GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Actieve permissie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Actieve permissie.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Jezus zeide.... I^aat hen .... en raal; -i zijn oor aan en lieelde tieni. Lucas 22:51.

In den lijdensnacht komen l)ijeen alle louwen der goddeloosheid, alle handen des vlessches, alle koorden der liefde en alle 'zeelen van. barmhartiglieid, en ze leggen er een knoop.

Wie dien cénen nacht goed verstaan heeft, dien zijn alle dagen opengegaan: hij' heeft 'het léven gekend.

Maar hoe zal ik dien nacht doorgronden?

Ik nader hem met mijn geestelijk bezit en als ik niet geloofde, dat hij openbaarde, dat Christus in hem openbaart zijn (lOd en zijn recht en zijn genade, dan zou die duistere nacht, geen licht naar mij doorlaten.

Maar nu - daar IS openbaring in Gethsemané. En bij het licht dier openbaring kan ik iets zeggen, ik, mensch. ik. samenkndöping, van ongerechtigheid, over den knoop, die in Gethsemané gelegd is van de menschen en - -van God.

En ik vind in dien nacht een wet van goddelijk werken, van goddelijk bestuur, een wet, die haar hoofdsom mij doet zeggen "op dezelfde wijze als van ouds is gehoord en gezegd door de kerk enhaar geheiligd verstand: het is de wet van 'de actieve permissie.

Permissie dat is te zeggen: toelating.

ting. Welnu, onder het beeld van toelating hebben de denkers, die aan de Schriften zich bonden, steeds geteekend de verhouding, waarin de Rechtvaardige God staat tot het kwaad der zonde. God doet de zonde niet, heeft ze niet lief, bevordert ze niet, neemt ze niet op in ©enigerlei listig verdrag; want dit alles is Hem vreemd. Verre zij God van goddeloosheid en de Almachtige van onrecht. En als ik dan zie, dat toch die zonde bestaat, dat zij niettemin zich handhaaft en ontplooit en knoopen legt in de geschiedenis, knooppen, welke alle in die geschiedenis optredende en ook DIT de geschiedenis opkomende kraclhten dan heb ik voor dat alles geen ander woord, dan dit ééne: toelating. God doet het kwaad niet; maar laat het toe.

En het is deze goddelijke wet, die ik in den nacht van Gethsemané zie intreden. Christus, de gezondene van den Vader, laat het kwaad toe. Hij zegt: laat hen! Hij wil geen zwaard zien flikkeren tot |; ijn bescherming. Laat de moordenaars tot mij komen en verhindert ze niet! Ja, dat is de ^onde toelaten. De zonde van de moordenaars, tegen den Zoon des menschen en tegen God.

Maar hier is nog steeds en hier is altijd weer o p e n b a ring in dien nacht. Zij kruist mijn redelijk denken niet, doch mijn traagheid kruist zij wel. Want als ik nog maar nauwelijks gevonden heb dat woord van daar straks: het woord „toelating", - en ik zou nu tot mijzelf zeggen: hiermee heb ik alles gezegd, en den lijdensnacht doorgrond - , dan zegt die opienbarihg tot mij: ik heb u nog meer te toonen. De sluitrede is nog niet volkomen. Uw denken moet naast deze waarheid nog de aanvullende waarheid vernemen: kom en zie.

En als ik dan kom, om te zien, dan bevind ik, dat Christus toch meer doet dan enkel toezien en to 6, 1 a ten. Indien Hij daarmee volstond, en indien met deze twee woorden Hij geheel en volkomen uitgebeeld was, dan zon die „toelating" enkel lijdelijkheid zijn.

Doch neen, zij is dat niet.

