GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 89

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 89

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

81 zoo sterk uitkomend, grijpt veel dieper en wijder. Van Wijk maakte er in 1903 zelfs reeds een taalkundige „wet" van. P. u. B. Beitrage 28 (1913) 248, waarop hij in de Mdd. Kon. Ak. afd. Lk. 77, 29 vIgg. (1934) nog weer terugkwam: Een phonologiese parallel tussen Germaans, Slavies en Balties. 16 In zijn zeer belangrijke Grondbeginselen van de Schrijfwijze der Nederlandsche Taal (1931), waarin hij grondig en uitvoerig uiteenzet, waarom hij de opvattingen van KoUewijn, die hij zoo* lang zelf had voorgestaan, bij hernieuwde critische overweging en klaarder inzicht had moeten opgeven, om ze nu als geheel ins gaande tegen gezonde, moderne taalbeschouwing krachtig te gaan bekampen. Het is jammer, dat men niet ieder, die zich zoo ver? gaapt aan de Opstellen en het Arsenaal van KoUewijn, en het „orgaan" Vereenvoudiging, en ook hen, die daarbij nog jaar in jaar uit door de N. Taalgids worden opgekweekt en gestijfd in dezelfde ideeën, niet kan verplichten om als correctief dit boek terdege te bestudeeren. Waarmee ik nog niet zeggen wil, dat ik alles daarin zou willen onderschrijven. Het wil er bij mij bv. nooit recht in, dat Simons' artikelen over de voornaamwoordelijke aanduiding, die de „vereenvoudigers", zoodra gij naar dat teere punt wijst, als hun Aegis voor zich uit houden, den verrassen* den lof werkelijk verdienen, die daaraan bij V. G. ten deel valt (137). Het betoog, dat aan die ontdekking wordt vastgeknoopt (Hfdst. VIII § 2=5) heeft mij ook te veel onzekers. — De „ontboeze* ming tegen „de groep der moderne Bilderdijk^vergoders", die „maar altijd naar het binnenland van den Statenbijbel kijken, laudatores tempores acti, niet lettend op efficiency of modernen vooruitgang", versta ik niet goed, maar hoef ik mij in elk geval niet aan te trekken. (De man die in 1931 verreweg het meest van zich heeft doen hooren in verband met de Bilderdijk*herdenking van 1931 is Aug. Hey ting — en deze gebruikt, ook in zijn boeken over Bilderdijk, de schrijfwijze^Kollewijn). Het opgeven van den regel der analogie in gevallen als handelsschool vind ik beslist verkeerd. Zoo is er nog wel meer. Tegen de verdediging van de „spelling* missive" van Terpstra, die ook al een taaismissive was, heb ik het meest bezwaar; zij kan mij geenszins overtuigen. Ik acht die missive een ernstige fout, hoe uitnemend zij ook mag bedoeld zijn; zij heeft ongetwijfeld den weg helpen banen voor de ordonnanties en missiven van Marchant. — Over de phonologic zie aant. 52. 1'^ Ik denk bv. aan de regeling van de zoogenaamde verbindingss letters n en s in samenstellingen. Hier werd zelfs Dr. Boekwinkel de „vereenvoudigings"sZucht van KoUewijn te machtig; hij wil „vrijheid, om op deze punten wat konservatiever te zijn" (blz. 5*6). 6

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 89

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's