GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Droom van „D^e Maasbode".

Gelukkig zijn niet alle menschen zoo' bang voor de psycho-analytische school, dat zij zich s c h a'men om hun droomen te vertellen. Droomen zijn altijd interessant; en ze zijn nooit bedrog, want ze openbaren den binnensten mensch. De droomen van prof. Visscher zijn bekend in de theologische wereld van Nederland. En dezer dagen is „de Maasbode" bezig, door in den droom te gaan de wakenden uit den droom te helpen. Tenminste, ide poging is er.

Ziehier het geval. Het'roomsche blad, dat zich met de kwestie-Geelkerken nog al eens ingelaten heeft, schrijft nu een artikel, onderteekend: P. v. Dorp. Het slot luidt: '

iMa, g ik te.n slotte een droom verteüvi'

De nieuwe Synode was bijeen. Er heerschle een ei-nstige en plechtige tcor.. Want na vesl beroeiiug waren aller haiten op ernst grstomd. Men sprak kalm en beraden, maar stomme stilto viol in de zaal, toen de .grijze voorzitt& r oindolij!; , na alles aangehccrd 'is hfcl.'ije.-, OTjs^cn'-l. ••ia. si'jri.ik: -„mijne dierbare SiAro^clereni ' ^ ^ ^ ^ ^ #

Dwalen is menschelijt én-uit at dè'besprekingen is gebleken, dat een stroom van a. Jetheid over onze kerken gekomen is door een kleine veirgissing op de vorige Synode. Een klein misverstand heeft soms Lgrootei gevolgen. We zijn nu eenmaal niet onfeilbaar. en wij verbergen het niet, dat wij aan dwalingen onderworpen zijn. Welnu op de vorige Synode hebben we, belaas, geen onderscheid gemaakt tusschen do onfeilbare Schrift en de feilbare Schriftverklaring. Dientengevolge hebben we eenige onzer dierbare broederen als ketters vervolgd en beleedigd. AVe hadden er geen reden toe, zooals na deze besprekringen, voor ons allen nu duidelijk is geworden. Ga-arne betuigen wij nu voor God ons diepste leedwezen. Onze vorige Synode was oen. verloochenin; ; van het Protestantisme, want \ve huldigen een onfeilbaar leergezag', hetwelk onze dierbare voorvadereiu tocli met zooveel moed en lijden hebben afgezworen. AVe hebben nu de zaken kalmer en rijper bekeken. En wat is na veel gebeden het resultaat? \Ye mogen het kort zóó zeggen: we hebben geen afdoende redenen om Genesis 2 en 3 anders dan 1 e 11 e r 1 ij k te verslaan, doch we kunnen ons voorstellen, dat eenigen daartegen bezwaar heljbeu. Zij bekennen echter gaarne, dat zij geen afdoende gronden voor een tegenovergestelde verklaring kunnen aanvoeren. Daarom stel ik voor om de l e 11 e r 1 ij k e beteekenis van Genesis 2 en 3 te blijven handhaven voor onze b e 1 ij d e r s, dus bij predikaties en Catechesaties, totdat misschien een beter Bijbelinzicht iets anders, ; mocht leeren, , '-» '"

Een geweldig, minutenlang applaus van goedkeuring brak los. Achteraan stond een kaalhoofdig heer, die dooj' den storm van bandgeklap ' met forsche stem riep: „Amen".

