GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De schoone erfenis.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De schoone erfenis.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een schoone erfenis is mij gewSi: lt; iiete' Ik zal den Heere loven, die mij' raad heeft gegeven. Zelfs bij nacht onderwijzen mi] mijne - Xmeren. .Ik .stel .den. Heeie geduriglijk voor mij. - rèSMm^i^MmS^Sr^S^yë^P'Bsalm 16:6—8.

Welke, dé' schoorté erfenis geweest is, waarvan David hier gewaagt, weten we niet precies. Maar er is wel een schoone •veronderstelling.

De Koning was gered uit dreigend doodsgcvaar.

En wist zich veilig bij God, op Wien hij vertrouwde. Die God is zijn God, het deel zijner erve en zijns bekers. Die God zegent hem, want hij ont-

Niet 'Ongepast is het • merbij - te" deMken - aaïi aen 'dorschvloer van Ornan den Jebusiet. Juist op deze plaats had de Heere de hand van den /-slaaind^en . verderfengel van het volk afgewend., M^*fll.'''M: '^? C*ï'

Hier wordt dan ook het altaar der ' aa, hbid: dntg - gebouwd om Jehovah te danken voor Zijne verlossing. Hier had de Koning den dood zien dreigen en nu wordt diezelfde plaats aan 'zijn bezit toegevoegd. Later zal hier de tempel verrijzen.

De Heere wilde er wonen naar Zijn raad.

De dankbaarheid van David over dit verworven goed staat dus met den dienst van God in 't nauwste verband. Niet opdat hij er zelf profijt van hebben zou is deze schoone erfenis hem geworden. Doch opdat hij er 's Heeren naam mee zou verheerlijken.

Het rechte danken voor ontvangen zegeningen moet steeds gepaard gaan met het gebed: Heere, wat wilt Gij, dat ik er mee doen zal?

Dan ontvangt God ook de eer.

Nauwelijks toch mo'cht David ademhalen na zooveel hangen tegenspoed of hij was bezig zijn Redder te loven.

Niet alleen met den mond, ook met de daad.

Want hij prees dankend en belijdend Diens heiligen Naam, maar hij botiwde ook onverwijld op den dorschvloer van Arauna een altaar, waarop hij brandofferen en dankofferen offerde voor Ie-' hovah.

En dat alles deed hij om zijn God' als Raad-'^ gever te prijzen.

Immers, Jehovah Zelf had door Zijn Geest hem tot verootmoediging en schuldbelijdenis gebracht en hem door profetische godsspraalc Arauna's dorschvloer tot een heiligdom doen wijden. Door Zijn Raadgeving was de Heere Redder gebleken.

En als diezelfde Heere ons in gewichtige dagen of bij ernstige beslissingen raad geeft door Zijn Woord en Geest, door verhooring van ons gebed, eischt Hij dan ook van ons niet aanstonds het. dankoffer om er Hem mee te loven? ^^^^^''•

Er is zoo nauwe samenhang tusschen de schoone ' erfenis en het danken van den raadgevenden God.

Maar dan moeten ziel en zinnen ook op den eeuwigen God gericht worden opdat we ons indent ken en inleven in Zijne zegeningen.

Dat zoekt David. «

Zelfs bij nacht onderwijzen hem, : , zmi& nieren.

En hij stelt zich den Heere geduriglijlf' voioa-oogen.

Er is 'dus een hooge spanning in zijn geest.

In den stillen nacht kon hi.] niet to't rust komen.

En die rusteloosheid was hem goöd.

Hij was te vol met de eeuwige dingen, om den slaap te vattenr

Hij werd door zijn „nieren" onderwezen of opgewekt om den Heere te loven en aan Diens goedertierenheid te gedenlcen.

Met nieren wordt hier naar Oostersche uitdrukking bedoeld het diepe innerlijk van den mensch, de zetel van zijn begeeren en verlangen.

Gelukkig het kind Gods, wiens diepste hartero'erselen ook in slapelooze nachten uitgaan naar de aanbidding van zijn God en Koning.

Tot welke hoogte klom de extase in Davids zingende ziel!

Hij zag zijn God voor zich.

Hij schouwde Hem met het oiog des geloofs en die aanschouwing vervulde zijn hart met diepe bewondering, maar ook met ©en vast vertrouwen.

O, wat zouden wij voor veel zonde bewaard blijven als pok wij ons den Heere geduriglijk voor oogen stelden en bewust leefden in Zijn heilige tegenwoordigheid. Hij de stille getuige bij al ons doen en laten, de toehoorder bij' al onze gesprekken. Hij blikt in de verborgen schuilkameren onzer harten. En, Hij is ook nabij allen, die Hem aanroepen; met Zijn leiding, kracht, hulpi, bewaring, hoede, vermaning, bestraffing of vertroosting.

Als wij ons waarlijk den Heere als een verzoend God in Christus voor oogen stellen dan zijn wij veilig te midden der vijanden, zelfs in nood en dood.

Veilig met de schoone erfenis.

Veilig in de . doiorwaakte nachten.

Veilig bij de overleggingen van het diepe hart. Veilig straks bij hernieuwden arbeid en hernieuwden strijd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

De schoone erfenis.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1926

De Reformatie | 8 Pagina's