GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 136

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 136

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

128 218 Het merkwaardigste is, dat de minister zelf dit argument met wat andere woorden overneemt. Althans in het Tweede* Kamerverslag van de N.R.Ct. 1542*34 Ocht. A lees ik, dat de minister heeft gezegd, dat er maar twee mogelijkheden waren: de slordigheid [chaos noemde hij het in Amsterdam, voor „Spel* lingvrede". N.R.Ct. 12*12*34 Ocht. C] stil laten bestaan, of doen wat hij deed. „Eischt men D. V. en T. W., dan moet men in de meening verkeeren, dat men aan het onderwijs een methode kan opdringen, die het onderwijzend personeel terecht als ver* werpelijk beschouwt." (De woorden methode en terecht, mis* schien handig geplaatst, passen hier slecht, maar dit doet aan de strekking niets af). In elk geval is de voorstelling van den on* derwijzer, die niet wil, aannemelijker dan van het kind, dat niet kan. (Vgl. al over het Wilhelmus Mr. M. in 2e K. 22 D e c ) . 219 Volkomen terecht, meen ik, heeft de Heer Tilanus de „Zeven Provinciën" hierbij ter sprake gebracht. En eigenaardig is, dat de Heer Thijssen, socialist, ook zijn betoog, dat de beslissing van het taalkundig „geloof" der onderwijzers afhing, daarmede begon. Handd. a.v. Il, 2132 (2134, 2145) 2147. 220 Eén andersdenkende in zulk een commissie kan geen kwaad, en geeft nog een glimp van onpartijdigheid. „Prof. Van Ginneken wist, wat hem boven het hoofd hing" (Marchant in Handd. a.v. II 2137). Zal in de pas bekend gemaakte tweede commissie Van Mierlo de rol vervullen van Van Ginneken in de eerste, en zich gemakkelijker laten belezen? 221 De Vooys, die in zijn laatste geschriftje (zie aant. 216) o.a. wil „weerleggen", dat de propaganda voornamelijk socialistisch en communistisch is, begint niettemin met te erkennen, dat hij van „de partijen, die in andere opzichten behoudend zijn", uiter* aard ook voor zijn taalveranderingen niet veel bijval kan ver* wachten. Om te onthouden! Inderdaad, er is een nauw verband tusschen de liefde en zorg voor dit kostelijke nationale cultuur* pand, en de gehechtheid aan andere ons overgeleverde geestelijke goederen bij al wie niet revolutionnair is. De Vooys kan ook niet laten, weer op „alle dagbladen van de Arheiders^pers" te wijzen, die hem zoo trouw zijn gevolgd. Het Nederlandsche Vak*verbond en den [rooden] Bond van Onderwijzers had hij gerust ook weer mogen aanvoeren (vgl. blz. 8 en aant. 24); hier liggen zijn natuurlijke steunpunten. — Die warme ontvangst bij heel het onderwijs („zei* den door dwang", is het veelzeggende voorbehoud), betwijfelen wij nog eenigszins. Kon men, durfde men anders? Revolutiegeest, die door toegevendheid de macht kreeg, pleegt zelf niet toegevend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 136

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's