GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 47

Uitgewerkte rede ter gelegenheid van de 70e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

41

rische regelen gedragen, waarbij de Übung zich sociaal-psychologisch in het rechtsgevoel omzet tot de overtuiging, dat het zo rechtens behoort. Zo worden de rechtsbronnen bij' hem identiek met de sociale „Tatsachen des Rechts": „Übung", „Besitz", „Herrschaft"en„Willenserklarung"''^). Van een theorie der rechtssouvereiniteit kan bij hem niet worden gesproken. Het is er hem slechts om te doen, zonder enige practische poKtieke bijgedachte aan te tonen, dat het statelijk recht met zijn „Rechtssatze" die slechts de rol van „Entscheidungsnormen" vervullen, volkomen secundair is ten opzichte van de innerlijke orde der onderscheiden sociale verbanden en dat alle recht in wezen sociaal verbandsrecht is. Het eigenlijk souvereiniteitsprobleem ligt geheel buiten zijn on-politische, naturalistische gezichtskring. De rechtsdogmatiek met haar normatieve vraagstellingen laat hij als „praktische Rechtslehre" in haar waarde. Hij ontkent slechts dat zij eigenlijke wetenschap van het rechtsleven is ' " ) . Een theorie der rechtssouvereiniteit kon uit de rechtssociologie eerst geboren worden, wanneer de laatste zich óf met DUGUIT het practische politisch doel stelde van een principiële omvorming van de staat en zijn rechtsorde, gelijk zulks reeds bij de Franse grondleggers der sociologische wetenschap het geval was geweest, óf wel het normatief-juridische gezichtspunt (en daarmede implicite het juridisch competentieprobleem) weer in de „sociale feiten" zelve tot gelding ging brengen, gelijk zulks bij GURVITCH valt te constateren in zijn leer van de „faits normatifs" als oorspronkelijke rechtsbronnen. LéoN DUGUIT was in zijn rechtssociologische opvattingen sterk beïnvloed door de grote Franse socioloog EMILE DURKHEIM, al heeft hij de zeer gecompliceerde en in haar latere ontwikkeling zich steeds duidelijker van het naturalistisch positivisme distantiërende gedachtenkader van zijn leermeester in sterke mate vervlakt. Evenals DURKHEIM ziet hij in het recht slechts de objectieve uitdrukking van de sociale solidariteit, die in primitieve samenlevingen een mechanisch karakter draagt als „solidarité par similitude" en in gedifferentieerde samenlevingen een organisch karakter aanneemt als „solidarité par division du travail". De objectieve rechtsregel is onafhankelijk van enige wil. Aanvankelijk zag hij in een consequent naturalistisch positivisme de sociale solidariteit als een pure physische en vitale noodzakelijkheid, als „een evenwicht van physiologische behoeften en ten gevolge daarvan uitgewisselde sociale diensten." En in overeenstemming daarmede vatte hij ook de objectieve rechtsregel aanvankelijk als een simpele aanwijzing van deze noodzakelijkheid,

''S) Grundlegung 76) a.w. S. I f.

der Soziologie

des Rechts

(1913) S. 68f.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 47

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's