GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar Kerstfeest.

„....Sint-Pieter kwam in den nacht thuis. Hjj haastte zich om licht aan te steken en zijn schrijfgerei voor den dag te halen. En terwijl de muggen om het licht dansten en hem naar hartelust op zijn voorhoofd staken, wierp hij het cene stuk na het andere van de rol in de oude kachel.

Tenslotte was er niet meer over dan een reep zoo hrced als een hand ongeveer. Sint-Pieter streek het stuk glad met de hand en scheen voldaan. Bovenaan stond er met groote letters:

ONTWERP VOOR TIEN NIEUWE GEBODEN.

Het ontwerp was niet Idaar, er ontbraken nog vier gebieden. Met een tevreden glimlach las Sint-Pieter de zes over. Toen doopte hij de veeren pen in den horen en schreef er met sierlijke krullen onder:

HET ZEVENDE GEBOD. GIJ ZULT GEEN THEOLOOG ZIJN...."

Deze passage üit „Het Gulden Evangelie" van Gabriel Scott (uitg. W. de Haan, Utr., bl. 208), schijnt onze tegenwoordige wereld üit het hart gegrepen. Naarmate het echte zevende gebod al meer met voeten getreden wordl, komt de behoefte aan zulk een namaakzevende-gebod te krachtiger op.

En, zulk een algeheel verbod van theologie komt misschien nooit sterker naar voren dan biji de nadering van het door theologen geïmporteerde Kerstfeest.

Want al wat in het Kerstfeest „klassiek" is, (om maar niet eens „christelijk" te zeggen), het moet in den ban.

Weet men nog wel wat klassiek is?

Men mag er aan twijfelen.

Een zekere heer, die, als ik het knakworst-hiëroglief, dat zijn naam inleidt, goed begrijp, Goppens heet, heeft voor het hooggeroemde margarine-product, dat den naam „Blue Band" draagt, een advertentie-teekening gemaakt. Het thema is zoo: „Vrouwe Justitia is geblinddoekt, opdat zij onpartijdig uitspraak zal doen." Klappa, Jurgens' Solo, Buk, het zal allemaal natuurlijk in het niet verzinken bij Blue Band. En nu is „vrouwe Justitia" er bij gesleept. Die naam is klassiek, en do voorstelling is het ook altijd geweest. Justitia, de Gerechtigheid, .... wie kent het beeld niet, strenig van lijn, sober van vorm, rustig in kalme zekerheid? Maar de Blue-Bandelingen maken van „Vrouwe Justitia" een 20e-eeuwsche dame, met afgrijselijk kapsel, donkere lippen, zwaar décolleté, en een voor .het bal nog te luchtig kleedje aan. En in de plaats van het bekende symbool van: de weegschaal in de eene, en het zwaard in de andere hand, ziet ge hier een saamnijpen der vingers als bij coquette zenuwdemonstraties hoort: en dan twee vreemde heerenhanden, die margarine-klontjes het rozeroiode mondje induwen willen, zeggende: Vrouwe Justitia, lik. Wie wint het, de man van Buk, Klappa, Jurgens' Solo of Blue Band?

De heer Coppens kan u door deze kleinigheid leeren, wat het zeggen wil: het klassieke te vermoorden en hetgeen oud was en eerwaardig te banaliseeren door modem gelummel.

En de heer Coppens heeft gezelschap.

De stijl der Blue-Banders is tot wet verheven.

En behalve de goden en godinnen der Grieken heeft ook do Christus der Schriften onder deze moderniseering' te lijden.

Ook het Kerstfeest zal weer geprostitueerd worden. C. E. HCooykaas) heeft vruchteloos geprotesteerd, verleden jaar, tegen het z.g. „Kerstnummer" van een bekend weekblad, dat hij wel goed, maar dan toch ook vcr-duivel-d goed vond, d.w.z. hij vond, dat het meer op duiveldienst dan op Christendom leek; zelfs de duivel kon met de kerstnummers van de groote bladen vi'ude hebben, aangezien de Christus-gedachte er grondig in vermoord was.

Het aantal van die Kerstnummers groeit met het jaar: ook nu is het Kerstfeest begraven onder punch, liefde en verliefdheid. Haast begint, men met de krib en den stal en de herders om, na deze legendarische dingen te eindigen in whisky-soda, bar en soos.

En in het allergunstigste geval wordt het thema wat naar den artistieken kant in betaalde copie-op-bestelling, uitgewerkt, ongeveer a la Wies Moens (Wies is een man hier):

Knapen en meidekens gaan, reizend met de ster, dragen bonte sjaals, oude soldatenmutsen, zingen hUn deuntjes van huis tot huis.

Worden verwacht alom in de wondernacht roze [borelingskens, witte luiers opeijgestreken, wit als de sneeuw: ^ K e r s k 1 o k k e n w ij d ik voor allen met chrisma bereid aan je mond!

