GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 109

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 109

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

101 nog, wat mijn vriend Karsemeijer in de a.sr. Rotterd. opdischte: „Ons huidig buigingssysteem ( i s ) . . . de doorwerking van de zuur* desem van heidense [gespatieerd door K.] Renaissance en Hurna* nisme, die gepoogd hebben,... een dam op te werpen tegen de natuurlijke ontwikkeling van de taal" (14 Mei 1934). Vgl. aant. 71. 81 Taal van bijbel, kerk, godsdienst, van wetenschap en kunst, van redenaar, schrijver, dichter, van boek en brief, het wordt alles vergeleken met „de taal van het dageliks leven", daaraan getoetst, daarnaar afgemeten. Men kan al die andere „talen" schrijven, en spreken, als men wil — maar men moet het zelf weten, er is ge« vaar aan verbonden. „Schrijf zoals je in beschaafd gezelschap spreken zou. Wie zich aan die regel houdt, schrijft goed, ook al leert de schrijftaalsgrammatica anders". — Het „criterium van goed en fout (ligt) enig en alleen in het gebruik. Wat gebruikelijk is in beschaafd Nederlands, is goed". — „Vormen gaan verloren, wanneer de spraakmakende gemeente ze niet meer gebruiken wil". — Men moet „de kinderen beter leren spreken en ze dan laten opschrijven, wat ze zeggen — en net zoals ze het zeggen". KoUewijn, Over taalfouten en nog wat in T. en Lett. 4, 241, 242, 239, 237, 244 (ook te vinden in zijn Opstellen). De dichters worden altijd met betoon van eerbied boven en beneden de wet verklaard; al de anderen, die durven afwijken, doorgaans met spot, min* achting of zeker medelijden bejegend: vooral met zelfverzonnen malle zinnen doet men dat goed en goedkoop. De voorbeelden zijn overal te vinden. — Ter beslissing „over de vraag: beschaafd of nietïbeschaafd",... „ga men na in zijn eigen kring, hoe men spreekt". En het gevoel, dat iets „een beetje aanstellerig wezen zou", bewijst, dat het niet meer deugt (niet scheidde uit, maar schee uit); t.a.p. 240. 82 Van Ham en Hofker a.w. I l ' 121. 83 Taal en Lett. 5, 20 (de algemeene kijk); de gevallen o.m.: ikke; zulleme, benneme, 'tis van mijn; hejje [heb je], bejje, wij je [wil je], kujje, zujje; naast schreeuwdetnne [dat is blijkbaar zeer be* schaafd] „met een plat tintje ook wel schreeuw die"; zullie; watfe. Ibid. 21*23. Vormen als me (bezitt. voorn.: mijn) en di's, da's hebben blijkbaar dat tintje niet meer; 27, 31. Maar in Proeve 51 weer ietwat onbeslist over me, met zelfde voorbeelden. 84 KoUewijn. Taal en Lett. 5, 30; in Proeve 57 werd het handig gewijzigd in: „Die man, die zei". Men lette ook op de komma! 85 O.a. Taal en Lett. 4, 242 (KoUewijn, Opstellen'

101); men

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 109

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's