Ik hoorde nog: da's Geelkerken! .^^

Mogen wij probeeren, „De Maasbode"-en zijn" droomer even uit den droom te helpen? Wat het blad droomde over 'de „nieuwe synode", dat heeft de „oude synode" van Assen, begin 1926, reeds toit werkelijkheid verheven. Daargelaten de grijsheid van den vooi'zitter, en de aanspra, ak aan de leden, en het zelfverwijt van inquisitie, heeft die synode al lang zeer nadrukkelijk, en, op. verzoek, nog eens zeer opzettelijk, uitgesproken, dat zij niet onfeilbaar is, dat haar Schriftverklaring feilbaar is, en dat ieder, d i e m a a r a r g u m e n t e n heeft, ertegen inbrengen mag, zooveel hij wil. Al W; atj de schrijver, die zijn droom vertelt, dan ook-^ïl inleiding opmerkte over "die synode, die haar Uitspraken onfeilbaar achtte en met do Schrift gelijk stelde, is dan ook pure verdichting; het is „maar een droom"; het laat wel zien, wat er in den droomer is, maar het spreekt niet zuiver over de \yereld, die daar jjuiten de ziel des droomers zich beweegt. Als de schrijver in „De Maasbode" de moeite genomen had, te lezen, wat de synode zelf geschreven, heeft inplaats van af te gaan op looze beweringen van dezen en genen, dan zou hij zijn droom niet verteld hebben, maar gezegd .hebben: „gaarne betuig ik mijn diepste leedwezen; deze tegenwoordige droom was een verloochening van de waarheid omtrent het protestantisme', want het huldigt geen onfeilbaar leergezag, hetwelk hun dierbare vaderen tegenover d@ mijne met zooveel moed en lijden hebben afgezworen. Ik zal voortaan de zaken kalmer en rijper bekijke^^^^'

Als de auteur, met wien Üc^èetfs allerprettigst correspondeerde, het niet gelooft, dan moet hij maar de oftficieele stukken bestellen bij den heer J. H. Kok te Kampen.

Heusch, de kern van wat hij van de „nieuwe" synode droomde, was werkelijkheid in de „eerste". Alleen ontbrak de heer, die amen i=^p: -~

Dit amen, ach, het was maar een droom. #E "

Ger.eformeerde m predikj'^g.jj

Prof. zonden stiik" in dé' ontleenen: abius schrijft een „ij^e-< i 'G'ëld. Kerkb.", waaraan wijj

Soms schijnt een pr.edikant te meenen, dat'^it^ leerstellig oogpunt tegen zijne bediening van bef' AVoord geene bedenking is te maken, indien daaibij alle afwijking van de Gereformeerde waarheid_ wordt gemist. : f

M.i. ware te zeggen, dat wellicht ook da.n —ïftjiil zekeren zin — nog alles ontbreekt. 4

Uiteraard verlanig ik niet naar preeken, die ; ^'1J gestopt zijn met Gereformeerde leerstukken. rj

Maar wie steeds preeken levert, die ook door : eèiT3 niet-Gereformeerden predikant konden zijn gehouden, bevestigt en ontwikkelt de Gereformeerde belijdenis niet, maar ondermijnt die veeleer.

Men leeft niet i n, niet u i t het Geretormeerda beginsel.

Het euvel komt niet alleen onder de Gereformeerden vooT. Ook onder de anderen, die'den naam met nog een bijvoegelijk naamwoord verrijken. Als ik het wel zie, is het bij sommigen opzet, omdat ze een zekere ziekte onder de leden hebben, die te herkennen valt aan de spreuk, dfli „christeiii hun naam, en gereformeerde hun bijnaam" is (soms zeggen ze dat tegelijk met een zucht in de richting van Kant, die ér smakelijk om lachen zou), cf oiidat ze meenen, dat gereformeerd preeken hetzelfde is ais excerpten geven van hoofdstuicfcen uic de gereformeerde dogmatiek; en is het bij anderen onm-aeiit, deels te verklaren uit de omstandigheid, dat het voor alle menschen (van andere, laoultoiten ook) moeilijk is consequent te denken en populair te spreken, deels ook uit dc' tegenwoordige regeling van het predilcantschapi, die, naar ik vrees, op groote ellende uit zal loopen, omdat geen mensch ALLES goed kan doen, wat van ©en predikant zoo al gevraagd wordt.

Dit is somber, zal iemand zeggen. En gelijk heeft hij. i

Kerk'elijJc besef.

Dezelfde auteur schrijft in hetzelfde orgaan:

Het kerkelijk besef is in dezen tijd zeer verzwakt.

Was in de 17e eeuw het leerstuk der uitverkiezing het punt, dat de tijdgeest gekozen had, om, .met de uitworteling daarvan, de gausche geloofswaarheid uit hare ypegen , te lichten, jn deze eeuw, en reeds in de vorige, schijnt hij zich daartoe te richten tegen het instituut van de Kerk.

En zijn van dien vijandelijken geest niet soms sporen in de Gereformeerde Kerken merkbaar?

De Comité's van „bezwaarden", die schier op voet van gelijkheid met de kerkeraden discussie wilden voeren, zijn zeker reeds een bedenlcelijfc verschijnsel.

