GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE ZOOGENAAMDE RELIGIEUSE VOLKSKUNDE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ZOOGENAAMDE RELIGIEUSE VOLKSKUNDE.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Zoogenaamde religieuse volkskunde, omdat we van een scheiding tussoben religie, kerk en moraal niet willen weten — zooals het bedrijf der religieuse volkskunde in de laatste jaren veelal eischt. Deze religieuse volkskunde moet wel worden onderscheiden van de psychologie, van de religie en van de „Kircbenkunde". De metbode van de Amerikanen, de z.g. statistische, noch die van Niebergall, de z.g. typeerende, kan ons bekoren. We zoeken dus een andere).

II.

Welke moet de methode van de religieuse vrllc'skunde dan wèl zijn?

Laat ik beginnen met op te merken, 'lat er ook reeds een derde methode bestaat.

Deze derde methode heeft voor ons 'de meeste hekoring, opk al is het waar^ dat we ook üie niet kunnen aanvaarden, zonder een enk^l correctief, zonder te verbeteren, daar, waar we in et haar op het verkeerde pad zouden l'.cmsn.

Ik bedoel de" inductieve methode.

Dat is de methode, die overienkomstige verschijnselen saamvat in een algemeen begrip. Men gaat bij deze methode aldus te weik. Men teekent verschillende soorten van lïlenscb'en, werkelijke menschen met een heusoh bestaan, uit onderscheiden streken. Nu voegt ."neQ zooveel mogelijk het overeenkomstige bijeen. Zoo krijgt men dus een teekening van verschillende soorten van „vroomheid"."

Waar evenwel die vroomheid in haar specifiek karakter, ook haar oorzaJien heeft, daar gaat men uit de historie na, hoe die tyren van vroomheid zijn gegroeid. Welke factoren op haar 'wording hebben ingewerkt.

Zoo kan men ook de typeering der onder.ich'eiden typen aan elkander toetsen, en zien wat mot het oog op ondervinding, bij andere typen opgedaan, bij de teekening van een nieuw type als conclusie gewettigd of verwerpelijk schijnt V'an elke nieuwe teekening geldt bovendien, dat zij tevens weer materiaal levert, om vorige teekeningen te oorrigeeren, zooials licht is te verstaan.

Deze inductieve methode nu h'eüft veel, dat bekoort.

Immers we hebben door haar werkelijk dë tee-, kening van een volksdeel in zijn eigenaardig godsdienstige opvattingen. We zien de voiksreligie. En bovendien begrijpen we hoe juist déze opvatting groeien kon.

Maar toch moet, zooals gezegd, o. i. hier eon correctie taangebracht.

En wel om de volgende redenen

De inductieve methode, zooiaJs ze totnogtoe werd toegepast in den regel, geeft veel gceds, maar telkens weer blijft het onderscheid tussChen de ware en de valsche religie buiten de beschouwing. Tevens wordt al te veel vergeten het echt psychologisch verschijnsel op te merken, dat de mensch' veel eerder geneigd is de leugen, dan de waarheid te accepteeren. Daarbij komt, dat in de methode, zooalp die totnogtoe gewoonlijk wordt toegep, a3i, deze belangrijke fout wordt gemaakt, dat men de karakter-teekening van het volksdeel, en de besch'rij-v: ing van zijn historie laat afhangen van het eerst gevondene, de algemeene typeering. Zco wordt weliswaar een ernstige poging gedaan om' het gevondene te verklaren, maar het gen.^ït's^h wordingsproces van hetgeen als huidige toestand wordt gemerkt, wordt al te Ücht eenzijdig geschetst.

Dat laatste moge door een vJDiOrbeeld duidelijk zijn.

