GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Privaat of Communaal bezit.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Privaat of Communaal bezit.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Socialisatie of Bedrijfs orgnisatie.

(Slot.)

De bespreking van de eigendomsvraag is in het vorige axtik'el beëindigd. Wij zijn tot de conclusie gekomen, dat in de oorspronkelijke scheppingsordinantie ligt de harmtonie tusschen het persoonlijke en g'eme'enscha.pp'elijkte, en dat bet ons streven moet zijn die harmonie, welke door de zonde' verstO'Ord werd, zooveel miogelijk te herstellen. Wa'rmeer dit nu kon geschieden door den een of anderen vorm van socialisatie, zouden wij ons tegenover dezen weg niet allee'U niet mogen verzetten, maar dit middel met vreug'de moeten aangrijpen en verdedigen. Alles wat op de rechte manier gedaan wordt tot herwirmen van het evenwicht moet in ons w, arme pleitbezorgers vinden, omdat dit evenwicht van Godswege geboden, en voor den socialen vrede onontbeerlijk is. Daarom' mag de socialisatiegedachte niet bestreden met dit argument, dat God bet privaat-bezit heeft ingesteld, en dat hieraan niet mag' getornd, doch moeten tegen dit „ideaal" gansch andere bezwaren ingebracht. Ik' noemde die aan de hand van Mr Gerbrandy's referaat reeds in de eerste artikelen, doch wil ze hier even samenvatten. De verwerktelijking van de idee der socialisatie', zooals de socialisten willen, is onmogelijk', omdat in de eerste plaats de zonde, het egoïsme, de geneigdheid tot haat in het menschenhart deze' werkelijkheid vierkant in den weg staat. Zij is ook' onuitvoerbaar, omdat zij niet is tot stand te brengen, en de stand van het bedrijfsleven dit niet toestaat. Zij is voo^rts voor ons niet aannemelijk', omdat in dit stelsel de macht

van de productie en distributie komt in de handen v.an den staat, waarvan de gevolgen al zeer slecht zijn. Immers, krijgt de „gemeenschap" de macht, dan worden, en dit heeft de practijk; bewezen, de fouten, die aan de productie en distributie kleven, grooter en de correctie moeilijker. Wij krijgen dan tevens een aïn'btenaarsregime, WSLÜÏ-' naar niemand verlangt, en het gevaar van politieke conflicten vermeerdert bij den dag'. Voorts zal bij dat stelsel het persoonlijk' initiatief en het persoonlijk verantwoordelijkheidsbesef afnemen, en het individueele op bedenkelijke wijze worden geknot. Ten vierde wordt de beroepskeuze beperkt en de economische vrijheid geknecht. Vervolgens zal er te geringe kapitaalvorming zijn tot uübreiding van de productie, en bovenal tot allerlei werk in Gods koninkrijk, terwijl eindelijk door dat alles de geestelijke en zedelijke vrijheden ongetwijfeld in 't gedrang komen.

Meer zal ik er niet van zeggen.

De socialisatie-droom is eigenlijk al lang uit. De socialisten reppen er niet meer van, en wanneer ik nogi breeder deze dingen besprak, zou het den schijn hebben, dat ik tegen windmolens vecht. Wel vraagt een ander punt onze aandacht, n.l. welk stelsel wij tegenover de socialisatiegadachte stellen. Hierover handelt Mr Gerbrandy in het tweede deel van zijn genoemd referaat, en dit onderwerp hoop ik later uitvoerig te bespreken.

In dit artikel wil ik alleen even ter sprake brengen de groote vraag, O'f er wel. ©en ergien christelijk stelsel voor deze dingen in het bijzonder en voor het maatschappelijk leven in bet algemeen mogelijk is. Ik doe dat in nauw verband met en naar aanleiding van de rede, die de beer S ra' e e n k op de veertigste jaarvergadering van „Patrimonium" gehouden heeft over „De waan van den dag". Van die interessante rede laat ik' hier een uittreksel volgen:

Stelsels 'koirren, en stelsels gaan, aldus spreker •' • Wij zien dat in de laatste jaren, want hoe luide - werd de socialisatie-leus aangeheven. Nieuw was ze niet, want Marx heeft ze reeds gepropageerd, en poogde ze langs lijnen van geleidelijkheid te realiseeren. Echter ook de revolutionaire gedachte onder socialistische maatschappij', door middel van de dictatuur te vestigen ligt in het Marxisme. Doen ; de gebeurtenissen van 1918 werd echter de leer van de geleidelijke ontwikkeling qp den achtergrond gedrongen, oim'dat naar het heette, het moderne 'kapitalism'e absoluut had gefaald. Deze , , waan van de ndag" scheen ook in christelijken kring niel geheel zonder invloed te blijven. Ook door som-•migen daar werd geroepen olm een indrukwekkende, betoo^^erende leus. Echter — de waan vervloog. De hooggestemde verwachtingen werden niet vervuld. De Duitsche socialistische literatuur vertelt thans, dat het stelsel moest mislukken, ofmdat in den kring der soc.-dem. de geestelijk-zedelijke opvoeding van het volk was verwaarloosd. Anderen voegen daarbij', dat het wel wat lichtzinnig was om te 'meen en, dat een maatschappij' met eeuwenoude ontwikkeling zoo maar op' korten termijn zou kunnen worden omgezet. Weer anderen betoogden, dat de sterke gebondenheid der socialisatie eigenlijk behoort tot een voorbije phase in de mtenschelijfco ontwikkeling. Het vrije bedrijfsleven staat, oiok volgens hen, veel hooger dan de gebondenheid dei socialisatie.