En de Vlaamsche ontkerstening van het Kerstfeest gaat in de litteratuur onverhinderd verder. Ja, onverhinderd. Dit woord, „onverhinderd", zijnde het laatste woord van het laatste vers van het laatste hoofdstuk van het laatste boek van Lucas, den schrijver van Evangelie en Handelingen, is meermalen d e tekst voor een hooggestemd loflied op den doorgaanden invloed der christianiseering zelfs in paganistisch Rome geweest. Het zij óók eens de tekst voor een bedrukte klacht over de verpaganiseering in christenland, niet het minst om en de bij Kerstfeest. Stijn Streuvels geeft zijn kerst-Idndeke een sproke-kleed en de luxe-exemplaren vinden hun weg wel. En Malvina's aandoenlijke Kerstdagen verheugen, gereformeerde harten en andere daartoe. Maar wie het christelijk publiek het Kerstverhaal zou willen geven in schoenen maar historisch-dogmatischen vorm, hem wordt gevraagd: hebt u altemet ook een roman in copie? Dat zijn Calvini aandoenlijke Kerstdagen.

Klassiek, of modem, artistiek of Blue-Bandsch, het Kerstverhaal van deze eeuw is in elk geval tot heidendom ^geworden. Het Kerstkindeke is weer in de doeken gewikkeld, maar het zijn de doeken van Maria niet. En het kindeke b 1 ij f t er in liggen. Die aan een kruis gestorven heet, is voor wie het kind in doeken winden, weer ©en ander. Het kindeke Jezus komt wel in Vlaanderen ©n het wandelt wel over besneeuwde daken. Maar uit Jeruzalem gaat de wet niet uit, want Jeruzalem is met Athene dood, : Blue Band en Vlaamsche harten en Haagsche bluf-bladen, ze hebben het alles doodgemaakt.

De ©enigen, die nog schreien kunnen, dat zijn een Jood als de bezinger van Jeruzalem: D© Haan van het Handelsblad, en een Roomsche die op Kerstdag zingen kan:

Waait mij nu zoetjes, o zuchtende wind; wiegt mij en douwt mij dat zuilend© kind; speelt om zijn wichtelijk aanzichtj© en laat Jesuken rusten; het slapen nu gaat.

En daarnaast de ander, die de schoonheid van den

geboren Koning niet genieten kan zonder zijn waarheid te gelooven.

Ja. Bakels vond gehoor, toen hij zijn menschen Uitnoodigde mee te gaan naar het bosch der apocriefe boomen en mossen en varens ©n gewassen in het algen, ieen godsdienstig „Bosch-dat-op-U-wachtte", en als hij ze noodde: werp ü als ©en geestelijke Pallieter in de heerlijkheden van dit bosch.

Want zich als Pallieter uiüeven, 'dat is het armoedige restje van de moraal om ©n bij de kribbe. En als de tegenwoordig© Kerst-kunst over Selma Lagerlöf heen weer teruggrijpt naar de zachte droomen ran. een zwijgende schepping ©n stilstaande schaapjes en onbeweeglijke herders in den geboortenacht van het Kind, dan is vermaledijd bij, de wereld wie daar k'Waad van zegt. Maar als dezelfde voorstelling reeds voior eeuwen gevonden is in het apocriefe „evangelie" van „Jaoobias", dan worden, ook in dit jaar, deze verhalen gebruikt om slijk te werpen op de aanvangen van het christendom. Toch hebben zij de kinderlijkheid gegeven die voor onze menschen het naieve bezit van hun gewaanden Kerstrijkdom is. Waarom werpen ze hun slijk alleen op het oude, dat apokrief is?

Zij hebben onzen Heer© gestolen' en ze weten zelf niet, waar zij hem gelegd hebben.

Maar zullen wij weten? Weten, waar God hem gelegd heeft?

Zal Christus ons een werkelijkheid zijn op zijn feestdag? Niet maar een gedachtenbeeld?

feestdag? Niet maar een gedachtenbeeld? Aeli, het is moeilijk. Kerstfeest.

Het is zoo moeilijk, omdat de menschen tenslotte kunnen denken, dat ze het begrepen hebben.

En da, n is de grens tusschen die anderen en ons uitgewischt.

Maar wie den arbeid van Kerstfeest kent en worstelen wil om d© w e r k e 1 ij k h e i d te vinden, hij zal zijn Advent beleven met dien anderen dichter van het kindeke Jezus in Vlaanderenland, G©z©lle:

Eei ge ooit het Oiordeel vellen komt, eer 't al weer voor uw voeten kromt, dat, hooge en vrij, op heden ü tegen is en vol weerspannigheden, bermhertigheid, o God, ^ ©n 't woord dat Giji gesproken hebt, dat 't waarheid zij!

Onfaaibaar is uw woord, o Heer; Gij weet hoe arm, ho© krank en teer het menschdom is van krachten; en laai het niet, als hulpeloos, versmachten! Bermhertigheid, o God, en 't woord dat Gij gesproken hebt, dat 't waarheid zijl

't Advent, 't advent weerom. Wie kan b©loven, dat de vreugde van den Kerstdag ons zal blijden? Zijn 't eindlijk niet des werelds laatste tijden? Bermhertigheid, o God, ©n 't woord dat Gij; gesproken hebt, dat 't waarheid zij!

Want ook het Kerstfeest vraagt eindelijk zijn recht van God. Moge het die vraag niet doen als een Idacht tegen ons. Christus moet in ons gestalte' hebben, en zoo niet, wie zijn wij, die op Kerstfeest anderen "oordeelen? Kerstfeest is niet voor wie droomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's