Maar zij. staan als zoodanig waarlijk niet < alleen.

; Toen de procedure-Geelkerken nog hangende was, £keide mij een vrouwelijk lid eener Gereformeerde Kerk, en die zich vermoedelijk onder de meer ontwikkelden rangschikte, dat Dr Geelkerken toch niet .-afgezet kon worden, wijl hij immers Christus prellJ^ikte.

Dus de Gereformeerde Kerk open voor alle „Christuspredikers"? I

Voor Lutherschen? voor ethischen? misschien ook voor Roomschen? i'i^^^S'.

voor Roomschen? i'i^^^S'. AVaarschijnlijk is menige boereiuTouw--'-^•'bp dit gobied althans — meer ontwikkeld dan deze Gereformeerde dame. •

Gereformeerde dame. • ^'Sprekende over verschillende verschijnselen van • rerzwaliking van het kerkelijk besef zegt prof. Fa-: bius nog: '

Waarheen gaan wij toch?

Toen Ds J. C. SUdcel destijds te Den Haag kwam, zoude hij een hartelijk bezoek van den synodalen predikant Ds Van Hoogstraten aldaar hebben ontvangen. Ds Sikkel zoude dit zeer hebben gewaardeerd. Maar toen Ds Van Hoogstraten ook de hoop op ambtelijke samenwerkiug bad uitgesproken, keerde — naar mij gezegd werd — bij Ds Sikkel het blaadje, en gat deze te kennen, dat daarvan g: een sprake kond e zijn. De Synodale organisatte was voor de ; gansche gemeente ter zijde gezet. Ds. Sikleel maakte aanspraak ook op de plaats, die Ds Van Hoogstraten gezette. '

S'Gelijk Ds Sikkel dan ook aan de Koningin-Regentes géschreven zoude hebben, dat het in zijne bedoeling lag, •huisbezoek ten Paleize te Jcomen doen.

'•^^^^^ Z a n d V o 0' r t.

-In „Friesch KerkbP^ lezen we van de hand van 3|: fl. S. Bouma:

: -, .fi Ook in het geval-Zandvoort is weer te bespeuren ' %e onrustige haast, die het gedrag van Amsterdam: Zuid kenmerkte. Men heeft het doen van den laatste vooral goed gepraat dooi' er op te wijzen, dat er geen beroep meer mogehjk was, omdat de beslissing was van de Generale Synode en daarom onmiddellijk positie moest wonden gekozen. Maar nu er wel herziening] der beslissing mogelijk was, denkt men er evenmin aan, om den kerkelijken wqg te bewïtndelen, maar gaat men in onbeheerschte haast zijn eigen gang ..langs een eigen gekozen pad. Maar 'dat men op : ; -f; eze manier bewijst, heel sterk te staan, kan nu |uist niet worden gezegd en het spreken met zooveel ïautoriteit als men doet over het recht in deze zaak — kan gerust wat worden verminderd, nu èn Amsterdam-Zuid èii Zandvoort het recht zoo zeer hebben geschonden. Hoe het spookt in het hoofd en hart van sommigen, bewijst ook het gedrag van Dr C. Koppenaal, eertijds predikant van Monnikendam, die ook alvast maar schismatiek werd, terwijl hij bezig isj zijn gravamina gereed te maken, gelijk hij die plechtig beloofde in te dienen bij de Gen. Synode.

Er begint in de zaak al weer iets te komen, dat, den weerzin gaande maakt, maar idit gebeurt van den kant, waar men zoo gauw smaalt op de Asser Synode en haar besluiten, als zouden deze niet minder dan „weerzinwekkend" moeten worden geacht.

Het is goed, dat men deze nuchtere woorden in het hoofd houdt, als men zich bijgeval mocht willen tweiden : a, an dit woord van dr J. G. Geelkerkeni:

-f^^Het is juist de grief der Kerken van Amsterdam. Zuid en van Zandvoort, dat men, met verzaking van de Belijdenis, verkrachting van de Kerkenordening, en ongehoorzaamheid aan Gods Woord, vóór alle dingen den band met en de onderwerping aan de Asser vergadering wilde handhaven. Dit is-doqi-eh-door-

fTóór alles de band aafl'de Asser vergadering."

5De Maasbode" kan wel weer eens een droom "'over dezen" volzin verzinnen.