Toen we voor eenige jaren een studie maakten over het godsdienstig leven in Fcie.slands Zuid-Oosthoek, dachten we het brutale ongeloof dat daar heerscht, in zoo menigen kring, toe te moeten schrijven aan de factoren: verwaarloo^ing'door de kerk, en invloed van het ongeloof en net so> .'ialisme, door de zoo slechte maatschappelijke toestanden tol. voor eenige tientallen van jar^n

Maar toen we onze studie verder voortzetten, waren we niet weinig verbaasd, te m'ceten coastateeren, dat de ondergrond van dit rationalisme er een was als bij Hans Denk, ontdaan onder den invloed van mysticisme, dat naar rationalisme overslaat. Wanneer nu van in.^otafaan dë bedoeling slechts was geweest naar een oplossing te zoeken voor de vraag: wat zijn hier de oorzaken van het rationalisme? dan waren we vrij zeker bij het secundaire blijven staan. Door een onafhankelijke psychologisdtie en historiseho studie werden echter elementen gevonden, die anders vrij zéker zouden zijn verwaarloosd. Nu Icon bovendien de eigenaardige neiging tot - lüdividaalisme-bij de godsdienstigen, en het specifieke bij ongeloovigen, tot één oorzaak worden terugsfovoerd.

En het wil me voorkomen, dat fui.^t wij als christenen, of wil men als riaivinisten, met ons nadruk leggen op het genetisoih' wordingsproces der dingen, toch uitgaan van de ged..tchte, dat alles moet medewerken, en dat dan ook ].i e e 1 do historie en heel de volkspsyche in het eigenaardige van de hoofdlijnen moeten worden gekend D'aarora aanvaard ik de inductieve methode met een wijziging in genetischen zin.

Ik zou het liefst spreken van een g e i> e t i s c h-inductieve methode als de onza.

Hoe die dan moet worden toegepast''

Wel m. i. als volgt.

Allereerst heeft de religieuse volkskunde te constateeren den werkelijken toestand. Zoo goed inogelijk worde, bij voorkeur door lenaand, die een bepaalde streek uit de practijk van Let ei[^en leven kent, een teekening gegeven, bij welke de geconstateerde verschijnselen onaer enkele hoofdbegrippen worden saamgevat.

Men heeft dan dus een teekening van de religieuse gesteldheid van het empirisch'gegeven volksdeel, volgens waarnemingen uit het heden.

Nu ga de onderzoeker verier. Hij stelle een nauwkeurig onderzoek in naar de factoren, die op het leven en de geaardheid, sp9ciaa! op de religieuse gesteldheid van zijn volksdeel hebben ingewerkt.

Daartoe is noodig allereerst na te gaan, welke de oorspronkelijke rehgie van dit volk'id^dl was; welke opvatting er door het heiden lom werd geleerd Daarbij komt vanzelf ter spra^ce tot welke nationaliteit, of tot welk ras het volksdeel behoort. Zoo moet dan meteen de algemeen zielkundige constellatie worden geteekend, opfl^t m? n wete hoe straks het christendom, wanneer het bij dit volksdeel komt, den nadruk zal ontvan^^en.

Vervolgens ga hij de historie verder na. 'Wanneer en hoe, door wie en op wellce wijze kwam de reformatie in de streek? Welke invloeden hebben er gewerkt ? Hoe zal die prediking d i e menschen, psychologisch gedacht, beïnvloeden? (^'"oocal bij dit punt is vergelijking met andere resultaten geöischt). Hoe is de historie verder geweest? En wat is er hier doorleefd ?

Zoo krijgt men een onderzoek onafba.ükelijk yan het tot dusver als gegeven van het heden geconstateerd. En zóó kan men uit het gevondene straks zijn resultaten verkrijgen voor de verk'aring vau het heden.

Zoo leeren we de volksreligie kennen. Want kennen wil ook zeggen begrijpen, voorzoov? r mogelijk, én verklaren.

Nu is het verstaanbaar, dat de religiéus'3 volkskunde, aldus beoefend, rekening he.3Jt ie ihouden met wat ik zou willen noemen tweeërlei laag.

Daar is een n a t u u r 1 ij k e on een lx', > 51 o r i-sche laag in elke volksreligie.

„Volksreligie" — wanneer ik dat wcjfd gebruik, dan moet ik even opmerken, dat sommigen nog weer onderscheiden willen tusschen vn-^ksreügie en de religie des volks. Zoo O'.a. Schrijnjn. Maar dat lijkt me gekunsteld. Ik spreek dus' van volksreligif en religie des volks door elkaar.

