GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geacht© Redactie,

Het verblijdt mij, dat Prof. Grosheid© in zijn artikel over „Onz© Studenten" (in het „N.-Holl. Kerkblad") d© aandacht van ons Gereformeerde volk nog eens heeft willen vestigen op de roeping van' onze V. ü. op Gereformeerden grondslag om ©en Hoogeschool met den Bijbel te izijn VOOR HEEL ONS VOLK, om haar licht te doen echijnen of juister noig om 't licht van Gods-Woord te doen schijnen over „all© terrein des levens”

tot yoodiohting van allen, die aadeirs in 't duisteir HAMden rondtasten.

Maar juist ia verband met die onaiwijsbiar« roeping is OT tweeërlei eisch waarop wij gaarne nog eens biMnder de aandacbt wenschem gevestigd te zien.

Ten eerste d© izaalc van de „instemming met de Gereiformeerdo begin Bleien bij de promotie”.

Zal onze Gereformeerde H. School met den Bijbel aan haar roeping in dézen beantwoordeni, dan moet men er zich over verheugen^ als er uit allerlei leringen zich studenten aanmelden. In ieder geval staat 't vast, dat Geref. oudeirSi die een neiging bij hun kinderew bespeuren om af te wijken'van de waarheid, zich nooit voor God en hun zaad verantwoord zullen achteA, om zx> daa maar prijs te geven aan de Openbare H. Scholen, met de izefcerheid (menschelijkerwijze gesproken), dat zie verloren zullen gaan, en dat enkel en alleen, opdat de V. U. door hen niet zou besmet worden." Integendeel naar de V. U. worden zo gezonden, terwijl men worstelt voor Gods troon om hun behoud. Vast staat dus, dat de V. U. een zeker aantal (al is dit nu misschiein nog niet zoo groot) niet-Gereformeerde zoons van Gereformeerde ouders onder haar studenten telt en dat we er ons over moeten verheugen aJs er ook uit andere kringen nog meer niet-Gereforme'erde (dit woord is nooit bedoeld in kerkelijken zin) studenten komen.

Wat eischt men echter van zulke studenten om te kunnen promoveeren: instemming met de Gereformeerde beginselen (zoover ik weet is dit nog steeds zoo) en dat kan naar men meent niet anders, zullen die Doctores in 't Corpus Un. kunnen worden opgenometn.

Maar.... wat houdt die eisch in? Dit, dat jongie menschen, die wankelen inzake hun geloofsovertuiging, en de daarmee overeenkomende levens-en wereldbeschouwing en\)ok die bewust min of meer of geheel afwijken van 't standpunt van de V. U. en steeds hebben voortgeistudeerd in de hoop nog eens tot klaarheid of tot verandering van inzicht te komien, tenslotte geplaatst worden voor de zoo moeilijke keus om öf al de examens over te doen (een opoffering van tijd en geld en dui-Zienden g^dens, om van 't verdriet der ouders niet te spreken, daar is nu eenmaal niets aian te doen) óf instemming te betuigen met de Gereformeerde beginselen.

Nu is 't ontegenzeggelijk waar, dat ondanks alles de waarheid ons boven alles mO'St gaan en zuUc een onware positie ons een hinderlijke boei moet zijn. Doch, is 't te verwonderen, dat er jonge menschen zijn, die door gebrek aan middelen of aan veerkracht om al de moeite van 't overdoen van «xamieinis te troteeeren er toe overgaan om maar hun instemming er mee te betuigen, in de hoop, dat 't „later" nog eens anders mocht worden!

Steken we de hand maar eens in eigen boezem. Hoe groot zijn de gevaren niet van 't studeeren vatn jonge mensdhen aan de Openbare Univ. (om van Gym. en H.B.S. maar te izwijgen!) En toch, toen de V. U. de effectus civilis nog niet had, toen er dus nog dubbele examens moesten worden afgelegd, d.w.z. dubbele tijd, moeite, kosten, hoe bitter klein was 't aantal studenten. Hoe weinig hadden ouders en studenten over •voor de hun heilige beginselen. En zelfs nu nog zijn er geloovigen, wat zeg il? : , diakenen en ouderlingen, leera^ ren en curatoren (niet van de V. U., zoover ik weet), die, ofschoon ze 't financieeil zeer goed kunnen doen, toch hun kinderen naai-de Openbare üniv. zenden. Is 't niet allerbedroevendst? Is men verantwoord ook t. o. gemeentleden, die hun kinderen naar de Openb. L. School zenden? Maar, al staan de gevallen niet gelijk (wat we igiif toegeven), is 't niet te veel geëischt van jongelieden, die niet of nog niet Gereformeerd zijn, om ter wille van beginselen, , waarover ze nog geen gevestigde overtuiging hebben, zich zulke groote opofferingen te getroosten?