Een stukje werkelijkheid kan er dan bij komen.

Als door den voorzitter van de synode-van-dendroom het toespraakje-van-den-droom za, ! gehouden zijn, dat ook aan „De Maasbode" zuiver-gereformeerd-synodaal zou schijnen, dan zal de amenroeper niet ontbreken. Het zal ds H. C v. d. Brink ^ijn^^^^e^^n vroeger, wel te verstaan.

, , K r a n k e n c o m m u n i e."

Over de krankencommunie lieten we reeds dr H. Kaajan hooren.

. Deze week gaat zijn betoog verder. D© bezwaren van den schrijver worden breeder ontwikkeld. Een Tan de geopperde bedenkingen wordt aldus onder woorden gebracht:

En dan? Wat al een oonditiën, wat een beperkende voorwaarden!

Zal heel die ooetus van minstens twee ouderlingen met de huisgenooten en. zoo mogelijk met enkele andere broeders en zusters, die mede-communiceeren, feitelijk niet een cam.ouflage worden?

Wat zal in de practijk cp den duur van dit alles itgrecht komen!

Weinig of niets. Op den duur wordt heel die kranfcen-communie een communio privata of solitaria, dus alleen met den predikant.

En dit is in elk geval met Gods Woord in strijd.

Er moet een vergadering der geloovigen z.ijn, die aan de' avondmaalsviering deelnemen.

En zeker, niet het aantal der communicanten is beshssend, maar een forma van gemeente moet er toch zijn. , ' -

't Avondmaal is een maalt ij d met aanzittende gasten. Terecht wijst Voetius op 1 Cor. 10 vers 17:

„Want één brood is het, zoo zijn wij velen één hchaani, dewijl Avij allen ééns broods deelachtig' zijn."

Professor Bavinck zegt: Het komt bij de uitdeehng van het sacrament niet aan op het gebouw, maar wel op de vergadering der gemeente. "Het sacrament is een bestanddeel van den openbaren eeredienst, is een goed door Christus aan Zijn Kerk geschonken •en moet daarom met het woord openlijk bediend worden. . {

De praxis in de Gereformeerde Kerken sluit zich daarbij aan. Den wissel omzetten is gevaarlijk.

De hoogleeraar Gerdes verklaarde, dat men in deze materie niet lichtelijk van het gebruik der kerk moest afwijken.

Daarom houden we ons aan onze Gereformeerde Geloofsbelijdenis, art. 35: „Wij ontvangen het Heilig Sacrament in de vergaderingen des volks Giods."

En een ander luidt:

Als de Kerfceraad de kranken-communie bedienen zal, dan vrajgen we: aan wien?

Aan den stervende?

Aan 'hem, idie langdurig bedlegerig is geweest? • Maar hoe lang moet hij dan te bed gelegen hebben? Zoolang als de 38-jarig-kranke?

Welken maatstaf moet de ïerkeraad daarbij aanleggen? Een subjectieven? Dat mag niet. Een objectieven? Maar welken? Moet er ook nog een bizondere graid van Godzahgheid aanwezig zijn?

Misschien neemt nog eens een ander orgaan het woord over deze aangelegenheid; wij hopen ook dan, als we het onder de oogen krijgen, er iets van te doen'hooren.

Wat is „ex cathedria"?

We hebben „De Maasbode" doen spreken over haar droom.

Het laatste zinnetje, dat diende om den droom vóór zijn mededeeling reeds zijn uitlegging te geven, luidde aldus:

En dan zal de Synode ondervinden, dat het niet ieders werk is om onfeilbare uitspraken te doen. Men moest dit werkelijk aan de Katholieke Kerk overlaten.

Het is wel opmerkelijk, dat terzelfder tijd een protestantsch blad, „De Hervorming", betwijfelt, of de Roomsche kerk wel waarlijk onfeilbai'e uitspraken aandurft, althans zóó, dat er nooit meer iets kan uitgelicht of ingeschoven worden. Het blad schrijft (het artikel is onderteekend door A. Priester) :

Sinds-18 Juli 1870 heet liet, dat de paus, wanneer hij ex .cathedra spreekt, d.w.z. wanneer hij in de uitoefening van zijn ambt als herder en leeraar van alle Christenen, krachtens zijn apostolische autoriteit over geloof en zeden een uitspraak doet, die door de gansclie kerk moet worden aanvaard, in het bezit der onfeilbaarheid is.