Welnu daar is in elke volksreligie allereerst de natuurlijke laag.

Daaronder versta ik tweeërlei.

De natuurgrondslag. Rn de naluïiraanleg.

Onder, den natuurgrondslc g begrijp ik dit.

Van huis uit heeft ieder volk een eigen godsdienst. Godsdienstlooze volkeren of 7olk3dö3len bestaan er nu eenmaal niet. Maar niet alleen die oorspronkelijke godsdienst , zal iramer weer zijn invloed doen gelden. Er is meer.

Het ras, de karaktereigenaardigheden van den stam, de invloeden van de streek zullen zich telkens weer doen gelden. Het was niet toevallig, dat juist in het stille Lycus-dal vol van m'ysteri'jn, waar Colosse lag, een eigenaardige dabraönologio ais die, welke het bestaan van de gemeente tildaar bedreigde, kon opkomen.

Op het religieuse leven kunnen verder gebeurtenissen uit een heel ver verleden nog hun invloed doen gelden. Niet alléén in Hiskias' dagen kwam hel voor, dat men afgoderij bedreef met het Nehustan van een Mozes, van voor eeuwen.

Vervolgens zal ook de cultuurleeftijd van bëteekenis zijn. Ik bedoel daarmee dit: gevraagd moet telkens weer, of een volksdeel, dat inen bo& tudeert, naar zijn religieuse karakteristiek eerde'-of later onder den invloed kwam van de nieuwere cultuur.

Deze, en al dergelijke dingen nu vallen onder den natuurgrondslag van een volksdeel. Dat is iets anders dan de natuuraanleg.

Die natuuraanleg staat wel niet geheel los van den natuurgrondslag, maar moet toch afzondërüjlc worden beschouwd.

Onder den natuuraanleg versta ik'"den karakteristieken sterktegraad van de faculteiten van den geest, zooals die bij een bepaald voiiksdoe) worden gevonden. Er zijn volksdeelen, die schier zonder uitzondering bestaan uit mensch'^n bij welke het wilsleven sterk overheerschend is, b'.v. N'u is dat op zichzelf wel niet iets, dat Valt onder den religieusen aanleg, maar toch oefent op de religieuse gesteldheid deze natuuraanleg ^rooten invloed. En daarom, mag ze nooit worden verwaarloosd. Hieronder valt ook b.v. of een volksdeel een sterken drang naar zelfstandigheid kent, of er bepaalde karakteristica overheerschend zijn.

Of er te vinden is wat men ia Schleswig zegt van die uit Ditmarchen: „Die Dltmarch'ens tragen die Nase so höög".

Nu zal het al dadelijk opvall'^n, dat de grens tusschen de natuurlijke laag en de Mstorisohe laag nooit formeel zuiver is te treMten. ,

Immers, wanneer we uitgaan ran de yolkfsdeelen, zooals we die kennen aan het biegia van de ons bekende historie, dan ligt ook ilkfir natuurlijk reeds invloed van de historie, die aan de ons bekende historie voorafging. Maar dat kunnen we niet onder den historischen grondslag rekenen, wijl historie voor ons dat is, wat wij als historie kennen. Dat andere, dat wel door de historie werd bé'invloed of gewrocht, maar zonder dat^ - we het kunnen controleeren, is voor ons: „verschijcsel". En dat rekenen we bij de natuurlijke laag.

Wat onder de historische laag verstaan moet worden, zal licht duidelijk '^ijn. De invloed van de historie, die een volksdeel doormaakte, zal niet onderschat mogen worden

Nu is hier echter een „maar".

In de historie komt het volksdeel iii aanrakmgi mei het christendom. En dat christendom brengt iets, dat in menig opzicht anders js dan datgene.

wat men tot nog toe kende. Het hlrengt in aanrakinc{ met de dingen, die des i're'^stes Gods zijn, en die de natuurlijke mensch niet verstaat, niet „aanneemt".

Dat christendom treedt ook refi.ritiecrond op. Hei werkt in op de volkszede en de volksgewoonfen.