Doch er is nog meer. Stel ü eens voor, dat z'ulk een Doctor van overtuiging verandert-, zooals bijv. Dr Jansen. Wat dan? Vervalt zijn Dr's bul? Is hiji, voor wien men eens verklaard h& eft, dat hij in staat is , yzelfstandig te studeeren en wetenschappelijken arbeid te verrichten" nu hij in een tegenstander is verkeerd ineens zoo achteruitgegaan, dat hij daartoe ongeschikt is geworden? Niemand onzer, die dat zou willen beweren. We erkennen de g3.ven en krachten, die God in Zijn algemeene genade ook aan de kinderen der wereld heeft geschonken.

Zoolang daze bepaling echter blijft bestaan, worden er studenten van de V. U. 'gekeerd, die anders haar gezagenden invloed zouden hebben ondergaan. In mijn tijd studeerde daar een Zevendedagsbaptist. Hiji had de Christelijke of Gereformeerde Lagere School, 't Christelijk Gymnasium bezocht en wilde nu ook studeeren aan een 'Christelijke Universiteit (in de theologie). Moest ^r tegen hem gezegd: „gaat heen, de duisternis in van 't'Modernisme!"? Zouden we ons licht dan hebhen laten schijnen, een zegen geweest zijn voor die ons oimringen? Maar .... de geschiedenis met de candidaatsbiil van Ds. Winkel is nog. niet vergeten.

Nu de vraag kan er niet tweeërlei bul worden uitgereikt? Een voor de echte zonen van de V. U. en een ander voor de extranii, voor die buiten 't corpits Un. staan? In 't proefschrift, bij de promotie, in de dagbladen, overal moet dit bekend gemaakt worden. En bij verandering van overtuiging in later dagen, kan een andere bul worden aangevraagd. Een voor de interni echter niet, dan nadat z'ulks is openbaar gemaakt in de dagbladen en er een paar maanden gelegenheid gegeven is om, bezwaren daartegen in te brengen en er desnoodig een onderzoek is ingesteld.

Zoo eerst hebben we een waarborg, dat de menschen, dia als echte zonen van de V. U. gepromoveerd zijn, ook waarlijk onze menschen zijn. Vo-or onze kerkelijk Gereformeerd© predikanten is dit niet noodig, omdat de kerk geroepen is toe te zien, dat z ij 't ambt aan trouwe, betrouwbare menschen toevertrouwt.

Van harte hopen we, dat we spoedig de gewenschte raimte en izluiverheid in dezen bekomen.

In de tweede plaats hebben de ouders ook met 't oog op 't gemengd karakter van de studenten der V. U. (Immers de niet-Gereformeerde zoons van Gereformeerde ouders, zijn niet altijd „dwalende broeders", maar vaak daziulken, die de tegenwoordige wereld hebben lief gekregen), hun kinderen te waarschuwen, zelf toe - te izien, te infoimeeren, bij wat voor soort van studentein| ize zich aansluiten. Er zijn altijd van dia clubs geweest van verdachte elementen, van wie soms vreemde, kwade •geruchten gaan. Men proieft den geest die er heerscht, Jnaar, men zo^igt wel, dat 't geen onder hen plaatsi 'grijpt zooveel mogelijk wordt bedekt of verbloemd.

Aan den anderen kant de roeping voor onze Gereformeerde studenten om te zorgen, dat er van de studenten van de V. U. niet gezegd kan worden: „'t Geestelijk doode maakt levend, 't geestelijk levende is dood"i. Zij moeten nooit vergeten, dat ae niet gelijkgerechtigd zijn met de extranii. Zij toch zijn de echte zonen; de extranii, de gasten of bi^oners. Hoe kameraadschappelijk, collegiaal de omgang ook ziji, en dat moet hij zijh, die er heerscben moet in het corps, de clubs, moet zijn een frisschei kloeke, echt, Chnstelijke, dus Gereformeerde geest. Waar wij ons, naar onze roeping ooncentreeren in onze Christelijke (Gerefonneerde) inrichtingen en vereenigingen, tot onzen opbouw, daar vreezen we voorts den omgang met andersdenl!; etnde mede-Christenen, ja zelfs met O'nigeloovigea niet. Nil desper andum Deo duce.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1921

De Reformatie | 8 Pagina's