GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Iets over Dominees en Psycho-analyse.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets over Dominees en Psycho-analyse.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

Terwijl ik juist bezig was, te schrijven over de psychoanalyse, voorzoover zij meer direct onze praktijk raakt in de zielzorg, trof mij een artikel in „Be Middernachtzending", dat ik liier niet stilzwijgend laat voorbijgaan. Het zal onze lezers wel interesseeren en geeft mij gereede aanleiding mijn bespreking te vervolgen.

De schrijver van dit artikel, tevens redacteur van het blad (dhr. G. Velthuysen Jr.) doet verslag van een te Zetten gehouden conferentie der vereeniging. Op den morgen van den tweeden dag hield de lieer V. een referaat: De roeping onzer vereeniging tegenover de nieuwere antichristelijke stroomingen van onzen tijd.

„Antichristelijk".

Ook de leer van Freud komt onder dit hoofd ter sprake. En dat de auteur ook een conflict ziet tussclien de dominees van tegenwoordig en de rreudiaansche scliool, blijkt reeds uit dit simpele feit.

De schrijver zegt:

Hoe groot de invloed van liet onbewuste is in ons leven, op ons doen en laten, wie zal liet ons te kennen geven? Maar zeker is de sleutel tot die kennis niet, de verklaring die Freud ons biedt, als hij ons diets wil maken dat ons gewone redelijke denken, dat we ons bewust zijn, alleen maar behoort tot de psychologie van het masker. En dat ons onbewuste leven eigenlijk ons eclite, ware leven is, waarvan de uitingen voor ons bewustzijn onbekend blijven, tenzij een Freudiaansch geneesheer ze ons verklaart, die ze meent te kunnen opdiepen uit de gesprekken die hij met zijn patiënten houdt over hunne droomen, hun onwillekeurige misgrepen, de wijze waarop zij zich verspreken en verschrijven en wat zij vergeten. Al zulke dingen vormen voor den psychiater uit de school van Freud symptomen van de grootste beteekenis voor de kennis van het verborgen zieleleven.

Uit die symptomen meent Freud te kunnen afleiden, hoe indertijd de normale sexueele ontwikkeling van zijn iJatienten is gestoord geworden en beweert hij een weg gevonden te hebben die tot hunne bevrijding leiden kan, wanneer — wat naar zijn meening bijna altijd het geval is — hunne zielsziekte is ontstaan uit het verdringen van sexueele gedachten en verlangens. Dat verdringen van sexueele gedachten en gevoelens is in de oogen van Freud een groot kwaad, waarmee de mensch zichzelf groote schade berokkent; en ook een groote fout in de opvoeding.

Ons dunkt dat er voor een Christen, die geleerd heeft door den Geest de werkingen des lichaams te dooden, wanneer die werkingen Gods heiligen tempel, zijn lichaam, onteeren zouden, geen leer meer ontuchtig en meer absurd klinkt dan deze. Het zou het einde beteekenen van onze christelijke moraal en samenleving en beschaving, wanneer we zulke beweringen ernstig gingen opnemen. De heerschappij van den geest over het vleesch is de groote triomf van het Christendom, waar Paulus in zijne brieven gedurig toe aandringt. De strijd kan zwaar zijn, maar wie door de levendmakende kraclit van Gods Geest in dien strijd triomfeert, ervaart dat die strijd zijn levenskracht niet heeft verzwakt of verminkt, maar versterkt, verdiept en verrijkt. En niets dunkt ons meer verkeerd dan de wijze waarop Freud en zijn navolgers gedurig weer in de herinnering en verbeelding bijzonderheden terugroepen, tot zelfs de kleinste, uit dien strijd, wat o zoo licht weer onreine begeerten in ons wakker roept en ons opnieuw zou doen struikelen. Niet alleen, maar toch wel in de eerste plaats voor aankomende jongemannen en vrouwen dunkt het ons wenschelijk hun aandacht af te leiden van al wat zondige sexueele verlangens in hen kan opwekken en hen licht af zou kunnen voeren van het reclite pad.

