GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 66

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 66

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

H4 ethiek van de dogmatiek is in de moderne Theologie zeer begrijpelijk. De

hoogleeraar

Zedenleer,

HOEKSTRA

noemde

en het T h e o l o g i s c h

zijn

werk

dan

ook

kortweg

T ij d s c h r i ft gaf ons in zijn

laatste afleveringen een Ze d e k u n d e , zonder meer, van den overleden. Professor V A N BELL.

Op dit standpunt volkomen correct.

Doch ook in

de Theologie, die het praedicaat modern afwijst, vindt men vaak een behandeling der ethiek, waarbij het tot emancipatie van de dogmatiek wel niet gekomen is, maar de onderlinge verhouding toch volstrekt niet die is, welke tusschen een moeder en een dochter betaamt. Welnu, de ethiek der Gereformeerde Theologie toone dan ook, evenals die der Roomsche. b. V. bij SIMAR, en die van sommige Lutherschen, zooals van W U Ï T K E , ViLLMAR, SARTORIUS en HARLESZ, onverholen haar familietrek en blijve wat onze Encyclopaedie noemt een dogmatologisch vak.- Haar credenda ontleene zij alleen aan de Gereformeerde dogmatiek; èn in de deducties uit de geboden op de individueele en sociale verhoudingen van het leven

èn in haar ascetiek houde zij rekening met de

fixeering

ook

van het „ethische dogma", zooals onze E n c y c l o p a e d i e het noemt en waaronder bepaaldelijk te verstaan is de uitlegging van „Gebod" en „Gebed" in den H e i d e l b e r g s c h e n C a t e c h i s m u s , die te Dordt i n , 1619 voor schier alle Gereformeerde kerken, gelijk wij zagen, symbolisch gezag kreeg. Bedoel ik alzoo met- de beoefening der ethiek naar de behoeften van onzen tijd in het minst niet, dat zij óf formeel óf materieel haar karakter zou moeten verloochenen en daarmee dus zou ophouden Gereformeerde ethica te zijn, en wensch ik voor haar beoefening in de Gereformeerde Theologie

onzer dagen dan

ook aansluiting

aan die van het ver-

leden, — die aansluiting bedoelt echter ook de ontwikkeling van het studievak verder te leiden en niet maar een eenvoudige reproductie te leveren.

Hierbij is echter noodig, dat men rekening houde met wat ons,

menschen van dezen tijd, bij alle overeenstemming, van de vroegere geslachten onderscheidt. Laat mij wat ik hier bedoel trachten te verduidelijken met te wijzen' op een analoog verschijnsel.

Wij Nederlanders van dezen tijd drukken

in onze taal dezelfde gedachten uit, als de vroegere geslachten van ons volk in de hunne.

Het is dezelfde inhoud, maar de taal is anders

geworden, zij onderging een gedaanteverwisseling en wel eene die zoo

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 66

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's