Oorlog en vrede - pagina 58

!

52 Toch hebben de berekeningen wel eenige waarde en leeren zij bij benadering kennen het materieel onheil, dat wordt gesticht. Een der beste bronnen voor het onderzoek van dit punt is het groote boek van M a u r i c e E v e s q u e , dat onder den titel Les finances de guerre au XXe siècle^) in den aanvang van dit jaar uitkwam. Welhaast scheen het alsof E v e s q u e een voorgevoel had van de groote dingen, die te wachten stonden. Overtuigd van de groote beteekenis, welke bij het uitbreken van een oorlog aan de flnantieele mobilisatie moet worden gehecht, gaat hij na, over welke middelen bij een krijg tusschen twee- en driebond de verschillende staten kunnen beschikken en in hoeverre deze tot dekking der uitgaven voldoende zijn. Uitgaven van vroegere oorlogen dienen daarbij tot richtsnoer. Over haar grootte wordt bij de verschillende auteurs vrijwel eenparig geoordeeld. De kosten van den Krimoorlog worden voor de oorlogvoerende staten op 8500 millioen francs geschat. De oorlog van 1866 tusschen Pruisen en Oostenrijk kostte 1650 millioen francs. De Pransch-Duitsche oorlog eischte van Prankrijk 10 milliarden francs. De Boeren-oorlog stelde alleen Engeland reeds voor eene uitgave van öYs milliard; terwijl de directe oorlogskosten van den Russisch-Japanschen oorlog voor Rusland 6 milliard en voor Japan 5 milliard bedroegen. De duurste oorlog was de Amerikaansche burgeroorlog, welks gezamenlijke uitgaven op 27 milliard kwamen. In het geheel gaf de beschaafde wereld, afgezien van de koloniale expedities, sinds het midden der 19e eeuw, voor oorlogen meer dan 70 milliard francs uit. Met deze gegevens tot grondslag is gepoogd de kosten van

' • i i

'" i , :

'

j•

''

^) Parijs, z. j . , voorwoord dateert van 1914. Uitvoerige beschouwingen wijdt liij aan den Boerenoorlog, de oorlogen tusschen Rusland en Japan, Italië en Turkije en den Balkankrijg. Op den voorgrond stellend, dat de oorlogsuitgaven tweeërlei karaktertrek vertoonen: „énormité et rapidité" gaat hij uitvoerig de flnantieele mobilisatie na. luterressant zijn vooral de beschouwingen op blz. 684 en vlgg. over La solidarité fitiancière internationale.

| 1 I 1 i | f f 1 I 1 1 1

•

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen