GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Boeiend", maar hoe?

Ds A. J. A. Vermeer merkt in de „Herv. Kb. van Den Haag" op, dat een preek moiet trachten, reeds in het begin beslag te leggen op' de hoorders; maar dan niet op de manier, waarvan hier een staal gegeven wordt:

„Niet dus, zooals 'volg-ens wijlen Charles Boissevain, den hoofdredacteur van „Het Handelsblad"., liet in Amerika wel eens gebeurde.

In mijn studententijd, dus + veertig jaren geleden, liield hij een lezing over A m e r i k a a n s c h e n h u-jn o r. En in deze van vernuft tintelende voordracht vertelde hij onder andere, dat een Amer. prediker, om reeds bij den aanvang zijn gehqor te boeien, voordat hij nog een woord gezegd had, met het noodige vertoon een revolver voor den dag haalde en die, naast den Bijbel, , op zijn lessenaar legde. Ik vermoed wel, dat dit voorval plaats vond in een gedeelte van Amerika, waar toen-ter-tijd de meeste, ook wetenschappelijke, geschillen door de revolver werden beslecht. Maar goed. De aandacht was er direct en bleef onverdeeld heerschen, totdat, aan het einde der predicatie, de voorganger dood-kalm liet wapen weer in zijn zak .stak en het spreekgestoelte verliet.

Of het dezelfde prediker was, weet ik niet, maar wel, dat op 'n goeden dag de voorganger als zijn tekst voorlas: il. 4:13: Ik vermag alle dingen...." Hier hield op-eens de prediker op en zeide: neen, Paulus, ik heb naar uw woorden steeds met de grootste inspanning en met de hartelijkste instemming geluisterd, maar nu hebt gij liet toch geheel mis. Gij zoudt „alle dingen vermogen? " Welk sterfelijk mensch zou dat kunnen zeggen? Ik — en bij deze woorden haalde de voorganger zijn welgevulde beurs voor den dag en deponeerde deze naast zijn Bijbel — ik verwed er den geheelen inhoud van mijn beurs op, dat gij het mis hebt. Na deze woorden las hü zijn tekst nog eenmaal voor, maar nu zonder zichzelven in de rede te vallen: Ik vermag alle dingen — door Christus, die mij kracht geeft". Ah, ' riep hij uit, nu wordt de zaak geheel anders. , , Door f^hristus, die mij kracht geeft". En, zfjn beurs weer in den zak stekend, zeide hij: Gij hebt gelijk, Paulns. Ik trek mijn weddenschap in, want ik zou haar zeker verliezen".

Tetzel herleefd.

Dr Kiemens schrijft^ in „Leidsch Predikbeurten-blad” :

Hebt ge weleens van Tetzel gehoord, de beruchte Dominicaner monnik, die ten tijde van Luther aflaatbrieven verkocht? Welnn, Tetze'l is weer herleefd! Herleefd in den vorm van een door den Staat wedgekeurde vereeniging, de N. V. „Zielszorg". Deze vereeniging heeft ten doel „het bezorgen van verzekeringen van kapitaal-sommen tot bekostiging van uitvaartdiensten in H.H. missen, te houden en te lezen, voor de zielsrust der personen op vrier leven deze verzekeringen worden gesloten".

Hier gaat het dus niet om brandschade, maar om. . het vagevuur. Aan een afgestorvene wordt de be-

^) Ik denk bflv. aan het standaardwerk va.n J. Bittremieux. l> e Mediatione Üniversali B. M. Virginis ciuoad gratias, Brugis (Relgii) Car. Beyaert. 1926. (319 blz.).

vordering van zijn zielsrust gewaarborgd, zonder dat de familie het hoeft te betalen. Eeuwige belangen worden in orde gebracht met 'n flinke geldsom. Onder welke omstandigheden het sterven ook plaats vindt, en welke wegen de overledene ook tijdens zijn leven heeft bewandeld, of hij in de vreeze des Heeren heeft gewandeld of niet, of hij liefderijk of liefdeloos heeft gehandeld, of hij een godvruchtig of een goddeloos bestaan heeft geleid — de zaak komt in orde; zielsmissen worden gelezen, de machine der Kerk treedt in werking, want het geld voor de verzekering is betaald!

Stelt daar nu eens tegenover het woord van P e - t r u s: wetende dat gij niet doo.r vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uwe ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is, maar door het 'dierbaar bloed van Christus (1 Petr. 1:18, 19); en: uw geld zij met u ten verderve, omdat gij gemeend hebt, dat de gave Gods door geld verkregen wordt!" (Hand. 8:20).

In dit opzicht zegenen wij de vlammende verontwaardiging van Luther, en met bezorgdheid constateeren wij, dat Rome zich niet heeft bekeerd van deze afschuwelijke dingen.

„Neutrale” profanatie.

Men vestigt mijn aandacht opi onderstaand knipsel uit „De Planter", orgaan der Vakvereeniging voor Assistenten in Deli, 17 Oct. 1927. Dit blad verschijnt 2 maal per maand te Medan. Onder •, Varia" geeft het dit moois te 'lezen:

Gebedsformule, bestemd voor en geïnspireerd door sommige leden, die voor het lidmaatschap bedankten, zonder opgave van redenen.

„Onze chef en Sociale vader, die zijn zetel gevestigd heeft in het Administrateurshuis Uwe orders en prinli'.h haloes zijn gezegend op de onderneming, Uw wil geschiede bij elke ploeg arbeiders en eiken assistent; in Uwe handen bevelen wü ons salaris en tantième en onze bestaanszekerheid. Geef ons heden onze dagelijksche, al of niet verdiende, uitbranders, gelijk ook wij die niet milde hand en rappe tong uitdeelen aan het werkvolk; leid ons niet in gezelschap, waar een V. v. A. V..D.-sfeer heerscht en de perfide Planter gelezen wordt; verlos ons\ van alle kleine .strooppotten en geef ons g r o o t e; want van daar uit gaat d e kracht van Uwe Macht en de kans op onze promotie tot in eeuwigheid. Amen!"

H. Y. Z.

Terecht ontleent mijn aorrespiondent aan dergelijke profanaties een grond, om onze mensclien, die naar Indië gaan, te waarschuwen voor dergelijke vakvereenigingen. Men staat tenslotte ginds voor dezelfde moeilijkheden als hier.

Over wijlen ds v. Schelven.

Her herinnering aan ds B; . v. Schelven, aan wien „Kerkelijk Leven" een „in memoriam" wijdde, schrijft de piers zeer veel. Ik heb voor alles geen plaats, maar wil toch enkele stemmen doen s|ireken.

Ds S. Datema zegt („Drieb. Kb." etc):

Zoo'n enkele heb ik tijdens onze Haarlemsche periode over Dr Bronsveld nog hooren spreken.

Doch alléén, anders nooit, als ik er opzettelijk naar vroeg.

Over Dr van Ronkèl spraken de ouden meermalen, om met dank aan God te gewagen van die heerlijke bijbelstudies, waarvan dien man het geheim scheen te zijn toevertrouwd.

Maar, Ds van Schelven was weer een paar later. jaar

En, niet aheen wat later, deed het ook wat, anders.

Hij kwam meer bijzonder met de Gereformeerde leer.

Hij was niet alleen orthodox en rechtzinnig, gelijk van Ronkel, maar kenmerkend en belijnd G e r e f o r-m e e r d.

En, niet alleen de leerstukken als verkiezing en verwerping; voldoening en verzoening; roeping en bekeering; rechtvaardig m a k i n g en heiligmaking, maar, het ging ook over de K e r k.

Dat was het nieuwe.

Dat bezielde.

Dat greep aan en sloeg in en deed er de vonken afspatten.

Het was in de voordagen van de tweede Reforrnatie; en de Kerk begon weer belangstelhng te vragen en in het middelpunt te worden geplaatst.

De Heere heeft niet alleen een volk, maar ook een kerk.

Prof. dr H. H. Kuypier (in „De Heraut"):

Uiterst hoffelijk in den vorm — een scherp woord kwam schier nooit over zijn lippen — wist hij toch met kracht op te komen en door te zetten, wat voor hem eisch van het beginsel was. Eer en lof heeft hij daarbij voor zich zelf niet gezocht; zelfs mocht biJ zijn graf naar zijn eigen wenscli geen woord worden gesproken. Maar voor de eere van God sprong hij steeds in de bres en dan gold van hem, zooals het ook van John Knox is getuigd, dat hij voor geen mensch bevreesd was.

Hij heeft dat getoond niet het minst in de dagen der Doleantie, toen hij onder de predikanten, die tegen de ontheiliging van het Avondmaal opkwamen, een leidende iiositie innam en hever al den smaad en hoon droeg in die dagen over hem uitgegoten, dan ontrouw te worden aan zijn roeping.

Ds Miedema in. „Gron. K.bode":

Hij de trouwe voortrekker uit de dagen der Doleantie. De primus inter pares, die als geboren was voor den presidialen zetel, die ook al zat hü daar niet, steeds een leidende plaats innam. De kloeke reformator die in Amsterdam in '86 op de bres stond, die op den kansel steeds door zijn machtig orgaan en gebeeldhouwde taal wist te boeien, die op elk terrein des levens weer •\ooraan stond en steeds denken deed aan die oude predikanten uit de laatste jaren der 16e en de eerste jaren der 17e eeuw.

Ds Gispen in „Scheveningsdhe Kb.":

Volgens getuigenis uit den kring van van O o s-t e r z e e was hij een van diens begaatste leerlingen, van wien het alleen te betreuren was, dat hij van de Gereformeerde Belijdenis was en in de poging tot reformatie der kerk met Dr Kuyper medeging.

Even later:

Wel zijn hem in liet laatste drietal jaren de beleedigingen niet gespaard gebleven in de kwestie van Amsterdam-Zuid, die beroering heeft gebracht.

Maar jongeren moeten nu zelfs erkennen, dat de overledene in deze zaak scherper heeft gezien en beter de strekking van het geding heeft onderscheiden dan zij.

.Dr A. Kuyper Jr in „Geref. Kb. Rotterdam":

Ieder wist wat hij aan Ds Van Schelven had. Hij was een Calvinist in hart en nieren, die pal stond en van wijken niet wist, als het de waarheid der Heilige Schrift, het Koningschap van Christus over de Kerk, en de eere Gods betrof.

Prof. Grosheide in „N.-H. Kbl.":

Hij is een Dienaar des Woords geweest, zooals ze in de Hervormde kerk vóór en ook in de Nederduitsche Gereformeerde kerken na de doleantie noodig waren. Het verslapte, verwaterde. Gereformeerde besef-moest worden verfrischt. De Gereformeerde leer moest helder in al haar kostelifkheid worden voorgesteld. Zoo heeft Ds van Schelven het 'gedaan zijn leven lang.

Even later:

En ten derde moet daarbij genoemd zijn groote ken­ 189 nis van het Gereformeerde kerkrecht, met de gave van het zuiver toe te passen in de praktijk. Natuurlijk openbaarde zich ook hier wel eens verschil van meening. Zoo kan er met name op gewezen, dat de arbeid van Ds van Schelven op de meerdere vergaderingen meer is gewaardeerd dan die in de leiding van de plaatselijke kerk. Voor Evangelisatie ijverde hij niet en van parochievorming was hij een tegenstander. Hij had er zijn redenen voor. Maar op classicale en synodale vergaderingen was htj in zijn volle kracht en vonden zijn denkbeelden algemeen ingang.

Ds Renting in „Geld. Kb.":

De geschiedenis onzer Kerken zal niet kunnen worden beschreven, zonder dat zijn naam wordt genoemd.

Ds H. S. Bouma in , , Kerkb. Geref. Kerk Amsterdam-Zuid":

Ook onze gemeente is dank verschuldigd aan Ds van Schelven. Bij de institueering in 1887 heeft hij leiding en raad gegeven. Later werd nimmer tevergeefs een beroep op hem gedaan. Met name in den moeilijken tijd, dien we hebben doorgemaakt, werden we verkwikt door zijn medeleven en belangstelling. We genoten het voorrecht, dat hij nu en dan onder ons optrad in den Dienst des Woords en toen we vorig jaar ons 40-jariff kerkelijk jubileum vierden, heeft hij zfjn onvergetelijk woord tot ons gesproken, dat bij allen, die het hoorden, naklinkt als eene vaderlijke vermaning, - vol wijsheid en diepte.

„De A.mst. Kb." herinnert eerst aan een historisch overzicht, geschreven door ds Rullmann, waarin deze op-4 belangrijke momenten uit ds V. Schelvens leven wijst, om d'an te cloncludeeren:

Zoo heeft Ds Van Schelven, telkens weer, in de meest kritieke oogenblikken, door het indienen van een vèr strekkend voorstel, zich verantwoordelijk gesteld voor den gang van zaken in de Kerken. Zonder deze vier voorstellen zou dan ook, naar den mensch gesproken, de geschiedenis onzer Kerken een geheel ander verloop hebben gehad.

En na dit eitaat Van ds Rullmann zegt het blad zelf:

Zeker — juist omdat hij een man was, heeft Van Schelven ook meer dan eens de pijnlijkste werkelijkheid aanvaard van het woord: „wee u, indien alle menschen wél van u spreken"; hij placht zijn overtuiging niet als oen licht onder »de korenmaat te verbergen; men wist wat men aan hem bad en voor het gehoorzaam volgen van wat hij zijn heilige roeping achtte, liet hij zich niet afbrengen door aanzien des persoons.

Hij leed er soms veel onder, wanneer men hem ervan verdacht, personen te zoeken, terwijl hij met eerlijke trouw de zaak bedoelde. Dat is ook mee het pijnlijke geweest in het kerkelijk conflict der laatste jaren: het .ging hem aan het hart, dat hij velen van wie hij anders had verwacht, een richting zag inslaan, die hij voor do toekomstige ontwikkeling van ons kerkelijk leven bedenkelijk achtte. Maar nog meer ging hem door het hart, dat die Kerk, aan wier geestelijke vrijmaking hij, door Gods genade, had mogen meewerken, een oogenblik in gevaar verkeerde, van haar vaste fundament af te glijden.

De heer Van Eek zegt in „Haarl. Kbl.":

Dat kwam nog zoo heerlijk uit op zijn SOsten. jaardag, toen 's morgens de gecommitteerden uit de wijk van Amsterdam, waarin hij vroeger met D-s Ferwerda gearbeid heeft, hem kwamen gelukwenschen. In zijn antwoord wees hij hen er op, dat z'i nu in die wijk zijn werk overgenomen hadden en dat in een tijd, waarin zooveel beroering in de kerk gekomen was en vermaande hen, zich toch krachtig en getrouw aan Gods Woord te houden. Het was een ontroerend oogenbhk.

En de heer Verleiir in hetzelfde orgaan:

Ik geloof, dat hij tegen den twijfel, waar hij dien ontdekte, wel zijn scherpste wapenen richtte, maar overigens was zijn bestiering en leiding waarlijk zielearbeid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 1928

De Reformatie | 8 Pagina's