De Centrale Jeugdraad.

liet verslag van boveng< > nüemde instellijig over 192() is thans verschenen en geeft wel aanleiding lot enkele opmerkingen. Bekend is, dat dit lichaam evenals zooveel andere instellingen, is ontstaan in de broeikastemperatuur der oorloigsjaren en alleen kau blijven bestaan op een bodem, die rijk on geregeld met staatsgeld worft bemest.

Een kunstmatig product alzO'O in optima 'forma.

Van achteren bezien kan het geen verwondering w(; kken, dat onder den invloed der abnormale oorlogsomstandigheden ook abn()rma, le instellingen worden geschapen.

Ook is het niet wonderlijk, dat in een tijd waarin de ytaatsbemoei'mg zich richt op worst en vet, op meel en melk en noig zooveel andere dingen, het abnormale der toestanden zich óók daarin afleekent, dat een poging wordt gedaan om de vrije jcugdvoi'ming georiënteerd naar levensbeschouwing en belijdenis, te trekken binnen de grenzen van de Staatsbemoei'ing.

In dit alles is niets vreemds, gezien de vele vreemde dingcm, die wij in distributiedagen hebben beleefd.

Wat wel eenigszins vreemd aandoet, is, dat het zóó lang duurt vóór ook hier de verhoudingen weei' normaal worden. Men zou verwachten, dat de likwidatie van oorlogswinst en eenheidsworst, zoo niet vooraf gegaan, dan toch minstens onmiddellijk gevolgd zou worden, door die vtui den Centralen Jeugdraad.

Met een taaiheid, in het plantenrijk zonder voorbeeld, en die alléén gevonden wordt l)ij andere ambtelijke en halfambtelijke instellingen, die met de Staatskas in een niet te verwijderd verband staan, weet ook deze instelling alle gezond verstand, alle logica en bezuinigingsdrang te trotseeren.

Het feit, dal alleen genoemde soort van instellingen eenzelfde taaiheid van'leven bezit, doet vermoeden, dat het aan alle gemeenschappelijk element, de band aan de btaatskas, de ooirzaak van die taaiheid is.

Knip dien band door en het geheel schrompelt inéén binnen den kortst mogelijken tijd.

Wat nu in deze heele geschiedenis het allerwonderlijkst aandoet is wel het feit, dat oofc door onze Karnerclub zoo weinig energie wordt betoond, om ons van dergelijke instellingen ai te helpen. I\lisschien zal het wegvallen der coalitie voor dergelijke pogingen bevorderlijk zijn.

Het verslag • over '26 toont nog eens duidelijk aan, dat alleen in het krijgen en geven van Staatsgeld de eenige bestaansgrond van den Centralen .jeugdraad ligt.

De beide hoofdpunten van het verslag zijn: het adviseeren aan den Minister omtrent de verdeeling der subsidies en het vragen otii méér, geld op grond van den verbeterden finantiëelen toestand des lands. ,

Trouwens het zou niet billijk zijn om aan den Centralen Jeugdraad te verwijten, dat er niets anders gedaan is. Feitelijk moet het als een.verdienste worden aangemerkt, dat dit lichaam inziet, niets van beteekenis te kunnen doen en dat het dientengevolge ook geen pogingen ondemeeml, die to'ch tot mislukken gedoemd zijn.

De jegndorganisaties in ons land staaa nu eenmaal gterk onder den invloied' der onderscheidene levensbeschouwingen. .Meer nog dan in de school, zal in de vrije jeugdvorming altoos uitkomen datgene wat aan het leven de hoogste waarde geeft. Hier zal men op de sport allen nadruk leggen, ginds zal de vorming zich richten opi de vakorganisatie en het deelnemen aan haar actie en elders zal de leiding wijzen op-een doiel, dat buiten. en boven dit leven ligt en in dat licht zal een andere waardeering der aardsche verhoudingen naar voren treden.

Zoo' heeft elke jeugdorganisatie haar eigen doel en beginsel en hierdoor wordt in zekere mate haar werkwijze en den vorm van haar organisatie bepaald.

Nu zou cle Centrale jeugdraad', zelfs met don besten wil, ten dezen niets kunnen doen ol adviseeren.

De samenstelling van dit lichaam naar politieke kleur en godsdienstige overtuigingen maakt elke eenheid van lijn onmogelijk. Elke poging om ten dezen tot overeenstemming te komen, moet mislukken.

Komt men al op een bepiaald punt tot een compromis dan is het vrij zeker, dat de jeugdorganisaties liever hun eigen ervaren en eensgezindoi leiders zullen volgen dan de adviezen van den jeugdraad.

Uit den aard der verhoudingen volgt, dat de Centrale Jeugdraad nimmer belangrijken invloed' op de jeugdorganisaties zal hebben; alleen door het geven van subsidies is dit mogelijk, maar dan is het geen voordeel meer maar een zeer positief nadeel.

Worden deze organisaties toch dan door staatsgeld gestuwd in een richting, waarin zij niet willen gaan, dan zal dit niet tot hun voordeel zijn.

Alleen door hun eigen karakter zuiver te bewaren en hun eigen beginselen in toepassing te brengen zijn ze in staat hun volksgroep te dienen en tot de vorming der jeugd een waardevolle bijdrage te leveren.

't Zelfde wat uit deze feiten voortvloeit voor den Centralen Jeugdraad vloeit er oiok uit voort voor de Regeering. Ook zij kan geen leiding geven en is alleen maar in sta, at om door rechtstreeksche of zijdelingsche bemoei'ingen iets te bederven. Maar waarom dan een orgaan als de Centrale J6ugdra, ad, dat veel kwaad kan doen en dat'in 't beste geval 'niets doet, in stand te houden?

Wel heeft men blijkens het verslag aan den Minister reeds voor de tweede maal gevraagd om vrijen toegang tot de rijksmusea voor leden der jeugdorganisaties, doch de Minister van Onderwijs heeft op deze herhaalde vraag geen antwoord gegeven.

Misschien zou, aannemende, dat deze vraag noodzakelijk gesteld en herhaald moet worden, dit op een goedkooper en eenvoudiger wijze kunnen gescbieden dan door den Centralen Jeugdraad. Allicht kon een der Kamerleden, die thans lid van dit college zijn, zich er mee belasten.

De kosten van den Jeugdraad konden dan zonder Ijezwaar bespaard worden, hierdoor zou geen enkel belang schade lijden dan alleen dat der eerstbetrokkenen.

Ook het bedrag van f22.500, dat in 1926 aan subsidies is uitgetrokken, had beter op andere wijze besteed kimnen worden. Alles samengenomen is er alle reden om te hopen, dat onze Ka, merclu]3 een energieke poging zal wagen om den Centralen Jeugdraad te doen verdwijnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen