GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 77

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 77

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

69 hebben. Zie het verslag in de N. Roü. Ct. 30 Oct. 1934 Ocht. C. Nadat dit geschreven was, maakte Dr Huizinga zelf den mi« nister, die hem vele malen met zulk een nadruk ondeskundig had genoemd, eenigszins beschroomd, opmerkzaam op die oorspron* keiijk meer linguistisch dan historisch georiënteerde periode van zijn studie in de Nederlandsche taals en letterkunde. Men vindt dien tweeden Open Brief in de bladen van 7 of 8 November. (Alleen n i e t in onze Standaard: die publiceerde liever een kolom* lange aanbevelersslijst van de nieuwe vereeniging voor KoUewijn en Marchant, met gulweg de adressen voor aangifte van nieuwe leden erbij; zij heeft wel overvloedige ruimte om zich te blamee* ren door de belachelijke ontdekking en Amerikaansch^sensatio* neele opvijzeling van een ingebeeld en verbijsterd jong technisch „genie", maar vindt geen plaats om behoorlijke mededeeling te doen van de ernstige waarschuwing van den gezaghebbenden Leidschen geleerde tegen de opzettelijke verarming en verwaar* loozing van ons kostbaarste nationale cultureele goed). De minister heeft heel wat te schoolmeesteren aan zooveel on* kundige professoren; geen wonder, dat hij in het algemeen wel eens van „die knapen" sprak, wanneer de taal der parlementaire welsprekendheid van zijn lippen stroomde. In den tijd van het verlichte despotisme spraken Amsterdamsche burgemeesters in hun „algemeen beschaafd" hun hoogleeraren (zij betaalden hen toch?) aan met „kerel". De eenling, van wien de historie ver* meldt, dat hij een zoo ingeleid verwijt van burgemeesteren wat verstrooid en afwachtend voorbij zich liet gaan, omdat hij dacht, „dat de Heeren onder elkaar converseerden", miste stellig ook reeds het rechte licht over het vraagstuk, dat ons heden bezig houdt. Hij verwachtte kennelijk schrijf* of redenaarstaai, en hii werd onthaald op algemeen spraakgebruik. — 't Verhaal bij J. v. Lennep, en al eer bij Bilderdijk. 3 Dr. R. J. Dam zeide reeds in De Reformatie 4 (en 11) Mei 1934, De bedreigde Buigingsfn: „Tusschen hen en ons in staat het Woord van God". Scherp geformuleerd, maar juist; mits men het goed verstaan wil. •* Het dunkt mij niet zonder belang, hier den hoofdinhoud van dat adres van 24 Mei 1934 weer te geven: De senaat meende niet te moeten treden in bedenkingen van staatsrechtelijken aard, en ook wilde hij niet stilstaan bij de voor* stellen, die hoofdzakelijk de spelling betreffen, al achtte hij ook daar gegronde critiek niet uitgesloten. Maar ernstige bezorgdheid wilde hij uitspreken over de voorgenomen weglating van de bui* gings*n, die zal leiden tot schromelijke verwarring. De opvatting

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 77

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's