Maar ter anderer zijde wordt ook dat christendom zelf weer door die factoren beïnvloed. En dus moet er een kennen zijn van de factoren, die stremmend werken bij een liepaali voUwdeei oy den gang van het koninkrijk G-ods.

Het is immer noodig hier /eer voorzi'htig te zijn. Vooral wij als christenen willea zoo dikwijls somimige dingen gaarne zien. En dan meenen v/e ze wel eens te zien. Ook daar, waar ze-bij beter kijken toch feitelijk niet woxden gevoad< ^ii. Want, wanneer we op het terrein van de religienso volkskunde komen, dan blijkt onj, dat de invloeden van het dhristendrm, spec'aal van het Calvinisme, in ons land bij lange aa ui? ': zoo sterk geweest zijn, als we wel gaarne .zoudco wenschen.

Terloops zij. opgemerkt, dat op de volksziei in hel algemeen — dat valt feitelijk dus buiten ons artikel, maar we zeggen het tot fechtzeUing van een bewering, die voor eenige laren werd gedaan — ik zeg, dat op de volksziei In het algemeen het Calvinisme zoo goed als geen atem[iel heeft gedrukt. Op de religieuse beschouwing oefende het ongetwijfeld invloed, maar het ro'Jcskarak tor werd door het Calvinisme slechts voor een minimaal deel geteekend. En dat nog in zooverie er van een volkskarakter bij ons Nederlasudsche volk kan sprake zijn. Want het is een vrij bedenkelijke poging tot generaliseeren, wanneer men spreekt van „de Nederlandsche volksziei".

Nu heeft de religieuse volkskimde, zal ze recht worden beoefend, immer de scheidingslijn tusschen de tweeërlei religie, de ware en •is'valsehe, zuiver te trekken. Het klinkt wel mooi, orn op liet moderne voetspoor zoo wat te schildjre.n een vroomheid met een eigen cachet, zoo te spreken van een vroomheid, die naar fatalistische motieven is gevormd, of van een vroomheid, die in eerbied voor de vaderlijke overlevering, het (mtzag voor do natuurkrachten, zooals ze door het heidendom werden gesymboliseerd, nog iltïi Itcog houdt. Men moge al met naïve bewondering voor het naïve vroomheidsgevoel zich •geneigd gsvoelen, dat oude te cultiveeren — voor ons blijft de waarheid, ons door God geopenbaard, de kenbron van Ie v/aarheid, en elk geloof, dat zich richt op andere doeleinden dan daarheen, is valseh. En elke religie, die niet de vreeze Gods tot inhoud lieeft, is er eene, die niet den naam van de , , wAs: e" dragen mag

Maar dat beteekent dan ook, dat de religiouse volkskunde een taaie heeft v o O' r ons besef in het aangeven van datgene, wat tot oip dil oogenMik nog niet aan het ideaal beantwoo-dt. Dat zij heeft te teekenen de gebreken van datgene, wat aan religie in de volksdeelen leeft. Dat zij in verband met den eigen aanleg van dat •'"olksdeel ook heeft te wijzen de middelen en wewen.. door en langs welke de medicatie van het gebrBkMja moe!" geschieden.

Zóó heeft de religieuse volkskaride inderdaad een zeer belangrijke taak.

Een taak, ook in verband met' de wetenschappelijke beoefening der theologie

We hopen over eenigen tijd '.^Ider.s ir; stast te zijn deze gedachten wat breeder en wetenschappelijk gedocumenteerd uiteen te zetten — ma, ar nu reeds merken we op, dat in een tijd, in dewelke gelukkig allerwegen onder de mannen vau Gereformeerde wetenschap de oogen opea gaan voor het organisch karakter van de openbiring Gods, het tocli wel niet anders kan, of men moet ook de werking van den Geest Gois en van hét Woord Gods organisch zien voor onzen tijd. Waar nu echter de wetenschappelijke beoefening vvm ae ambtelijke vakken der theologie bedoelt | rediking, catechese en zielzorg tot voorwerp van wetenschappelijke studie te maken — hoe kan, bij < '? n organische opvatting der dingen, het dan and°i-s of ook de objecten van den ambtelijken arbeid moeten bestudeerd en gekend. Dat wil dus i^eg^en, dat men ook de psychologie, speciaal de psychologie van de religie invoert, met de aan diZQ vakken te ontleenen „Satze", maar dat men ook zeer speciaal zijn aandacht wijdt aan de religieuse volkskunde.