Uit dien zelfden kring is afkomstig de gedachte dat de piroductie geleidelijk maar toih in. vrij snel tempo, ten deele zou kunnen worden gesocialiseerd onder leiding van publiekrechtelijke lichamen. Op' deze gedachte is echter uit den socialist!' schen 'kring zelf in Duitschland een vernietigende critie'k geoefend. Spr. wijst op' de uitingen in de Soziaiistische Mouatshofte". D'ie „gedeelteUjfce socialisatie" schept elemtenten van onzekerheid, bedengelijk voor de kapitaalvorming en de ontplooiing der energie. Oo'k vreest men voor een déhacle oi: der die omstandigheden van het gesocialiseerd • bedrijf.

Zoo is elders de waan, die gedurende eenige jaren velen bekoorde, volkomen vernietigd.

Maar ook in ons eigen land is de geestdrift voor do na-oorlog: s-leus bekoeld. Er is critische nuchterheid gekomen. Spr. toont dit aan uit v. d. Teiupel's geschrift: De problemen der socialisatie. - Volgens dezen is het gesocialiseerd bedrijf onderworpen aan dezelfde wetten als het kapitalistisch bedrijf. Grootere behoeften-bevrediging is ook niet te verwachten van het gemeenschapsbedrijf; alth.ons de heer v. d. Tempel durft daarvan de verzekering niet te geven.

Nu is stellig niet in het algemieen het gemeenschapsbedrijf minderwaardig te achten aan het pr; rticulier bedrijf. Dat het tot grootere productie leiden zal, is evenwel op meer daa één grona niet waarschijnlijk te achten. Reeds zij'n organisatie doet het overheidsbedrijf soms, vooral ~ wanneer het zich buiten het terrein der monopolies bev.'eegt, achterstaan bij het particulier bedrijf. Ook ontbreekt aan den door den heer v. d. Tempel voorgestanen bedrijfsvoriu' in sterke mate de prikkel vaü het eigenbelang, hoezeer 't ook op dezelfde grondslagen van rendabiliteit en winst zal zijn gevestigd als het particuliere bedrijf.

Zoo heeft dus ptactisch de leus der socialisatie voor de 'komende jaren geen beteekenis meer, al kunnen er omstandigheden zijn, waarin de Overheid, ook buiten het gebied der monopolies een taak heeft te ver\Tillen.

Er is i|og mfeer, dat in de laatste jaren een waan gebleken is.

Daartoe behoort ook de pretentie der moderne beweging, dat zij in de toekomst oorlogen voorkomen zou.

Geheel onschtüdig zijn deze leuzen echter nii't geweest, omdat er door is ontstaan een ov-? r-ïv; hatien van eigen kracht, leen vooruitgrijpen, een leven onder de bekoring van p'as verm'orven macht, waardooi' de nuchtere blik op de economische werkelijkheid en bovenal besef van verantwaoP delijkheid werd geschaad.

Daardoor zijn leidende groepen der bevolkiuff gekomen weer in een anderen Waan.

De vrijheid wordt als betooverende leus weer aangeheven; zij herinnert ons aan de tweede helft 18de eeuw. der

Valsche wijsbegeerte heeft toen grooten invloed geoefend, waardoor de eenvoudigheid van hgt evangelie werd verloochend. De economische verhoudingen uit het laatst der 18e eeuw deden de vrijheidsleus steun en ingang vinden over het volk. De reactie van dezen tijd vindt evenzeer steun en kracht uit de fouten, die ook in de laatste jaren door de sociale beweging in meer dan één land zijn gemaakt.

Toch m; oet ook thans tegen betoovering van die leus worden gewaakt.

De organisatiebanden, die het qptreden van den vrijen persoon belemtaeren, wil men doen vervallen. Hoogstens mag de Overheid optreden tegen sterke excessen.

We mogen ons echter door deze gedachte niet laten bevangen.

Vrijheid zou alleen ten volle een zegen zijn in een w^ereld zonder zonde.

Op grond der christelijke beginselen moet de absolute vrij'heidsleus worden veroordeeld. Het christendom 'kent geen vrijheid zonder meer, ook niet voor de maatschappij en het economisch leven. Zeker, de geestelij'ke sfeer vraagt vrij'heid van uiterlijken dwang, omdat daar alleen is de relatie tusschen God en de ziel. Ook de kerk behoeft vrijheid van alle aardsche macht voor haai' ontplooiing naar eigen levenswet. In de lagere sfeer van het maatschappelijk handelen kan het echter niet op dezelfde wijs. Daar is noiodig vrijheid door gebondenheid, ordening, regeling, terugdringen van de mlacht van het kwaad door optreden der Overheid. Christenen kunnen nooit meenen, dat alleen door zedelijke middelen de goede verhoudingen kunnen woorden bereid. Zoolang de zonde heerscht 'kan dat niet. Bovendien —• de gedachte van de zeer bepier'kte overheidstaak vindt noch in Schrift, noch in historie eenigen steun. Tot afwering van excessen alleen kan de overheid zich niet beperken. Zij heeft ook het volksleven te helpen leiden tot hooger peil.

Werd thans aan de absolute vrijheidsp'rediking gehoor gegeven, dan zou dat beteékenen welvaartsvernietiging voor onze maatschappij, erger dan docT den oorlog is geschied. Maar het zal niet 'mogelij'k zijn het rad der historie een eeuw terug te zetten, hoezeer ook in het naaste verleden in de sociale ontwikkeling elementen liggen, die de opgekomen reactie verklaarbaar maken.

Tegenover de een waan gebleken stelsels voor hel 'maatschappijieven, kunnen v/ij geen ander , , Stelsel" pilaatsen. We zouden daarmede tegen de christelij'ke beginselen ingaan.

De Godsopenbaring in de. Schrift is wel afgesloten, maar - in natuur en historie gaat zij voort. Daarom' zal het maatschappijleven ons telkens nieuwe toestanden en verhoudingen-doen zien.

waarop ons starre s t s 1 s e 1 niet zou kloppen.

Wij 'kennen beginselen, die naar behoefte van den tijd dienen te worden toegepast. Recht, , gerechtigheid en liefde moeten worden betracht, hoe ook de toestanden mogen veranderen en staat en maatschappij van gedaante mogen wisselen.

Wij zien in de historie de organisatorische lijn.

Die het niiaatschappijleven naar Gods wil blijkbaar beheerscht.

De organisatie der sociale groepen is sterker geworden; haar sociaal-economische kracht is vergroot. Daardoor kan het zelfdoen meer en meer op den voorgrond fcomlen, al blijkt er een groote taak voor-de Overheid. Dat is de kennelijke opienbaxingsgedachte in de geschiedenis van den laatsten laatst en tijd; dat is de lijn waarin wijl hebben te werken.

Dat geeft vastheid in onzen gang; .

In die groote beweging heeft „Patrimonium" de taak omi tot een zegen te zijn voor het volk, , door de ontwikkeling van het leven christelijk te beïnvloeden, niet door getal, maar door de eeuwige beginselen, die wij belijden, daarbij steunend op het proifetisch woord, dat zeer vast is.

üp de rede in h, aar geheel ga ik' niet in.

Het is mij lalleen te doien lOm het eene punt, ol wij niet bij miachte zijn een stelsel te geven. Nu ktomt 'hier lalles aan op de vraag, wat wij onder een stelsel verstaan. Is een stelsel VOOÏ ons een beschouwing vian het maatschappelij'k' leven en een religieus-^ethische opvatting van het sociale vraagstuk, dan is er zeer zeker een stelsel mogelijk'. Dan is het stelsel niets anders dan de sa am vergadering van onze christelijk'-sociale beginselen, en het uitgewerkte systeem van iie gedachten, die Gods AVoord biedt. Maa, r verstaat mten onder stelsel een bepaalde constructie van het maatschappijleven en van de economische verhoudingen, dan heeft m.i. de heer S m e e n k volkomen gelijk. De Schrift geeft geen miaatschappijvorm. Zij zegt niet hoe praotisch de organisatie in al haar geledingen zijn moet, en spreekt zich b.v. over bedrijfsorganisatie of vakorganisatie niet uit. Dat laat zij aan het zich veelvuldig vervormende leven over. Wel bevat zij de grondbeginselen, die voor het sociale leven gelden, en geeft zij de lijnen aan, waarin dit leven mioet geslierd, maar verder gaat zij niet. Evenmin aJs zij op politiek terrein kiest voor den mQnarcha.l€n en tegen den republikeinschen regeeringsvorm, dringt ze ons op maatschap-' pelijk gebied een keurslijf op, waarin het leven zou verstijven en verkwijnen. Maar ze zegt ons wel, dat iedere maatschappijvorm van tevoren ten doode gedoemd is, wanneer niet de vreeze des Heeren het beginsel van alles is. Ook hier moet Christus het middelpunt zijn. Hij is de Middelaaj.^der algemeeine: en der, bijzondere genade.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Privaat of Communaal bezit.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's