GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 101

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 101

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

93 het ons in onze jeugd op school nog altijd voorgedaan". Zou V. d. B. ook het meervoud en het werkwoord als marten hebben gezegd en geschreven? Vreemd is, dat hij in een noot daarbij half en half de „speUingspronunciation" (vgl. o.a. Kruisinga, Taal en MaaU schappij 9 vlg. en 27) goedkeurt: wie in zijn jeugd in dialect erf ten en mark of markt zeide, „zal onder invloed van onze Historiese Spelwijze noch lang, beschaafd, erwt en markt zeggen; laat hij ook aldus schrijven" (ibid 24). — In de Proeve (1908) van Talen, KoUewijn en Hettema wordt blz. 43, 44, 45, 111, 114 een buitenge* wone zorg besteed aan het instampen van de vormen: Je, jij, en jullie zout (evenals wout volstrekt zonder d). Maar bovendien vinden we daar ook een zeer vrijgevige houding ten opzichte van andere bij Siegenbeek of De Vries en Te Winkel noodzakelijk geachte cf's: Waarom schol je hem? — Dul je dat? — Hoe von jullie dat? — Wor je boos? — Moch je niet? — Dors jullie niet? Wis je wel? enz. — g'yen, g/ee, gegleeën; strijen, stree, gestreeën — ik hie, wij bieën — „De verleden tijd van benijen, scheien heeft vanzelf maar één d in de spelling: benijde, schelde (ook wel eens sterk in ik schee er mee uit)"; a.w. 111. Later vinden we nog eens de vormen: schee uit, uitgescheeën (118). Zal men zoo ook niet op den duur het Hollandsche deeën (deden), zeeën (zeiden) moe* ten invoeren? In zijn roman Huiselik Leed 146 laat KoUewijn een „ofsier" denken aan Lucie, „met wie hij gevreën had in Breda" en „aan die goeie Jeanne, die toch altijd zo 'r best dee". Is dit nu alles „vereenvoudiging", tot groot gemak en voordeel strekkend voor het toen en thans levend geslacht, en inzonder* heid voor het volkskind, en de groote massa? Neen, het is een vaak moedwillig lijkende, onverantwoordelijke verwarring, ver? enging, vergroving, verlaging van de taalspheer van dat volk. Al had KoUewijn 15 jaar lang zijn denkbeelden meegedragen, voor hij ze in het openbaar mededeelde, en al vond hij misschien eenis gen steun in uitspraken van Prof. Cosijn — wiens geestige Gids* artikel van 1895 overigens al veel meer critiek dan instemming bracht —, het was niet genoeg doordacht, en van heillooze gevol* gen, zich te begeven op het slibberige pad der phonetische schrijf* wijze, en die, door zich los te maken, onder letterkundig en weten* schappelijk naturalistischen invloed, van het gezag eener alge* meene, overgeleverde schrijftaal, tot een anti*historische, anti* cultureele, platte grof*phonetische schrijverij te gaan verbasteren. Wanneer Cosijn — dien de KoUewijnianen tot op heden nog altijd ten bate van hun taaiopvattingen blijven citeeren, hoezeer Logeman in 1896 al fel en hatelijk op het „beruchte artikel" ge* reageerd heeft {Taal en Lett. 6, 189 vlgg., 246) — ook in de Gids van 1895 (III 71 vlg.) als zijn toekomst*verwachting een practisch* phonetische spelling voorstelde, bedoelde hij blijkbaar toch niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 101

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's