GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 37

Uitgewerkte rede ter gelegenheid van de 70e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

31 macht over zijn competentie slechts een methodische hulpvoorstelling om de „Rechtmaszigkeit kompetenzerweitemder staatlicher Akte zu rechtfertigen". Weliswaar zegt hij, dat onder alle omstandigheden de souvereine macht van de staat over zijn eigen competentie haar grens vindt in de erkenning van de rechten der individuele persoonlijkheid van de leden van het staatsverband, zowel van de individuen als van de engere sociale verbanden. Maar deze grens, gedicteerd door het Humanistisch vrijheidsmotief, kon in JELLINEK'S rechtsleer geen wezenlijk juridische betekenis hebben. Hij had immers even te voren zelf verklaard, dat het bestaan van het recht afhankelijk is van zijn verwerkelijking door een organisatie, die steeds machtsorganisatie moet zijn. Wanneer dus de staat als souvereine machtsorganisatie de gepretendeerde rechten zijner leden niet verwerkelijkt, dan kunnen zij onmogelijk een juridische, \ maar hoogstens een morele grens voor zijn competentie betekenen. ; Hun juridisch bestaan blijft dus overgeleverd aan de souvereine staats- | wil, die iedere zich zelf gestelde grens ook weer kan opheffen. De souvereine „rechtliche Macht" van de staat is in JELLINEK'S • conceptie geen wezenlijke rechtsniacht, zij is geen intrinsiek juridische j competentie, maar slechts een, buiten het rechtsgebied vallende, hist o- • rische wilsmacht, die zich zelf aan rechtsgrenzen zou moeten binden. Daarmede was tegelijk nog eens scherp belicht, dat iedere definitie van het positieve recht, waarin de souvereine machtswil van de staat als essentieel element is opgenomen, inbreuk maakt op wat ik de modale souvereiniteit in eigen kring van het recht noem. Ook de natuurrechtelijke constructie van de souvereiniteit was in waarheid slechts een juridisch masker geweest voor het Humanistisch machts- of beheersingsmotici. Het traditionele souvereiniteitsbegrip moest noodzakelijk met de modale eigenaard en modale onherleidbaarheid van het rechtelijk aspect der samenleving in botsing komen en daarmede een bron worden van onoplosbare antinomieën tussen recht en macht.

C - De l e e r d e r r e c h t s s o u v e r e i n i t e i t en h a a r vermeende overwinning van het traditionele souvereiniteitsdogma. Aan dit laatste bezwaar scheen de leer der rechtssouvereiniteit te ontkomen, die in drie varianten, t.w. de psychologische van KRABBE, de normlogische van K E L S E N en de rechtssociologische van DUGUIT en GuRViTCH zich tegen het traditionele souvereiniteitsbegrip keerde, onverschillig of dit zich in de leer van de overheids, dan wel in die der volks- of die der staatssouvereiniteit geldend maakte. In werkelijkheid echter is de leer der rechtssouvereiniteit nergens de intrinsieke antinomieën van het traditionele souvereiniteitsbegrip te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's