De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 9
Uitgewerkte rede ter gelegenheid van de 70e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit
3 opleggen. Gelijk zo vaak, kunnen ook hier terminologische misverstanden en onhelderheden het wetenschappelijk debat vertroebelen. En tenslotte is het voor hen, die zich bij de wetenschapsbeoefening op de principiële grondslag onzer Universiteit stellen van allesbeheersende betekenis zich af te vragen, of zij de probleemstelling zelve, die aan de moderne strijd voor of tegen het traditionele souvereiniteitsbegrip ten grondslag ligt, kunnen aanvaarden, dan wel of het reformatorisch uitgangspunt tot een principieel andere moet leiden. Het schijnt mij niet ongepast, op deze 70e herdenkingsdag van de stichting onzer Universiteit voor deze fundamenteel belangrijke kwesties uw aandacht te vragen, waarbij ik dan in de eerste plaats een summier overzicht wil geven over de oorspronkelijke inhoud en de verdere ontwikkelingsgang van het bedoelde leerstuk, sinds het in de XVIe eeuw zijn intrede in de rechts- en staatsleer gedaan heeft.
ï - DE GESCHIEDENIS VAN H E T LEERSTUK A - B o D i N s ' s o u v e r e i n i t e i t s b e g r i p en Humanistische natuurrechtsleer
de
^ '-* / -
Toen JEAN BODIN vijf jaren na de Bartholomaeusnacht zijn beroemd werk Six livres de la République in het licht gaf, waarin hij het souvereiniteitsbegrip tot grondslag van zijn staatsconceptie maakte, deed hij een greep, die niet slechts voor de staatsleer, maar ook voor de gehele opvatting van het stellig recht van revolutionaire betekenis werd. Al kon hij gebruik maken van het romeinsrechtelijk georiënteerd gedachtengoed der hoog- en laat-middeleeuwse legisten en al had hij in de nadere uitwerking van zijn souvereiniteitsbegrip een onmiddellijk voorloper in AENEAS SYLVIUS "^), de raadgever van de keizer F R E DERiK III, niemand had vóór hem de souvereiniteit tot wezenskenmerk van iedere staat verklaard. De eigenlijke kern van BODIN'S souvereiniteitsbegrip lag niet in zijn omschrijving in de latijnse editie als summa in cives ac subditos legibusque soluta potestas, maar in zijn nadere uitwerking. Wat deze formule betreft, zij is veelszins misverstaan, wegens ononvoldoende bestudering van BODIN'S theorie uit de bron zelve. BODIN leerde allerminst, dat het souvereine staatshoofd boven alle wetten ") Vgl. de uitspraken in zijn kort geschrift De ortu et autoritate Imperii Romani (GoLDLAST Monarchiae sacri Romani Imperii II p. 1558 sqq.), die ik samenvatte in mijn studiereeks In den strijd om een christelijke staatkunde no. X I I I (Antir. Staatk., 2e Jrg. 1926 blz. 262/3).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950
Rectorale redes | 72 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950
Rectorale redes | 72 Pagina's