substan-
tief + substantief, al of niet herhaald of gewijzigd: substantief -|-
adjectief, soortgenoot van het eerste als eveneens attributieve of
praedicatieve groep.
Het adjectief bewijst zijn verwantschap met het substantief, door-
dat dit het verdraagt als begeleider en het zelf als substantief kan
optreden. Als begeleider is het niet soortgenoot, wel soortver-
want van dat, wat het begeleidt. Ook hier verkiest de taal de gebro-
ken eenheid boven de strakke: het substantief neemt het adjectief
naast zich, liever dan een ander substantief. Naast het substantief
geplaatst in eenheid, is het adjectief een woord van ander voorkomen
en gedrag (geslachtsonderschciding, trappen van vergelijking, afge-
leid adverbium). Als begeleider zelf een ander, richt het zijn gedrag
naar het substantief, breekt daarmee zijn andersheid en tempert deze
tot samengaan met het soortverwante. In amor patris verdragen de
soortgenooten amor en pater elkander in eenheid door het brekende
verschil van de naamvallen heen ; in het equivalent amor patrius
wordt deze breking vlak gestreken en in haar plaats komt tus-
schen de bestanddeelen het verschil van substantief en adjectief
te staan. Als driegeslachtig aangewezen om zich daarmee op het
substantief te betrekken, moet het adjectief kiezen tusschen zijn drie
geslachten naar gelang van het substantief. Met die keus deelt het
aan het substantief een van zijn geslachten uit; daarmee heet het
zich te richten naar het substantief, als ware dit van te voren reeds
een der drie. Zoo heeft ook het substantief een geslacht, elk nl. een
van drie. Hiermee is eenzijdig en voor de helft onjuist gezegd, dat
het substantief zelf geslacht heeft. Het geslacht van het substantief
wordt eerst in het adjectief zichtbaar. Het substantief geeft naar
zijn eigen gedrag van zijn geslacht geen blijk, wel kiest het adjectief
ter wille van het substantief, waar het zich bijvoegt, een van zijn
eigen geslachten. Het geslacht van het substantief is het gedrag, dat
het adjectief en andere woordsoorten in verbinding met het substan-
tief aannemen. Dit zich richten van het adjectief naar het substan-
tief is overeenkomen daarmee zonder gelijk te worden, een gebrO'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1930
Publicaties VU-geschiedenis | 310 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1930
Publicaties VU-geschiedenis | 310 Pagina's