Maar de moeüijk te beantwoorden vraag is: wanneer spreekt de paus ex cathedra?

Er is welbeschouwd geen objectief kenteeken, waardoor een uitspraak ex cathedra van een gewone uitspraak van den paus kan worden onderscheiden.

Men begrijpt gemakkelijk, dat de onduidelijkheid van het begrip „ex cathedra" voor de R.-K. Kerk haar voordeelen heeft, omdat daardoor de mogelijkheid is geschapen, om ^later pp.vroegere pauselijk*? uitspraken terug te komen, j ^ ^ ^ ^ .

Vervolgens wordt gewezen öp~"^éeH Concreet geval: verhouding van het p.au& elijk leergezag tegenover het modernisme in de Roomsche kerk. We lezen:

Dit modernisme omsloot tal van nuancen, maar deed toch duidelijk zien, dat onder zijn aanhangers de behoefte leefde om zich ten opzichte van het geloof een persoonlijke overtuiging te vormen en in het belang der R.-K. Kerk zelf ingrijpende hervormingen aan te brengen.

De kerk zelf dacht hier anders over.

Wiet alleen Leo XIII, maar ook Pius X, van wien de modernisten aanvankelijk hooge verwachtingen koesterden (zooals b.v. ook blijkt uit den roman van den ItaUaanschen modernist Antonia Fogazzaro, Il S ant o, in 1906 te Milaan verschenen) traden gestreng tegen het modernisme op. De laatste waarschuwde vier jaar lang, totdat hü eindelijk door den syllabus van 8 Juli 1907 en de encycliek Pascendi dominici pregis van 8 Sept. van hetzelfde jaar de gevaarlijke^ ketterij veroordeelde. .In zijn „Motu prop'rio" van 1 Sept. 1910 werd de zoogen. modernisteneed voorgeschreven, die vóór het einde van het jaar door tal van geestelijken en kloosterlingen bij hun liisschop moest worden afgelegd en waarbij men verklaren moest zich van modernistische leeringen te zullen onthouden.

Zooals men weet, zijn aan dit modernisme de namen van Alfred Loisy en Georg Tyrrell verbonden.

„DV Hervorming" schrijft ten besluite:

Of de Roomsche Kerk in de toekomst ooit deze richting dulden zal?

Prof. Bruining wijst er op, dat wanneer hef aan de Curie noodig mocht blijken met het modernisme tot een modus vivendi te komen, er wel wegen gevonden zullen worden, evenals iii het geval van Galileï, om vroegere veroordeelingen op te vatten als tijdelijke bestuursmaatregelen der kerk.

Het vage in het begrip „ex cathedra", waarop wij boven wezen, kan dus altijd redding brengen.

Zoo blijkt hier een protestant niet ongeneigd, om eens te droomen, dat de eene paus een ketter veroordeelt en een andere zou zeggen: zeer dierbare broeders, wij denken nu wat anders. En dan zou weer een ketter aan de deur staan, en zeggen: amen: En binnenkomen. En niet de ketter, doch de kerk zou haar houding veranderd hebben.

Misschien wil „De Maasbode" ook aan droom eens een uitlegging geven. 'j^^-B'^ dezen

Voor de lezers van het blad if^^ijI^'f-minstenS evein vruchtbaar als de droom over het concilie vaii Assen, zooals-we nu maa, r eens zeggen zullen.

*°'""-Om Ommen.

Zooals de bladen meldden, is de nieuwe wereldleeraar en zijn geestelijke min, Krishnamurti en Mevrouw Besant, neergestreken in fle ommelanden van Ommen. AVat de jonge man wil zijn, zegt „De jRotterdammer":

Mevrouw Besant sprak eerst over den wereldgodsdienst, waarin elk geloof een plaats vindt. Aan het groote internationale congres van de Theosophische Vereeniging te Adyar op Kerstmis van 'hèt vorige jaar namen leden van de. volgende godsdiensten deel:

1. Hindoes. 2. Zoroastriërs (Parsis). 8. Jains. 4. Israëlieten. 5. Boedliisten. 6. Christenen. 7. Mohammedanen. ~.; , , . .

Enkele giebeden van elk geloof vyorden's-^^^^Siag^

Later lezen we:

Mevrouw Besant ontmoette hem voor het eerst in 1909. Zijn vader was een theosoof, en, toen bekend werd, welke mogelijkheden in de toekomst voor Krishnamurti waren weggelegd, stond de vader hem en zijn broeder af aan mevr. Besant, die het wettelijk voogdijschap over hem verkreeg.

Nog dit:

Slechts zij even een kantteekening geplaatst bij haar voorgeven, dat men Krishnamurti niet met den Wereldleeraar moet identificeeren. Zij gebruikt hier de uitdrukkin? , dat Krishnamurti's lichaam het „voertuig" zou zijn voor den Wereldleeraar, d. w. z.: voor den Christus.

Wat Annie Besant en haar volgelingen onder dit voertuig-schap verstaan, moge blijken uit de weergave van een kort gesprek, dat ik even later met een bekend Rotterdamsch theosoof had.

I k : Wat dunkt u van Krishnamurti? Wanneer zal, zooals u dit zegt, zijn Wereldleeraarschap aanvangen?

H iJ : Dat is nog niet bekend. Verwacht wordt, dat dit spoedig zal zijn. Misschien wel al over een jaar.

I k : Stelt u Krishnamurti gelijk mét Jezus van Nazareth?

Hij : Zooals Christus Zich van het liehaam van den jongeling Jezus bediend heeft, zoo zal Hij ook van Krishnamurti's lichaam gebruik maken.

„Het Vaderland''-' liöeft er niet al te veel wijs uit kunnen worden. Enkele jOiUmalisteri zijii in het kamp bij Omm'en geweest, maar konden vanwege de geheimzinnigheid niet al te veel gewaar worden. En over Ommen kan het blad niet zoo gemakkelijk • fantaseeren als over Assen; daiarom is die geheimzinnigheid wel een schadepost en levert ze minder copie dan wanneer Assen zegt: "wij'^^ialj^^sj. eens de deuren dicht

Toch weten de „Vaderland"-lezers wel iets: van de rede van mevr. Besant ti.l.

Spr. stond daarna stil biJ den Manu, den Leeraar en den Grooten Heer en zij sprak de meening uit, dat de tijden rijp ziJn voor een nieuwe openbaring, een nieuw onderwijs en een nieuwe religie, mede geboren uit het inzicht, dat de mensch heeft een eeuwige bestemming en dat ziJn waardegang is altijd opwaarts. De voorbereiding is er, omdat het Westen der empirie en het Oosten der beschouwing elkaar meer en meer naderen en begrijpen en omdat er is de Emotie over de herontdekking, dat het goddelijk Leven niet verloren kan gaan.

Het is, ging zij voort, dringend noodig dat er meer kennis, meer inzicht komt, omdat wederom een wereldbestuurder onder ons vertoeft, en het noodzakelijk is, dat zijn boodschap in veel wijder kring bekend wordt, veel meer ingang vindt, omdat hij langer onder ons moge vertoeven dan indertijd in Palestina.

Hierna volgt de voorzichtig gestelde conclusie:

Begrijpen wij den toestand goed, dan is hst vooral op het gezag van Annie Besant, dat men hoopt in Krishnamurti een nieuwen wereldleeraar te zullen krijgen. Er is geen sprake van een nieuwen Messias en we hebben ook niets van een zekere goddelijke vereering voor den Hindoe gemerkt. Het is nog afwachten en men schijnt er zelf nog niet zeker van te ziJn, of werkelijk een nieuwe Leeraar of God zelf zich van Krishnamurti zal willen bedienen, om nieuwe wijsheid te brengen. Men moet bij deze dingen vooral niet denken aan een nieuwe Christus-verschijning', dus aan een verzoenenden Middelaar, aangezien immers deze gedachtengang geheel buiten de theosofische sfeer ligt.

Zeer treffend vonden wij Annie Besant's tegenwoordigheid in en medewerking bij den Liberaal Katholieken Eeredienst. Dit schijnt er op te wijzen, dat de Theosofie voor de overal opkomende godsdienstig-geestelijke strooming een nieuwen vorm zoekt, zulks ter tegemoetkoming aan de velen, die een vorm voor het religieuze verlangen dat in hen leeft noodig hebben.