Immers hoe zal men zaad zaa'ien in een akker, dier men niet kent?

Nu kan men wel met een genjeeaplai+s zeggen: ja, maar we hebhen altijd weer te doen met zondige menschen, die alleen in het bloed vaa .Tor.js Christus kunnen zalig worden. Dat is natuurlijk waar. En de zielkundige kwesties mi"^; ^3Q norit voo; -ons bewustzijn het hoogste worden, .noch m, ag de religieuse • volkskunde het eenige zijh.

Maar wat zou men zeggen, van een boer, die zei: het aardrijk zal doornen on distelen voortbrengen Dus ik ken den grond. En of ik nu op Heigrond of dalgrond, op wit stuifzand of op veenbodem m'n producten teel, 't is v: "> or mij een kwestie van mesten, ploegen en zaaien', God moef toch den wasdom geven. Die boer zou wel spoedig op zwart zaad zitten. En hij zon het verdiend hebben.

Zoo ook mag de ambtelijke arbeid uioh niet met een paar gemeenplaatsen, hoe juist hun inho> ad overigens ook zij, van den arbeid op de hoogte denken. De akker des geestelijken irireas moet gekend. De „arbeider in den wijngaard des Heeren" . heeft te weten, welke de bodem is op welken hij werken moet; welke de onkruidsooi'ten zijn, die op het hoekje, dat hem ter bearbeiding werd aangewezen, het weligst tieren; hij moet niet maar preeken voor menschen, maar jiiist voor z ij n menschen; hij moet maar niet wat „jongelui wat ieeren", neen hij moet door de catechesï juist de jeugd zijner gemeente, brengen tot het v iledig' lidm^aatschap der gemeente Ch'risti; en wat h!ij aan fouten in zijn omgeving heeft leeren kennen èn begdjpen, , dat kan hij juist met tact en ivijsh'eid bii' de jeugd langzaam , , wegwerken".

Maar de religieuse volkskunde moet hem èn de methode van werken èn de materiëele gsgevens leveren.

Zoo belooft de beoefening van de religieuse volks., kunde ook een reformatie van de st'idie van de „ambtelijke vakken" in het tfcolog^isch organisme. Alleen maar.... •

Niet zooals de Duitsche school van Ürews en Schian, of liever nog, zooals Niebergall het wil.

Niebergall stelt zich op het standpun* van Ka bisch.

„Religion dst lehrbar", .''.ei dez^ laatste. En de moderne theologie van Niebergall - zegt het na.

Religie kan geleerd worden — daarvm willen we niet weten.

Maar wèl gelooven we, dat God' steeds weer organisch werkt. En voor dat i)rganische werken gebruikt Hij menschen. Maar dan raen.schen, die niel uitgaan van de mechanische idej, alsof alle leven ware irigericht als een schabloon-étalage. Maar zóó, dat ook die menschen i, 8grijp.? n, dat ze te doen hebben met uitingen van de reelrervige wijsheid Gods. Gereformeerd, elk op eigea wijze. Opdat ze ook en juist door den .imbtelijken arbeid al meer gereformeerd zonden worden.

Gereformeerd — weer niet naar een schabloon.

Maar zóó, dat het eigendommehjke vaa elk volksdeel zou uitkomen. En mee zou werken, dat de menschheid vertoone het beeld Gols

Veelvuldige wijsheid, veelvervige wijsheid Gods kan zóó ook, 'kan juist zóó uitkomen in zijn geïnstitueerde kerk op aarde.

Eén van formatie, van kerkverband.

Maar gereformeerd, en dus ook in oneindige verscheidenheid van uitinQ; on belevinig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

DE ZOOGENAAMDE RELIGIEUSE VOLKSKUNDE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's