GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Speculatie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Speculatie.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIII. (Slot.)

n. Ook „op en om ons ©rf".

Men zal van mij niet vragen een nadere preciseering van de gevallen, welke ik thans bedoel. Ieder, die zijn oogen en ooren opendoet, heeft gelegenheid te over zich op dit gebied te oriënteeren. Vraagt men mij, waar zulke uitwassen bestaan, dan antwoord ik: op alle gebied.

Op het terrein van het zakenleven ongetwijfeld, maar ook op een terrein, waar men het veel mia.der zou verwachten. Ik bedoel thans het breede terrein van het kerkelijk leven. ' '

Helaas moet getuigd worden, dat ook op dit terrein, zoowel in de huishouding van de kerken in engeren zin, alsook in het zoo mooi ontwikkeld©

vereeiiigingsleven, verwant aan de kerken, de evenbedoelde praktijk van nalatigheid schering e: n inslag is. Men zou mogen verwachten, dat menschen, die hun Bijbel kennen en daarin de vermaning hooien, dat zij voorzichtig hebben te zijn als de slang, het beter zouden doen en een goed voorbeeld zouden geven aan anderen, die met den Bijbel niet rekenen. Doch de oprechtheid gebiedt om t© zeggen, dat het tegendeel waar is. Als ergens de slapheid hoogtij viert, dan is het wel op het kerkelijk terrein. Men kent daar voorzeker allerlei en talrijke colleges of commissies van toezicht, van controle, of hoe men die dingen meer wil noemen, maar het is meestal niets anders dan ijdel vlagvertoon.

Het is misschien niet overbodig om vóór wij nu hierop verder ingaan, op te merken, dat hier géén pleidooi gevoerd wordt of zal worden voor de invoering van een accountants-contrólc in onze kerken. Reeds eerder heb ik uitgesproken, dat het die richting niet uit moet, - zooals ik ook niet beb nagelaten uiteen te zetten, hoe het dan wèl moet.

In 1921 heb ik in „De Reformatie" (van 9 December 1921) over dit onderwerp schrijvende, erop gewezen, dat de oprechtheid in ons kerkelijk leven geschaad wordt door den boven-aangewezen misstand. Men heeft mij toen gevraagd, of die uitspraak niet veel te kras was. In antwoord daarop zeg ik, dat ik die uitspraak thans nog ten volle handhaaf.

Wat ik in de verloopen tien jaren verder hebi gezien van de praktijken in ons kerkelijk leven, heeft mij slechts in mijn oordeel versterkt. Men vergete niet, dat als de kerk, dat wil hier zeggen de leden der kerk, in hun kerkelijk samenleven, welbewust dingen doen, die in het bewustzijn der meesten, in strijd komen met de hooge eischen, die God stelt, al vergoelijken zij die afwijking zoo veel hun mogelijk is als een toch heuscli onschuldig ding, de nawerking daarvan hoogst ernstig wordt. Als in het beste van wat op deze wereld bestaat, de kerk, het bederf binnensluipt, dan is het geen wonder, dat de kerk al meer aan kracht en aanr zien inboet. Géén zonde is goed te praten, ook niet die tegen het negende gebod. En toch gebeurt dit jaarlijks in kerken en vereenigingen. En iedereen weet dit en aanvaardt dit.

Met het „toezicht" en met de „controle" in vele van onze kerken is het treurig gesteld. Men wil eenvoudig niet een werkelijk toezicht. Ieder, die z.g. gecontroleerd wordt, zou het kwalijk nemen, indien men een werkelijke poging daartoe deed; de colleges, die het toezicht opdragen, zouden evenzeer ontstemd zijn, indien de gecontroleerden een ontstemd gezicht zetten en aldus de zoete-rust en de z.g. „vrede" ook maar een oogenblik zouden worden verstoord. De keuze van de leden dier commissies van toezicht verraadt maar al te duidelijk deze mentaliteit bij de opdrachtgevers, i.c, ook de kerkeraden.

Ieder, die het leven van de kerken en van de vereenigingen op het kerkelijk terrein kent, zal dit moeten beamen. En voorzoover men nog overtuigd moet worden, leze men het verslag van de rechtbank-zitting, betrekkelijk kort geleden gehouden, waarop de zaak behandeld werd van eenj boekhouder van een diaconie, die de hem toevertrouwde gelden jarenlang in eigen zaken had geh bruikt en toen die zaken eindelijk verkeerd gingen, tot terugbetaling niet in staat bleek. De vertegenjwoordigers van de diaconie, als getuigen geroeipen, hebben in hun verhoor publiekelijk verklaard, dat zij de hun opgedragen controle steeds enkiel. als een „formaliteit" hadden beschouwd en nimmer in werkelijkheid uitgeoefend.

Dit is een van de gevallen, waarin het duidelijk blijkt, waartoe deze ellendige slapheid voert. Ik! laat geheel ter zijde, als volstrekt onbelangrijk, welke kerkelijke gezindte hierbij betrokken was. Men neme van mij aan, dat ik niet een zekere kerkgroepeering bijzonder bedoel; wel wil ik verklaren, dat ik er meer dan één op het oog heb. Het fcwaad is algemeen; de ernst en de eerlijkheid (in de toezicht-uitoefening wel te verstaan!) zijn uitzonderingen. Doch zij, die door liun tekortkomingen de misdragingen van anderen hebben mogelijk gemaakt, mogen bedenken, dat zij m e d e oorzaak zijn, dat over den naam van Christus en Zijn kerk schande is gebracht.

Ik wil op deze plaats tot niemand in het bijzonder eenig verwijt richten; ik wil slechts opwekken ieder, die in eenige positie toezicht opdraagt, maatregelen te nemen, dat dit toezicht ook werkelijk wordt en blijft uitgeoefend, opdat niet alles een bloote formaliteit blijft. Ik wil hen, die de opdracht van het toezicht aanvaarden met allen ernst opwekken, om die opdracht niet langer als een fo'rmaliteit te beschouwen, maar zich van hun taak rekenschap te geven en naar hun vei: ; mogen te vervullen. Ook wil ik hen opwekken, om, als zij zich bewust zijn tot die taak niet toegerust te zijn, den zedelijken moed te hebben, dat te bebekeimen en de opdracht terug te geven.

En voorts moge ook tot ons volk in het algemeen de vermaning uitgaan om in de beoordeeling van hen, die vielen, de vereischte clementie te betrachten door vooral goed kennis te nemen van alle neven-omstandigheden, zonder nu persé te komen tot die weekdieren-natuur, waarbij'"vóoir alles een verschooning en verontschuldiging wordt aangenomen, doch daarnaast ook ietwat consequenter te wezen in de houding jegens hen, diey naar zedelijken norm gemeten, misschien evenzeer, wellicht meer te veroordeelen zijn dan zij, die voor ieders oog zijn gevallen. Dat is óók een eisch van recht en billijkheid! De Goddelijke wetgever van Israël plaatste de doodslagers-uit-oaiachtzaamheid voor den eisch om 6f hun leven t© riskeeren, 6f in de vrijstad te blijven. (Zie O'.a. Num. 35.) In het laatste geval werden zij' dus uit het publiek© leven vrijwel verwijderd. Zou ons openbare leven ook niet worden bevorderd, indien zij, die door erger dan onachtzaamheid oorzaak zijn geworden van iemands val, zelf zich wat terugtrokken en moeite deden te worden vergeten? Met de opmerking, dat al die aan Israël gegeven wetten nu niet meer gelden, zijn wij er niet af!

Zoo gezien, keeren wij weer tot onszelf in. Ieder, die zulke toestanden kennende, daartegen niet optreedt en niet zijn stem verheft, laadt persoonlijk een last en schuld op zich. Dat anderen (leden van kerkeraden, vereenigingsbesturen e.d.) speculeeren op de goedgeloovigheid en de traagheid van de „massa" (dat zijn wij, leden van die kerken, vereenigingen enz.), dat ontslaat ons niet van de mede-verantwoordelijkheid. Ons tolereeren beteekent: een mede-speculeeren, een mêe-doen aan het ©r-maar-op-wagen, een mede-oorzaak zijn van een — ondanks alle uiterlijkheid — groeiend gebrek aan werkelijk vertrouwen, een mede oorzaak zijn van nieuwe deraillementen. Daarom moeten wij afkomen vaii alle valsche „gemoedelijkheid" en streven naar een levenspractijk, ook in deze dingen, die redelijk en zedelijk verantwoord is.

A. SCHILDER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Speculatie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's