Zuivere Theosofie heeft, aangezien zij inzicht nastreeft in het Goddelijk Evolutieproces, feitelijk geen eeredienst noodig.

Hoe dit 'ziJ, van een ziekelijke vereering voor Annie Besant of Krishnamurti bleek ons niets. Beide per-

sonen logeeren op het kasteel bij den baron en als zij in het kamp zijn, worden ze begroet met, zekere pnderscheiding, maar neer ook niet. ? ^^p¥#^? tr-, ,

Is deze beschoiiwing juist, dan wórdt mén-nog meer opmerkzaam gemaakt op. het feit, dat 'de hoofdletters (Hij, Hem) in onderstaand relaasje van „De Apondpost", die er ook geweest is, misschien maai' alleen' door het blad zijn gefantaseerd. Zelfs hoofdletters zijn resultaat van exegese; maar in elk geval worden ze wel geschreven, maar niet gezegd, wel gelezen, maar niet gehoord:

Zoo zien wij met belangstelling den jongen Hindoe aan.

„Dat is Hem!" wordt er naast ons gefluisterd. „Daar gaat Hij!".... „Daar loopt Hij!" En wij kijken.... "

Een slanke gestalte. Een jongeman met peinzend ernstig gelaat. Zonder eenig vertoon. Stil en eenvoudig. Hij ziet nauwelijks op. Beantwoordt vriendelijk en eenvoudig de groeten van links en rechts.

Nu eens zien wij hem in Westersche kleeding. Éénmaal met een Schillerkraag, een losgestrikte das. Dan w^ger in de witte kleederdracht van den Hindoe.

Hij is het middenpunt van het congres. Het centrale punt der belangstelling van alle aanwezigen.

Het blad vraagt:

Beschouwen allen hem als de nieuwe Wereldleeraar? Of zien zij in hem het voertuig van Hoogere Machten? Wij krijgen wel eens den indruk dat zéér veel theosofen het zelf niet goed weten wat ze van deze dingen denken moeten.

, . „Het Vaderland" is geneigd een sceptisch antwoord te geven. Immers;

Zeer toevallig, spraken we laat iu den middag nog een paar dames, die hem wel gehoord, evenwel door gebrek aan Ijennis van het Engelsch, weinig of niets er van begrepen hadden. „We krijgen het allemaal wel in ons krantje", was de rede der zelfvertroosting, maar wij dachten zoo: Hoe moeielijk moet het voor den nieuwen Wereldleeraar zijn een anderen indruk te maken en een andere werking uit te oefenen dan die van geheimzinnigheid.

Het is niet gemakkelijk, tegen deze nieuwe religie, zooals het verschijnsel zich aandient, een helder betoog te leveren, juist omdat men zich zoo geheimzinnig uitdrukt. De bouwsels van deze nieuwe religie lijken wel wat op de schans waarvan Pieter Langendijk in zijn Wiskunstenaars aardig heeft geschreven:

Doktor RaasboUius: ilaar merkt gij in den grond de bouwkunst vaa die schans? E e 1 h a r t: Ja. RaasboUius: Dan ziet gij wel, dat nooit een vijand kans Kan vinden, om zich zelf daar meester van te

I maken ? Eelhart: Gewis. R aa s'b oil ius: En zulk een muur kan bom noch kogiel raken.

Eelhart: Dat is onmogelijk. RaasboUius: En hebt gij op 't geheim der vinding wel gelet? Eelhart; Met al te wel. ' R. a a s b o 11 i u s: Wel hoor, ik bouw een muur van veeren ' Laat daar de vijand vrij zijn best op kanonneeren, ' Do kqgels smooren, en zij maaken nooit een bres.-F i lip p ij n: Mijn heer, jo bent een man als Aristoteles! RaasboUius: Dat is een vinding, hé! Filippijn: Ja, wondQrbaarlijk aartig, ; Maar maakt ze niet gemeen, die kunst is al te waardig.

Hiermee willen we niet zeggen, dat het zoo bedoeld is. . . .^ .. .. , '

Alleen maaj-^-^l^Pj^Me ongeveer past. ' ' " " - " praktijk de beschrijving

De piieuwe religies van deze eeuw zijn trouwens over het algemeen wat Langendijksch in dezen zin.

Of liever, wat raasbolliaansch.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1926

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1926

De Reformatie | 4 Pagina's