GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De actie van de jonggereformeerden in Zwitserland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De actie van de jonggereformeerden in Zwitserland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIII.

Vóór ik nu ook weer dit terrein verlaat dat in yerband staat met socialen arbeid en inwendige zending, deel ik tot afscheid nog iets mede van het „genootschap Bouwhut", opvoedingsinrichting voor beton-en cementwerkers enz." te Glattbrugg, in de onmiddellijke nabijheid van Zurich. Dit genootschap bestaat sinds het jaar 1927; hoewel toen nog niet onder dezen naam. De schenking Dapples maakte het moigelijk, ook met dezen tak van arbeid een aanvang te maken. Mij viel te beurt met de „Bauhütte" kennis te maken. Tot nu toe zocht de vereeniging hare leerlingen het liefst te recruteeren uit zulken, die bij ons in aanmerking zouden komen voor een rijksopvoedingsgesticht. Het doel is deze jongens op te leiden tot degelijke werklui; deze opleiding draagt een beslist christelijken en nader gereformeerden geest. Ik heb de eenvoudige inrichting bezocht; de jongens zien werken; hun , kamertjes gezien en ontving een uitnemenden indruk van het geheel. Ook dit werk ligt in de lijn van het streven van mannen die de arbeiders liefhebben, voor hen leven en werken; die hen keinnen, wijl ze onder hen hebben verkeerd, met hen heb­ ben gewerkt om ten hunnen behoeve te kunnen werken. We hebben hier niet te doen met medeproletariërs, die zoo gauw mogelijk den kiel verwisselen met het jacquet en liever nog met de smoking, maar met zulken die hun „heerenpak" uittrokken en den kiel aandeden, opdat zij zouden leeren kemien degenen, die zij liefhadden, welke hefde zij niet alleen met woorden, maar ook met de daad jegens malkanderen bewezen. Wilt ge ook van dit „werk" meer weten, vraag het Bericht van Augustus 1930 aan bij de Geschaftstelle: Genossenschaft Bauhütte, Fhühgasse 56, Zurich 8. Dan kunt ge ook lezen van de uitnemende resultaten. Men heeft van de zijde der werkgevers bizonder graag de jongens van de „Bauhütte".

Het ligt als voor de hand, dat deze groep zich niet afzijdig houden kan en wil van de jeugdbeweging. Ook Duitsch-Zwitserland heeft zijn jongelingsbond en deze bond heeft zijn orgaan. Het heet: Organ für die evangelische Jugend der Deutschen Schweiz" en draagt tot titel: Jungschar", de Jonge Schare. Deze „Jungschar" gaat met Januari zijn dertienden jaargang in. Het trof mij, dat no. 2, Xlle jaargang opent met een stuk uit Calvijns Institutie. Ik vond dan ook onder de medewerkers meer dan een bekenden naam uit den kring der jonggereformeerden. Nummer 5 vangt ook al weer aan met een stuk uit Calvijns Institutie. Eigenlijk zijn dat de eenige nummers die ik van dit orgaan inzag. Derhalve mag ik zeggen: e afleveringen 'die ik van dit bondsorgaan inzag vingen aan niet de weergave van stukken uit Calvijns Institutie. En zeer gepaste stukken: ummer vïjf met wat de Institutie zegt over .deemoed. Met terugslag op dezen aanvang komt in deze aflevering een pittig stukje voor van ds R. Groh over „Tweeërlei deeimoed". Het vangt aldus aan: eemoed is een kenmerk van een mensch vervuld van de hoogheid Gods. Aangegrepen door de majesteit van God, waarvoor aJle menschelijke groo& eid zinkt in het stof. Ik ben geringer dan alle deze weldadigheid bewezen aan uw knecht (Gen. 32:10). In nummer 2 van dezen zelfden jaargang schrijft ds Groh Oiver: e nieuwe tijd en hij vangt aldus aan: iet immer is het ouderwetsche goed. Er zijn tijden die iets nieuws brengen dat beter is dan wat tot nu toe was. Dit geldt ook voor den jongen man van onze dagen. Daarop haalt hij even de geschiedenis aan en zegt dat voor een twaalftal jaren als ideaal mensch voor de jongelui gold: e revolutionair, maar dat is anders geworden. Heil allen, zoo eindigt dit stukje, die den nieuwen tijd tegemoet treden! God verlosse hen door Christus, onzen Heere! Hij doe hen wassen in den nieuwen strijd voor Zijn rijk! Hij leide hen allen ten heiligen oorlog en ook U!

Kent onze gerefo-rmeerde jongelingsbond deze groep? Of heeft het sollen met Groen's zoo vaak verkeerd toegepast woord: In ons isolement ligt onze kracht, op den bond een verkeerden invloed uitgeoefend? In ieder geval vnl ik het adres van dit bondsorgaan geven! Ik weet van nabij hoezeer door velen onder de jongeren gevoeld wordt dat men aansluiten moet en nog eens aansluiten om sterke gelederen te vormen en elkander tot een hand en voet, oog en oor moet zijn. Van anderen leerende, gezegend worden om aldus ten zegen te zijn. De Geschaftsstelle des Bundeskomitee is Zurich, Sihlstrasze 33. Dat voor de redactie: Jb Stutz, Jugendsekretar, Küsnacht, Zurich.

Het ligt voor de hand, dat de jonggereformeerden vooral bekommerd zich betoonen met het oog op het catechetisch onderricht voor de Jongeren, en daarom bemoeien zij zich in de eerste plaats, dat de catechismus weer gekend zal worden. Het zevende nummer van de gereformeerde geschriften uitgegeven door de jonggereformeerden is eene uitgave van den Heidelberger Catechismus, in tweeerlei formaat, eene duurder en ©en wat goedkooper. Van de goedkoopere uitgave verscheen in 1930 reeds het 5—10 duizendtal en van de duurdere het vierde duizendtal. Ik wil deze uitgaven nog even bekijken. Ze zijn bizonder goed verzorgd en kunnen een© vergelijking met welke uitgave ook, bij ons in gebruik, glansrijk doorstaan. Dit getuigt voor den geloofsmoed en durf der jonggereformeerden. Ze hebben klaarblijkelijk een sterk geloof in de toekomst. Aan deze nieuwe uitgave is de oude derde ten grondslag gelegd, die in 1563 in de kerkorde van de Phaltz werd opgenomen na tot belijdenisschrift te zijn aangenomen. Verouderde woorden enz. werden vervangen door zulken die nu gangbaar zijn, doch in bizonder nauwe aansluiting met den zin van den verouderden tekst. Men is daarbij zóó consciëntieus te werk gegaan, dat in twijfelachtige gevallen de oude latijnsche uitgave van 1563 vergeleken werd. Tevens nam men over de bewijsplaatsen uit de Heilige Schrift die in deze oude uitgave voorkomen. Had men met klaarblijkelijke fouten te doen, dan werden die natuurlijk verbeterd. Het gebruikte lettertype is de mooie oud© Duitsche letter. Dat hoort er zoo bij! Er is bij deze groep volstrekt geen sprake van navolging van hetgeen ook bij ons wel eens gebeurde, te weten: dat men voor den kop van „De Standaard", „De Heraut" en ook bij andere drukwerken uit onzen kring afkomstig, dien zoo fijn gesneden ouderwetschen Duitschen lettervorm gebruikte.-Dit is iets dat als spontaan gebeurt. Geen archaïsme, doch mede 117 uit aesthetischen drang, wordt deze vorm gaarne gekozen. Bij ons hoorde men wel eens de eenvoudigen spreken van „Bijbeldnik". Nog herinner ik me uit mijn prilste jeugd dat een echte „Stanfries'', van wiens familienaam er ook onder onze predikanten gevonden worden, in argwaan de gedacht© opperde, dat in de leesoefeningen voor de kinderen op de scholen deze lettervorm niet meer voorkwam opdat ze ouder geworden niet in staat zouden zijn den Bijbel en andere boeken, waren ze met deze letter gedrukt, te kumien lezen. Ik haal deze herinnering op ten bewijze, dat er, zelfs in den lettervorm welke gekozen wordt, nog wel eens iets spreken kan.

Dit is zeker dat onder ons geen enkele uitgave van den Heidelb. Catechismus in gebruik is, die kan wedijveren met deze.

Dat de jonggereformeerde actie tegenstand ondervindt, spreekt vanzelf. Gaarne kleineert men hun doen en beginsel. Een der onzen vroeg eens aan een der meest genoemde theologen van duitschzwitscherschen oorsprong naar deze groep; uit het antwoord van den geleerde bleek, dat Mj z© geen invloed toekende. Ouderen smalen en spreken Van „Kuypieren"; ze bedoelen er mede, dat Grob en de zijnen Kuyper copiëeren. Niets is minder waar dan dit kleineerend spreken. Als die godgeleerde richtingen, die ook in ons land nog al ©en hoog woord voeren, zoozeer van „vreemde smetten" vrij waren als deze jonggereformeerde Zwitsers, dan zouden ze niet steeds weer met allerlei „neuigkeiten" komen. Over dit laatste spreek ik hier geen oordeel uit, alleen maar wil ik opmerken, dat aan hen wat meer voorzichtigheid niet kwaad zou staan als ze het hebben over „Kuypieren". Echter wel hebben ze met de gerefoirmeerden van ons land gemeen, dat ze aanknooping zoeken bij het verleden, wat op eigen bodem is geschied en dus in ^en goeden zin genomen nationaal bezit is. In het „Vorwort" antwoordende op de vraag: Hoe is de Heidelberger Catechismus ontstaan, wordt opgemerkt dat de Heidelberger Catechismus, met d© Helvetische belijdenis van 1562, en de Leerregels van Dordrecht, het belangrijkste belijdenisschrift der gereformeerde kerken is. Hier staat in dit voorwoord een kleine fout.; de Synode van Dordt wordt in 1614 gesteld; dat is eerder een druk-dan een schrijffout, de 4 van veertien gelijkt zooveel op een 9. Het „Vorwort" vestigt op vier zaken de aandacht. Twee vragen worden beantwoord: ho© de Catechismus ontstond en tot wie hij zich richt; voor wie is hij bestemd ? Hij is een belijdenisschrift. Ergo is hij een boek voor het leven. Juist dé.arom noodig voor het onderwijs aan d© catechisanten t© geven om z© voor te bereiden en te leiden tot de openbare belijdenis. Verder wijl d© Catechismus steeds weer leidt tot de Schrift diene hij voor de huiselijk© godsdienstoefening en hij biedt zeer stichtelijke lectuur voor het persoonlijk leven. In een derde woord vooraf wordt er op gewezen, dat di© oud© Catechismus zulke duidelijke antwoorden geeft op nieuwe vragen, op vragen van den dag, van den nieuwen tijd. In het vierde woord wordt nog 'iets over den tekst gezegd en beweerd dat in kerken di© wahrhaft gereformeerde kerken zijn de Catechismus ook nu nog, als voor vierhonderd jaar, in afzonderlijke Catechismuspredikatiën van Zondag tot Zondag wordt behandeld. Het wijst nog op het bizonder nut van zulk een onderricht en prediking; op de bizondere kracht, die daarin schuilt, zoowel voor het persoonlijk leven als voor dat der gemeente. Nu ik dit voorwoord voor deze uitgar© heb gelezen kan het mij niet meer verwonderen, dat wij het verblijdend bericht lazen, dat reeds, in ©en mooi aantal kerken in het kanton Zurich de Cat©chismusprediking weer in gebruik is gekomen. Daar voeg ik nog ©en tweede opmerkelijk bericht aan toe en wel uit het kanton Bern. Enkel© gemeenten in dit zoo vrijzinnig kanton wenschen niet anders dan psalmen in hun godsdienstoefening te zingen en opdat zij dit zoo goed mogelijk zullen kunnen, oefenen ze zich in het „psalmzingen" in psalmavonden.

G. KEIZER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

De actie van de jonggereformeerden in Zwitserland.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's