Zedelijkheid en recht - pagina 96

92 vuld aan ieder christen, die in den verborgen omgang met zijn God, de verreining van zijn zedelijk bew^ustzijn, door al dieper inleiding in het Woord, begeert. Maar, en ook hier openbaart zich weer de invloed van de zonde, voor zoover de van God gewilde gangbare zedelijkheid, door menschelijke traagheid, zich düs in het veranderlijk element harer normen niet vernieuwt, dient zij daarin God in het handhaven Zijner rechtsorde op aarde in het bewustzijn van den mensch, niet. Wat de mensch daarin dan voor goed acht, is voor God slecht. En ook dit is een kwaad dat zich wreekt; dat God wreekt.

Ik kom nu tot de tweede der beide vragen welke ons thans bezig houden, tot die naar de onderlinge verhouding van de idee der gangbare zedelijkheid en de idee van het positieve recht. Bij de beantwoording der eerste vraag, die naar de verhouding van het positieve recht en de gangbare zedelijkheid zelf tot hun idee, hebben wij deze twee ideeën reeds leeren kennen als deelen van de zedelijke wereldorde of de door God den mensch gestelde rechtsordening. Naar de geloofsovertuiging van het christelijk Theïsme omvat de zedelijke wereldorde echter nog meer. Omvat zij het geheel van Gods ordinantiën voor het wilsleven der redelijke schepselen, zoowel in de onmiddellijke, als in de middellijke relatie tot Hem. Als persoonlijkheid, d. i. als tot zelfbewustzijn en zelfbepaling ontwaakt wezen, staat de mensch on-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen