GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De katheder van Jezus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De katheder van Jezus.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dagelijks zat ik bij u, leerende in den tempel. Matth. 26:55.En als zij hem overdekt hadden^ sloegen zij hem op het aangelicht, en vraagden hem, zeggende: rofeteer, wie. het is, die u geslagen heeft. 'i4j£, \^|]l.ucas 22:64.

I.

Dagelijks zat ik bij u, leerende in den tempel. Matth. 26:55.

Het is een vertroostende gedachte, dat Jezus een katheder heeft gehad. Een katheder is eeii „z i t-stoel", gelijk die door Israels leeraars wordt bezet; bij behoort tot hun leeraarsambt. Jezus heeft in den tempel gestaan, maar hij heeft er óók gezeten. En dat is van zóó groote beteekenis, dat hij in zijn lijdensnacht zieh niet zoozeer op zijn staan, als wel op zijn zitten beroept. Dagelijks „zat" ik bij u in den tempel, zoo luidt zijn zelfverdediging.

Eens kwam Jezus op het loofhuttenfeest im den tempel. Duizenden verdrongen'zich om de katheders van Israels voorname leeraren en gracieuse priesters. W.ant die deftige heeren pleegden alleen maar te zitten; zij „zaten" er voor. Ze waren de officiëele geestelijke stand; men moest hun adres maar wéten en wie wat noodig had, moest maar tot hen komen. Israels leeraars zitten; het zijn katheder-menschen; ze hebben niets van driftige, opstandige profeten, die, geroepen of ongeroepen, betaald en niet-betaald, uit de drift der ziel tof de menschen komen, omdat de menschen zelf niet komen tot hen. Welnu, op dat loofhuttenfeest, toen de iieele geestelijke stand praalde in zijn voornamen katheder, zooveel voet boven'den beganen grond, toen kwam Jezus binnen. Hij had geen katheder, hij was als leeraar zonder tabberd niets vergeleken bij de kathederheeren. Maar Jezus „strond" en „riep". De anderen zitten. Hij staat. De anderen d o c e e r e n met rustige, ietwat vermoeide stem, zij doceeren de schare, die 'de wet niet weet. Maar Jezus getuigt, profeteert, hij roept, men kan ook vertalen „schreeuwt". Dat was de bliksem, die plotseling het huis der kathederwijsheid lekken kwam. Het brandende messiaansche getuigenis tegen het verflenste rabbinistisch betoog.

Maar denk nu niet, dat Jezus alleen maar „staat" en „roept", gelijk Israels leeraars met zitten genoegen nemen. Jezus doet meer dan getuigen; Hij betoogt ook. Het zou een kwade Zaligmaker zijn, die met bliksemschichten werpt, en wel verteert en verblindt, laiaar niet , , verlicht" een iegelijk mensch, komende in de wereld. Neen, een. Christus kiest den katheder ook. Niet hem alleen; maar wel hem óók. Als hij' tegenover het dood e woord der' Schriftgeleerden heeft gesteld de levende getuigenis Gods, dan wil hij dat ook uitwerken in rustige uren voor wie hem nader over deze dingen hoo-ren wil. Dan is Jezus barmhartiger dan zij, die alleen met paradoxen werpen, . •. om uw gedachten te verwarren en die slechts weten te vermoeien met raadselspreuken, die de vragen vermenigvuldigen, maar de antwoorden niet. Dan gaat hij zitten als gelijke onder gelijken, als leeraar onder leeraars; en hij heeft vooir wie hem spreken wil, een adres en een spreekuur. Men kan rustig overwegen, wat Hij leert. De staande Jezus is de profeet, die getuigt; de zittende Jezus, de kathederbezetteT, is • de leeraar, die betoogt. Als hij staat, dan werpt hij het wonder tusschen de menschen in, dat zij schrikken en beven. Als hij den katheder bezet, dan legt hij het wonder weer uit; het b 1 ij f t een wónder van boven, maar de verschrikte mensdhen mogen zich' gewennen aan God en vrede hebben.

Daarop beriep Jezus zich in zijn lijdetisnacht op zijn katheder. Indien hij alleen had „gestaan", en als een. wolkbreuk, als een donderslag, als een aardbeving aan de dommelende menschen voorbijgetrökken Was, hij zou onze Middelaar niet kunnen zijn. Maar de katheder bewijst, mèt zijn „staan" in 'Gods huis, zijn Messiaansche trouw. Het geheim van zijn messiaanschen arbeid is immers, dat Hij zich schikt naar ónze bevatting; dat Hij ingaat tot onze beperktheid en zoude en daarin uitwerkt Gods verborgenheden ? Jezus heeft zijn katheder temidden van den stoel dèr dwazen en léugensprekers gesticht; en dat is Zijn gehoorzaamheid. Zijn kathederloosheid bewijst dat Hij het platte vlak van onze menschelijke overleggingen snijdt v; ui boven; doch zijn katheder bewijst, dat ^Hij ons

Op dat platte vlak heeft aangenomen en met ons meegaat ter genezing.

De katheder verloochend.

II.

En als zij hem overdekt hadden^ sloegen zij hem op het aangelicht, en vraagden hem, zeggende: rofeteer, wie. het is, die u geslagen heeft. 'i4j£, \^|]l.ucas 22:64.

In het lijdensverhaal heeft G-od' d'è" nevenfignren ons voor oogen doen schilderen, niet alleen om ons te leeren, „dat" het ongeloof en de vijandschap, van heel .de wereld zich aan Christus vergrijpt, maar o.o.k om het „hoe" o.ns te doen verstaan. Als wij zeggen: zie, hoe ze Jezus met vuisten slaan, en leer hieruit, hoe slecht ze zijn, dan zeggen we niet genoeg. De vijandschap weigert Jezus te gelooven; maar de weigering, zelf wo.rdt op zulk een manier uitgesprokeai> dat ieder duid'elijk merkt: deze menschen willen niet; zij lïënaéff Je'zus-niet gelijk Hij is.

Duidelijk blijkt dat in de wijze, waarop in het priesterlijk paleis Jezus gehoo-nd is. Ze blinddö'eken Hem; en vervolgens slaan de groot© heeren met het personeel hem op het gelaat en grijnzen, dat hij; nu maar eens precies zeggen mo.et, wie', hem daaïéven geraakt heeft. Hij' is immers p.rofeet en •een profeet hehoort toch alles te wetten?

Eén ding valt hier dadelijk' op: e ' vernederen do profetie en ze make'U er een soort waarzeggerij , - / van. Als Jezus zegt: k ben een prO'fe.'et, dan maken zij er van: k ben een waarzegger, een kunstenmaker, een oplosser van raadseltjes. En ja, zulke menschen 'doen voor het oog der scibare altijd geheimzinnig; ze omhullen zich met een waas van bo'vennatuurlij'kheid; ze O'ntsnappen aan alle controle, m.a.w. het zijn menschen, die even vO'Or u gaan „staan", die onrustig voor u heen en wee'i dribbelen, maar die nooit bij. u gaan-„zitten" op een „katheder", o.m' rustig met u-te "p.raten en u zooveel te laten meedragen van hun eigen wetenschap" als gij maar vermoogt te verdragen. En ia het nu liiet een ontzaglijke verzwaring van Christus' messiaansche smart geweest, dat men dit spotbeeld, deze schandelijke karikatuur gemaakt heefi van zijn proifetisch ambt? Hij heeft nog pas zich verdedigd m'Ot een beroep o-p zijn „katheder": ij had geen 'eiikel geheimwoord gesproken en op'zettelijk alle geheimdoenerij van de hand' gewezen. Ja, Jezus gaat nog verder en verwijt met nadruk, dat zijn rechters wel in het donker geheimzinnig doen', maar dat juist Hij zich .daarva, n vrijgehouden heeft. Hoor hem betoogen: k heb in het openbaar tot de wereld gespro'ken; ik leerde altijd in synagoge en tempel, waar alle Joden samen-"komen. Wat ik leerde, kimnen ze allen weten en ik leerde niets in het geheim. Tot driemaal toe zegt.Jezus met nadruk': oo deed' ik. (Joh. 18:20 en 21). En ZO'O heeft hij in het paleis Van den priesterlijken rechter' er op' gewezen, , dat hij zijn leer aan ieder ter nadere beproeving heeft ovej'gelaten. Toovenaars en waarzeggers beroemen zich er op, 'dat niemand hen cO'Utroleeren kan; zij zijn •er tro'tsch op, dat „eer de haan tweemaal gekraaid heeft, de domme menschen hen driemaal MOETEN verloochenen'" 1). Hun .discipelloosheid is hun glorie. Maar Jezus beroemt zich erop, dat niemand hem driemaal verloochenen kan, eer de haan tweemaal kraait, of het is zijn eigen schuld. Zijn discipelschare is, als zijn katheder, zijn blijdschap en kroon. En daarom gaat de spot der vijanden hem voorbij. Hij is niet de ge'heimdoener, dien zij thans in zijn machteloosheid tergen wille.n, gelijk de Filistijnen met Simsons plegen te do.en. En zoo is in het priesterhuis bewezen en aan den ingang van 'Jezus' lijden opnieuw gebleken: e Christus, dien men bestrijdt, is de ware Christus niet. Zijn bestrijders zien Hem nooit zuiver, tenzij ze de onvergeeflijke zonde doen van de bewuste lastering 'tegen den Heiligen 'Geest. Alleen het gelo'of ziet Hem gelijk Hij is. Ongeloof is ongeduld: et gaat den katheder voorbij, waarop Christus zijn thema uitwerkt, om tegen het thema te kunnen blijven strij'den in eigemvilligheid.

Eeri uitspraak, door Metzs& ft: ^fi'^^^-'zichzelf toegepast.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

De katheder van Jezus.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's