Een gansch tegenovergestelden weg slaan Freud en zijn navolgers in. Ik weet mijn oordeel over deze nieuwe leer, waarvan zijn volgelingen verwachten dat zij een algeheele omwenteling zal teweeg brengen in de wetenschappelijke denkwereld, en in de beoordeeling van 'den godsdienst en van het geheele zieleleven van den mensch — ik zeg, ik weet mijn oordeel niet beter en beknopter samen te vatten dan — men vergeve mij het schijnbaar profaneerende van de vergelijking — in de volgende paraphrase van deze nieuwe leer: In den beginne, zoo leert Freud, was de Sexualiteit (dat wil zeggen, zoowel in liet begin der wereld als in het begin van ieder menschenleven bij den zuigeling, ja vóór de geboorte). En de sexualiteit was God. Door haar zijn alle 'dingen gemaakt en in haar alleen is het leven en het licht der menschen.

Groot is de sexualiteit, en Freud is haar profeet, die ons 'den weg gewezen heeft om tot de verborgenheden van deze nieuwe religie in te dringen. Een religie, die in haar wezen o. i. niets anders is dan een herleving van de 'Oude ontuchtige vereering der natuurkrachten, 'den dienst van Baal en Astaroth. Het komt mij voor, dat het een symptoom is van de decadentie van onzen tijd, dat in de psychiatrische wereld dergelijke leeringen, die toch op geen enkel grondig bewijs steunen, ingang vinden en school vormen.

Koning Salomo in al zijn wijsheid kwam, door den ' invloed zijner vrouwen, onder de funeste bekoring van • hare afgodische religie. Zoo zien we in onze dagen mannen van beteekenis in de christelijke wereld onder de suggestie geraken van een dergelijke, door en door anti-christelijke leer. Ook op de Conferentie te Helsing-: fors vond Freud verdedigers en bij den tegenwoordigen ' geest van synthese, die alle richtingen zoekt te verzoe-; nen, worden er ook onder christen-medici gevonden, i die in Freud een man zien voor wiens ontdekkingen de • Christen eerbied moet hebben. , .•

Wat blijft er op die wijze van ons Christendom over; ! wanneer tegenover zulke gevaren, mannen en vrouwen, "

die op den onwrikbaren bodem staan van Gods heilig Woord, niet krachtig positie nemen? Ik heb U de afschuwelijke ontuchtige, uiterst perverse bijzondere trekken van de leer van Freud gespaard, wanneer hiJ b.v. het sexueele leven van den zuigeling verklaart of u verhaalt langs welken weg hij het zieleleven van zijn patiënten ontleedt.

De lezer bemerkt, dat hier eenzelfde onderwerp ter sprake komt, als verleden week in deze rubriek aangeisneden werd.

We laten nu verder rusten, wat de inleider zegt, omdat we dit referaat niet ter sprake willen brengen zonder ook op de discussie te letten, die gevoerd is.

Van deze discussie lezen we:

Mr de Graaf hierna het woord nemende, ging diep in op hetgeen inl. had gezegd aangaande de ideeën van Freud. Spr. begon met te herinneren aan een woord van wijlen prof. J. H. Gunning, dat de ketterijen de onbetaalde rekeningen zijn van de kerk. Freud is een zeer gevaarlijke geest en Spr. raadt niemand aan, zonder noodzaak zich in zijn ideeën te verdiepen. In de opeiibare leeszaal te Utrecht zijn zijn werken in de vergifkast geplaatst en niet voor het publiek beschikbaar. Dat neemt niet weg, dat wie Freud eerst onder de knie heeft, zal moeten erkennen, dat er veel waarheid is in zijn erbarmelijke critiek op ons christendom en onze deugd. Wanneer hij spreekt van het gewone bewuste leven van den mensch als over de psychologie van het masker, dan werpt hij daardoor nieuw licht op het oude getuigenis van Christus over den donkeren ondergrond van het menschelijk hart, wat we ons gewoonlijk niet of zeer onvoldoende bewust zijn. Van Freud's psycho-analyse gebruikte Prof. Winkler het juiste beeld van een hooiberg van humbug met een korrel goud van zuivere waarheid. Om dat goud alleen is het ons te doen. Bekend is, hoe Freud tot de ontdekking is gekomen van de groote macht van het onbewuste op ons zieleleven en hoe er op dat gebied wegen te ontdekken vielen tot genezing van zielsziekten. Een zijner patiënten, een dame met een verlamden arm, trachtte hij vruchteloos door hypnose te genezen, totdat zij hem eens onder hypnose vertelde dat zij door een vergissing oorzaak was geweest van den dood van haar vader. Niemand had dit ooit geweten. Aan geen van haar familieleden of vriendinnen had zü het ooit verteld. Maar toen Prof. Freud er later in bewusten toestand met haar over gesproken en haar gerustgesteld had, volgde spoedig haar genezing. Het met geweld terugdringen van deze herinnering naar het onbewuste, zóó, dat ze er nooit meer aan wilde denken, was oorzaak geworden van haar zielsziekte en de gevolgen daarvan —• die verlamming.

