Onwaardige Preek.

Onwaardige preek noem ik d© predicatie van Dr. Geelke-rken g'etiteld „Machteloosheid en krachtso-nt plooüng der Kerk" in welk© predicatie het „Getuigenis" van de General© Synode in den hoek gpduwd wordt.

Onwaardig, omdat valsche beschuldigingen tegen de Garef. Kerken worden ingebracht. We lezen op bladz. 12': ...... „ach men izegt wel, dat ontferming nu juist niet] de grootst© geestelijke kracht der Gereformeerden is em ik •vrees, dat helaas! van dit zeggen, — maar al te veel waar ia". Omdat - o-ntferming nu j'uist niet de grootstel geestelijke kracht der Geref. is, k-amen de Geref. ongetwijfeld op het gebied der armveiizorging, v-an verpleging, van .zieken, doo'ven, blinden, Icrainkzinnigen enz. zoo verre achter andere kerken!

Omdat o-nitfarming nix juist niet de grootste geestelijke kracht 'der Gerei 'is^ daarom wordt er niets gedaan en gevoeld 'voor de Zending (-zie komende Mta va|n! de S'ynode van Le-eu-warden 1920). Met dit door Dr. G: goc-onstat©erd feit is ook in volle overeenstemmingl, dat er predikanten der Geref. Kerken' ; zijn„ die nadat zij 2 maal in eigen kerk gepredikt hebben: , des avonds o-ok n-og gelegenheid izoeken om het Evangelie des Kruises te prediken aan m-ens-chen, die den Heere Jezus - niet kennen en dat alleen omdat de ontferming van Christus* hen drijft. ;

Op biz. 15 lazen we-van de redekavelende Schriftgeleerden, die t-wisten met de 9 discipelen wijl die onmachtig bleken den stommen geest uit te werpen Uit een do-or den duivel bazeten kind. De Sohriftgeleerdeni warden stil als JazUs van den berg der verheerlij'king! weerkeert tot izijn achtergebleven discipelen. Zij wetenzich in de tegenwoo-rdigheid van Jezus'. En dan staat er: „Z-OiO izal 't O'O-k nu niog| gaan als Jaz'us bij ons gezien wo-rdt". En aven verder in betrekking tot 't oplaaiende geloof van - den. •vlader van het kind: „Zoo iz-al 't ook nu nog geb-eiurien lals de me-nschen Jezus miaar' in Zijn Kerk kunnen •vinden". Daarin lees ik de beschuldigingi dat de fcark (de Geref.!) daarom izoo machteloos is; , omdat de mansc-hen Jezus niet in de kerk •vindeln.

Is daze besohiuldigjng een , zelfb-eschuldiging, is z© een aanldaoht tegen de Geref. Kerk, die Dr. G. dient? Als izij een bes-chuldigling is t^en de Geref; Kerken, dan is-izij •vlals-ch. Al is er inzinking; , al is-er versterving o-ok, daar is door Gods genade o-ok leven. Leven dat toont dat Christus met Zijn gjenada en geest bij' on(si woont. Leven dat biddend-werkend .zoekt de eere Gods en d© komst •van Zijn koninkrijk.

Op blz. 11 lezen we: „We© onzer wanneer •wij ona •wijs maken, dat wat God de Heere van ons eischt alleen en uitjs lui tend is, dat •wij onszelve onbesmet iziullen bewaren van den geest die na werkt in de kinderen der iong; ehoiO-r, za'amheid". Wie maakt dat zichz-e-lve wijs? Neen-, maar men moet het eene doen eni het andere niet nalaten. Daarom is het eis-oh van het Woo-rd „ta wiaten e-n te strijden-tegen afdoling: in belij'deni'S en •wandel binnen' eigen krin^" (.zie blz. 16).' Eisch Gods is het /zichzelv© onbesmet te be^waren van d© wereld. Eisioh Gods; , de deugden Gods te verk-ondigien, die o-ns Uit da duisternis geroepen heeft tot Zij'n wondar'baar licht, ao-oals 't Getuigenis zegt. Enterecht spreekt het Getuigenis .van ons Daar spreekt geen .z-elfgeno-egzamnheid, maar daarin spreekt Go-ds genade .zich uit. Daarom zal ik en alle Geref. met mij, die dan Heere Jezus liefhebben spreken, omdat wgi geloovan en - in geho-oriziaiamheid o'O-k aan Jezus: bevel een dood-kianke wereld roepen tot Christus..

Eindelijk Dr. G. kleineert het getuigenis zonder daar recht toe te hebben. Want waarlijk, dat getuigenis heeft niet de bedoeling „-om. een lan-ge lijst op te make» van - de velerlei , zonden en ziekten van onzen tijd". „Constateert niet slecht dat 't met de wereld van onzen tijd zoo erg is". Maar gegrepen door liefde vo-or het werk Gods heeft het de bedoeling op te wekken om-te strijden voor het geloof, dat eenmaal den heiligen is overgeleverd. Het roept t-ot waken en bidden, tot arbeide» in het Evangeli-ei om de gemeente als een reine maagd aan éénan-man vo-or te stelleUi n.l. aan Christus. En daarin volgt de kerk slechts haren Heer, die in de brieven aan de Zeven gemeenten, die in-Kletn-Azië zqn, eenmaal.opriep om Zijn Woord te bewaren. Daar wordt evenmin als in het Getuigenis uitdrukkehjk gesproken) •van gemeenschapsoe'fening met den levenden Christus en op Zijn vo-o-rtdurende werking in ons ©n vo-or ons door den H. Ge-est, hoewel dit natuurlijk noodzakelijk is. Pengamus en Th'^atire bijv. worden uitdrukkelijk gewaarschuwd tegen w-erel dg ©ilijk v ormigheid, Openb. 2:14 en 20. Met kracht wordt opgekomen vo-or de auiverhelid der leer. Openb. 2:2 en 15. Op 't leven der liefde voor Hem wordt nadruk gelegd. Openb. 3:14— 20. Allen opgewekt om te strijden en strijdende te over-•winnen. En wiaair wij niet anders wUlen zijn dan leerjong-eren vain Christus daarom waarschuwde de Synode met den ernst der liefde tegen de gevaren, die het leven der fcerk bedreigen. Zijnde in de wereld heeft de kerk das Heeren t© toonen, dat zij niet is van de wereld. Zoo izal de wereld bekennen^ dat Grod met ons. is (Zach. 8:23) haiai-ten .zogen.

Reformatie, 'wiji hebben die dringjend noodig. Daarom noodig oritiek. Echter geen „daadlooze scbreeuwcriüek", miaar critiek „die waarhjk opkomt uit de liefde •voor de kerk van Christus". Schoonoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen