GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Ned. Bond van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag en de Rijkssubsidie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Ned. Bond van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag en de Rijkssubsidie.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inhoud eerste ar tik e]. De stand van zaken werd nagegaan, waaruit bleek, dat zeer eigenaardig ïn Bondsorgaan en Bondsbestuur, in casu door de betrokkenen, schijnt gehandeld te zijn met de uitspraak van den Nijmeegschen Bondsdag, die geen uitspraak, door welke omstandigheden dan ook, gedaan heeft, maar die duidelijk gemanifesteer'd heeft, hoe in den BOnd over Overheidssteun gedacht werd. Inhoud tweede artikel. Wij moeten met beginselen zuinig zijn. Dit blijkt uit ons Anti-revolutionaire partijleven. Toch kan geconstateerd worden, dat de meening vaststaat buiten den Bond en in den Bond, dat beperking van Staatsbemoeiing en krachtiger doorwerken van het particulier initiatief eisch onzer beginselen is. Ook in het „Geref. Jongelingsblad" is dit zeer sterk gepropageerd.

III.

De principle e Ie kant der kwestie. (II) Zoo hebben wij in ons vorig artikel dan gezien, dat in het Bondsorgaan bij herhaling oip dit aambeeld is geslagen: het subsidiebedrag n. 1. 'voor de j eugdorganisafties, moet van de begrooting verdwijnen. Dat was de weg. En elke andere weg was „peuterwerk". De redenen daartoe waren: de bezuiniging, : die in 's Lands financiën moet doorgevoerd woerden, maar vooral de bestrijding van de ernstige ziekte, I waaraan sinds jaren ons publieke leven steeds meer ging lijden: de .Sta, atsbemoeiïng. De strijd gaat er om: vóór het 4Darticuiier initiatief, tegen Staatsbe-•moeiïng.

Mag de Staat, en nu gaan wij dit vraagstuk' FVerder onder den zien, den V e r e e n i g i n g s-I arbeid (onzeai Vereenigingsarbeid) steunen? ": ; Daarop antwoordt Mr v. Haeringen, de Secretaris van den Centralen Jeugdraad, in zijn referaat .„Overheid en Vereeniging'sleven'", gehouden op' den Nijmeegschen Bondsdag 1921, bevestigend onder het stellen van een tweetal voori^-, \yaarden:

1e. de Vereenigingsarbeid zal moeten bevatten opvoedingselementen, die aijgedacht van den godsdienstigen bodem, waarop ze steunen, en van den godsdienstigen' adem, waarvan ze zijn doortrokken, uit een oogpunt van volksopvoeding algemeen van beteekenis worden geacht;

2. de steun moet noodig zijn. Zoolang het particulier initiatief zichzelf redden kan, moet hulp achterwege blijven.

Dat de .arbeid onzer Jeugdvereenigingen il)eteekeuis heeft voer het leven in de maatscltappij' en in den staat, zal door iedereen erkend worden. Terecht zegt Mr V. Haeringen, "dat de Bond altoos zijn ideaal scherp belijnd heeft als bekfwaammaking' voor het volgend leven.

Daarbij heeft lechter de staat zich ie beperken tot ondersteuning van datgene, wat volgens de heers chende zede. en de alg'emeene op-V a 11 i n g d e V o 1K s o n t w i k k e 1 i n g t e n g O' e d e komt, gelijk Mr v. Haeringen verder poneert.

Wordt hier geredeneerd , uit een oogpunt van Christelijko Sta, atkunde, waarop het referaat van Mr v. H. loch gebouwd is, gelijk zijn eigen woorden luiden, of uit het 'Oogpunt van den zoogenaamden neutralen Staat ? Zoo vrag'en wij. Wat maakt soms de heerscliende z.ede, wat ; maakt soms de algemeene opvatting niet , nit, a, ls de volksontwikkeling ten goede komend! De Liberialen meenden en meenen nog voor een deel, dal naar de heerschende zede en de algemeene opvatting de bijzondere school niet aan de volksontwikkeling^ ten goede kwam'^f komt. Wat wordt in Rusland uitgemaakt als de volksontwikkeling ten (goede fcomlend! Op'dit standpunt staande, wisselen de m'eeningen telkens, missen we alle vast uitgangspunt. Tlbians zal de arbeid van onze Vereeniging en van onzen Bond volgens de heerschende zede en de algiöm'eene opvatting (dat wooi'd „a, lgemeene" dan nog zeer eigenaardig opgevat!) aan de volksontwikkeling ten goede komen. Als Troelstra met de liberalen van een zekfer soort achter de groene tafel zit, [hoe zal dan het oordeel luiden ? 'k Weet bet niet, imia; ar van de !f 42.500 op de begrooting vian 1923 voorkbtoende (p'ost 197), zal ook wel een deel toebedlacht zijn of worden aan dei Sociaal-demloeratische Jeugdorganisaties. Moiet hier hetzelfde criterium gesteld worden? Men gevoelt toch, in welke moeilijkheden men komt, wanneer men de wensdhielijldieid van Staatssteun beperkt tot datgene, wat volgens de hieerschende zede en de algemeene opvatting der volksontwikkeling ten goede komt Mijn Jgevoelen is, dat de Christelijke Staatkunde andere criteria (hieeft aan te leggen 'dan de twee hiergenoemde. En ook de zoogenaamd© neutrale staat komt voor onoplosbare moeilij'kheden te staan met deze twee zaken: de heerschende zede en de algemeene opvatting.

Toegegeven echter, dat onze Jeugdvereenigingen en onze Bond, wiaiax zij bekwaam miaken voor het volgend leven, ook in staat en m, aatsGh'appij, een algemeen belang' vertegenwoordigen. K, an dit dan zonder meer de grond zijn voor Overheidssteun? Wat is dan aldus geredeneerd geen algemeen belang? Terecht is opgem-erkt, dat Groen van Prinsterer, over het algemeen belang als grond voor StaatsbemOeiïng sprekende, zeide;

„Op deze wijze is niets aan de regeling van den alvermogenden Staat onttrokken, en zoli men namens het algemeen belang kunnen reglementeeren ook in onze huizen. Het is voorzeker een-algemeen belang, dat in elke woning een welingerichte huishouding zij."

Vertegenwoordigen bijv. onze Gereformeerde Kerken ook geen algemeen, geen groiot belang? Zijn zij niet van groote beteekenis voor den staat en de miaatschappij ? Levert echter dit belang een grond op voor Overheidssteun voor onze Gerefoirmeerde Kerken, voor 'subsidie? Wij hebben de zilveren koorde idoorgesneden. En dat is onze eere. En 't is nog een algemeen geldend beginsel in onze kerken: geen Sta.atssubsidie! Kunnen dan op grond van dit algemeen belang onze Kiesvereenigingen en Propagandarclubs, „Patrimonium" en de andere bonden ook niet voor dezexi Overheidssteun in aanmerking komen ? ^

Da, arbij komt nog een andere zaak. Onze V e r-e e n i g i n g e n dragen een g e e s ^ e 1 ij k - z e d e-lijk karakter. Terecht zegt Mr v. Haeringen in zijn referaat:

„Uw arbeid vindt zijn oorsprong in het geloofsleven en is daaraan onafscheidelijk verbonden en draagt eene vrucht in de eerste plaats, naar de ervaring leerde, en wij ook voor de toekomst hopen, voor het geloofsleven."

En verder:

„Het onderricht in de belijdenis en den overigen religieusen arbeid der J. V. kan de Staat in geen voiMi steunen. Wel ligt hier het hart van uw arbeid, doch juist dit intiemste en teerste kleinood vindt geenszins algemeene waardee237 ring. (Let wel!) Daarom mag te dien opzichte de overheid niet kiezen of oordeelen, omdat zulks strijden zou met de van haar op het gebied van den godsdienst geëischte objectiviteit, en bovendien, omdat ze hiertoe de bevoegdheid mist." (Let ook op deze woorden!)

Goed, het hart van onzen arbeid ligt dus in het doen kennen en belijden van beginselen. Dat is het wel omschreven doel. Geestelijk' en zedelijk is het karakter van iden arbeid, die verricht wordt. En zeer zeker, dat werk is een steun voor het gezag, wiant 't „vreest God", wordt vooral ook in de practijk door het: „eert den Koning" gevolgd. En een zegen werpt dit werk af voor de maatschappij, want waar voor geestelijke normen wordt gebogen, daar voert het besef van eigen verantwoordelij'kheid tot nauwgezette plichtsbetrachting'. Maar niet o m dien steun, zoo 'merict de heer Ei. Visser in zijn brochure „Geen Staatssubsidie" op, niet om-dien steun voor het gezag of dien zegen voor de maatschappij is het' te doen. Het is te doen om de Gereform'eerde beginselen, die om Godswille mjoeten worden gekend en beleden. Niet aan staat ien maatschiappdj, maar aan Doop en Belijdenis wordt het motief van onzen arbeid ontleend. Daarom hiebben onze Vereenigingen altijd een band erkend met de ouders en met de kerk, uitkomende in ouderlijk en kerkelijk toezicht. Mlaar niet van den staat! En waar de arbeid onzer Vereenigingen daarin culmineert, en de Bond voor dien arbeid dienstbaar heeft te zijn, en dit standpunt nog niet verlaten is, maar als onze groote Bondsidée geha.ndbaaM is tot op onzen tijd toe, zijn wij van meening, dat Staatsbem'oeiïng op dit terrein behoort weerstaian te worden.

Ook dan nog, wanneer de Vereenigjingsarbieid opvoedingsc'le)n'enten bevat, die afgedacht van den godsdienstigen bodem, waarop ze steunen, en van den godsdienstigen adem, waarvan ze zijn doortrokken, uit een oogpunt van volksopvoeding algemeen van beteekenis worden gteacht, is, ook op het standpunt van Mr v. Haeringen, Overheidssteun nog niet noodzakelij k.

Immers, in zijn referaat, reeds eenige malen genoemd, zegt hij verder, na den Overheidssteun op grond van het algemeen belang bepleit te hebh'en:

„Nu heeft de Staat de vrije maatschappelijke krachten te eerbiedigen, ook wanneer deze zich ontv.dkkelen op het gebied der opvoeding, doch daarnaast heeft de Staat tot taak het zijns inziens waardevolle voor volksopvoeding en volksontwikkeling, indien zulks noodig, te steunen of tot meerdere ontwilckeling te brengen."

Eenige regels Vierder betoogt! gaande: jï, in deze lijn vcort-

„De tweede voorwaarde, onder welke overheidssteun alleen kan worden verleend, is hierin gelegen, dat die steun noodig anoet zijn. Zoolang het particulier initiatief zichzelf redden kan, moet hulp achtei'wege blijven."

Dat de Overheid geroepen is, bij ontstentenis van veerkracht bij de hmigerij, in vele gevallen de helpende hand te bieden_j zal door ons niet weersproken worden.

Harer is de taaie het recht te handhaven. Harer is de taak om de natuurlijke eenheid in den staat in stand te houden, en dies den onderdanen op te leggen persoonlijke en geldelijke lasten, opdat die eenheid blijve of zich krachtiger openbare.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

De Ned. Bond van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag en de Rijkssubsidie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's