Er is ook een groiote activiteit, een krachtige werkzaamheid, in den Christus hier te zien. Ik hoor het hem zelf zeggen: laat hen begaan. De volmaakte lijdelijkheid, de enkel passieve mensch, zegt NIETS. Christus echter spreekt wèl en beheerscht daarmee het gansöhe tooneel van den strijd. Ja — nog meer zie ik. Met VOOTzichtige opzettelijkheid heelt hij de wonde, die zijn onbesuisde discipel geslagen heeft en Cureert het oor van dien priesterslaaf, die onder zijn moordenaars was. En door dit wonder — ja, wonder! — worstelt de Zoon met - den Schepiper van het heelal, wringt Hij zich in den kamp met de natuurlijke ordinanliën des levens. Ja, laat mjj dat ook nu wèl bedenken. Cliristus' wonderen mogen doior hun veelheid en verscheidenheid nooit iets anders dan wonderen voor mij zijn en blijven. Een ocrlap van een slaaf, en heel dat groote docde lichaam van vriend Lazarus — ik vind ze nog al zeer verschillend en ik ben geneigd, voor de genezing van het laatste grondiger 'te danken dan voor het • eerste. En Maria en Martha en de begrafenisgasten óók. Maar alzoo mag ik toch niet de dingen zien. Christus worstelt met'de natuurkrachten en dwingt ze tot den dienst van God door zijn volmaakte en 'dadelijke gehoorzaamheid. En dus doet hij aan dieai slaaf krachten openbaar worden, gelijk bij Lazarus' graf ócjk zijn vrijgeworsteld: krachten der toekomende eeuw.

Dus DOET Christus WERK in Gethsemané. De permissie is doorgaand actief. H ij schikt bet tooneel; beheerscht de personen; leidt het proces; dwingt de overheid, het geding tegen den gevaarlijken misdadiger van Nazareth zuiver te stellen, want men rapporteert van hem een prachtige, zuivere daad: van dat oor van Malchus. - — En Hij beveiligt Simon en de jongeren, niet tegeni, de aanklachten der wereld, doch tegen haar gezondheid. De verantwoordelijke Meester staat in voor den onmondigen grooten knaapi, die met een zwara-d rondsloeg Is hij geen Rorg, ook in deze activiteit? En spaart Hij niet elkeen van Zijn moordenaien tot den moord?

Ja, nu heb ik Hem beter gezien en sta rondom in de wonderen, die mij te hoog, en niet niet één naam te noemen zijn.

En ik zeg nu alleen maar: actieve piermissie. Hij 'doet, hij werkt, hij dwingt, hij' noodzaakt te kiezen en het conflict zoo scherp mogelijk te stellen. 'M^aar Hij laat het toe.

„Laat hen": de piermissie.

„Kcm hier, slaaf ©n laat u helpen": de activiteit.

En woord en daad zie ik heden samenkomen tot het ééne goede werk £rods. En lijdelijke en d a d e 1 ij k e gehoorzaamheid zie ik terzelfder uur bewezen. En dat alles in Christus Jezus, Kn(> cM des Heeren, borg VOOT de Zijnen, Middelaar Gods en der menschen.

En ik ben het, die geslagen naar huis ga. u, ajs IK hiet geloof, voorzoover ik niet geloof — ik leef bij de gemeene gratie. Maar het is de gratie van Malchus. '^n Malchus is de collega van wie Christus, dien geneesmeester, een kaakslag gaf. Ook mij geeft God actief de kra, cliten, lichamelijk en geestelijk, waalrmede ik de zonde doe, die Hij niet doet, doch enkel toelaat. Malchus gaat eiken dag over de straat: Christus laat alle zondaren begaan en verhindert zelfs bun voorbarige buiten-gevecht-steUing.

Maar toch — hier leeft de hoop, hier bloeit het geloof, hier krijgt de liefde haar vuur. \Vant zulk een Heiland betaamde ons. _Zijn vohna/ikte bediening van Gods recht aan Malchus, Zijn ontbinding van hemelsche krachten tot zuiverhouding van den nacht van Gethsemané doorboren mij liet oor, dat ik een stem verneem, die mij zegt: 'Simon, Simon, ik heb uw bederf uit mijn werk, weggebeden met een kracht, die woaideren afdwong van God. En daarom is mijn heil (mijn bizon d ere genade) voor u gebleven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

Actieve permissie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1928

De Reformatie | 8 Pagina's