Dit feit werd voor Prof. Freud de sleutel, die hem den toegang opende tot de nieuwe wereld der psychoanalyse. Nu begon hij, met zijn genialen aanleg en ongebreidelde abnormale sexueele fantasie, werkend in een milieu van grootendeels rijke Joodsche dames te Weenen, zijn onderzoekingen, die hem tot de conclusies brachten, door inl. juist gekarakteriseerd.

Dit alles mag bij ons niet wegnemen de waardeering voor den goudkorrel in Freud's ontdekking, die ons genoopt heeft om diep te gaan nadenken over den invloed op en de verhouding van ons onbewuste tot ons bewuste leven. Begeerten, sterke verlangens, hartstochten die wiJ opzettelijk terugdringen uit ons bewuste denkleven, zijn niet weg; zij woelen en spoken daarbeneden in ons onderbewustzijn, in de rommelkamer. Op hun tijd toonen ze hun macht, ze banen zich een uitweg en maken ons ziek. Freud gebruikt de eigenaardige uitdrukking, dat de geest vlucht in een zenuwziekte. En de begeerten worden door hem aUe herleid tot het gebied der sexualiteit. Hierbij maakt hiJ het zichzelf al heel gemakkelijk, door b.v. biJ zijn droomuitleggingen zoo ongeveer alles tot dikwijls uiterst walgelijke sexueele symbolen te maken.

Maar juist is ongetwijfeld zijn waarneming, dat de menschelijke geest de neiging heeft om de onrustwekkende bewegingen van het onbewuste te ontvluchten en zijn ziel te verschuilen in een systeem van ongezonde vroomheid, farizeïsme, ascetisme of een anderen vorm van zelfbedrog.

Alleen waarachtige bekeering tot God en wedergeboorte kan den mensch redden. De kern van dat Goddelijke zaad der waarheid wast op in de diepte onzer ziel en overwint den groei van omwoekerende zonden. Spr. heeft in de worsteling met Freud veel geleerd, ook omtrent de beteekenis van vele bijbelsohe uitspraken aangaande het wezen en de macht der zonde. Spr. is het met inl. eens dat we hier feitelijk te doen hebben met een godsdienst, die in ziJn wezen overeenkomt met den ouden Baalsdienst.

Dr Wolden dorp kan zich met het oordeel van inl. en Mr de Graaf niet vereenigen. Spr. meent dat alleen de psychiater bevoegd is hier een oordeel uit te spreken. Dr v. d. Spek heeft in een predikantenvergadering de beteekenis der psycho-analyse voor de zielzorg uiteengezet en den invloed van onbeleden zonden op het zieleleven. Bovendien is niet gewezen op het vermogen tot het s u b 1 i m e e r e n in plaats van terugdringen van begeerten.

Dr Sn o eek Henkemans antwoordt Dr Woldendorp, dat we toch waarlijk voor het constateeren van den invloed van onbeleden zonden op het zieleleven de hulp van Freud niet noodig hebben. Als medicus acht spr. Freud's psycho-analytische methode van behandeling gevaarlijk voor het zedelijk leven der patiënten. Het huwelijksleven kan er in de kiem door worden bedorven.

We hopen 'gelegenheid te vinden, in enkele laatste artikelen hierop te reflecteeren, zijde'hngs of direct, en dan tevens, voorzoover noodig, partij te kiezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Iets over Dominees en Psycho-analyse.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's