GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De G.G.D.

Ds W. V. 't Sant schrijft in „Geref. Kerkblad Den Haag":

Sommigen in onzen tijd wanen, dat „vrede en rust" te verkrijgen zijn door het wegdoezelen van verschillen en zoeken van den grootst gemeenen deeler, maar onze vaderen hebben ook hierin, met de Kerk aller eeuwen, het Apostolisch voorbeeld gevolgd en geoordeeld, dat „eendracht, vrede en rust" alleen te verkrijgen zijn door handhaving der belijdenis en verwerping der valsche leer. Dan pas zijn we „vrede-m aker s".

Vrede-m aken; ja, dat is 'n werk, geen sentiment.

Onder een deksel.

Dezelfde schrijver merkt in een antwoord aan een opponent op, in hetzelfde orgaan:

De tweede vergissing, die (het trooste wederom den opponent) meer gemaakt wordt, is, dat het verkondigen van Christus „onder een deksel" (Fil. 1:18), door Paulus nog met blijdschap begroet, zou bedoelen: ndere leeringen verkondigen, die wel niet heelemaal goed zijn, meiar waarin toch veel goeds ligt, en dat de Filippensen daartegen 2dch dus niet enghartig moesten verzetten. Mag ik hem even terecht helpen met de op^ merking onzer kantteekenaars: n.l. van ijver tot verbreiding des Evangelies waarmede zij hun nijd en twist zoeken te bedekken"; die menschen verkondigden wel het zuivere Evangelie van Christus, maar uit verkeerde motieven. Hoe toch zou een Apostel, die toornt tegen alle dwaalleer, ineens zoo zoetsappig kunnen worden om te zeggen, dat hij zich verblijdde, ook al werd een verdreiaide waarheid gepredikt?

Een van de meest mishandelde teksten

Gehooizaamheid.

Dezelfde schrijver, in hetzelfde orgaan:

In heel de eenheidsbeweging onzer dagen, die ook haar invloed onder Gereformeerden doet gelden, treffen we wel aan: een gevoelige, warme, soms zoetige lievigheid, die verleidt tot verslapping in de handhaving der belijdenis, maar in deze beweging wordt helaas gemist het liefdevuur, dat brandt voor het Woord, het Verbond en de Kerk des Heeren; het liefdevuur, dat gehoorzaamheid werkt.

De dogmatiek van Prof. Honig.

In „De Bazuin" schrijft Prof. Honig:

Op den dag van mijn 25-jarig jubileum beloofde ik mijn Dogmatiek te zullen uitgeven. Toch is dit nog niet geschied. Zoo gaarne had ik mijn Dogmatiek nog eens rustig geheel willen overzien, alvorens haar in druk te geven. Maar het is me wel gebleken, dat dit zal moeten wachten tot mijn emeritfiat. Ik hoop, dat onze God me hiertoe nog een of twee jaar na het neerleggen van mijn ambt zal geven. Mocht het zoo niet zijn, dan kunnen mijne schoonzoons Ds Donner en Ds Delleman terstond mijn Dogmatiek in den tegenwoordigen vorm uitgeven. Ze is geheel persklaar — maar ik zou haar gaarne nog eens rustig overzien.

Velen zullen dit bericht met blijdschap lezen. Het is deze dogmatiek geweest, die hun de mogelijkheid gegeven heeft, om te werken, en om rondom te zien, om wat te hébben.

Bijbelkennis op Bali.

Ds Trouw vertelt in „Kerk en Wereld":

Merkwaardig is het gesprek, dat de bestuursambtenaren hebben gehad met de zeven, onlangs christen geworden BaUneesche gezinshoofden. Om te zien hoe groot hun kennis van den nieuwen godsdienst w£is, werd gevraagd hoe Jezus gestorven is. De één antwoordde na eenig nadenken: „hij heeft zelfmoord gepleegd". Dit had hij opgemaakt uit de woorden „hij heeft zich zelf geofferd". Een ander meende, dat men Jezus „door letters" had gedood. Die letters waren in zijn voorstelling magische woorden. Dit alles was een interpretatie van de balineesche vertaling voor „schriftgeleerden". Men had dit niet anders kunnen weergeven dan door de omschrijving „menschen, die aan letters de hoogste waarde toekennen".

Eigenlijk heel begrijpelijk, dit alles, als men de beteekenis der woorden, den gedachtengang van het volk ginds, zich indenkt.

Een bewijs al weer, hoe moeilijk het voor de zending is, zich te verplaatsen in den gedachtengang der inwoners van het land, waar men werkt

„Vrijdenkerij".

„De Stroom" herinnert aan

Een door prof Leo Polak ingezonden stuk in het „Handelsblad" van 20 Oct. Dit stuk had de bedoeling te protesteeren tegen een artikel over „Oud-en Nieuw Atheïsme" en tegen het gebruik, dat daarin gemaaki werd van het woord „vrijdenkerij". Prof. Polak hoort in dit woord iets kleineerends en zegt, dat men toch ook niet spreekt van „gelooverij". Zooals men in de kringen van nog niet al te zedelijk en geestelijk bedorven vrijdenkers spreekt over het Geloof en de Geloovigen en niet van gelooverij, zoo vraagt prof. Polat voor de vrijdenkers denzelfden eerbied en daarom hoopt hij, dat men in de kringen der geloovigen niet meer zal spreken van „vrijdenkerij", maar van de Vrije Gedachte, de Vrijdenkersbeweging.

Ik kan mij begrijpen, dat prof. Polak in dat woord „vrijdenkerij" iets van geringschatting hoort. De redactie van het „Handelsblad" zegt wel, dat zij het eenmaal geijkte woord vrijdenkerij nooit geringschattend gevonden heeft, ik voor mij hoor daarin wel iets van mindere waardeering. Maar dit daargelaten eou ik willen vragen of met het respect, dat wij voor „'s tegenstemders geestelijke overtuiging" moeten bezitten, niet gepaard kan gaan een afkeer voor een naam, die nu wel eenmaal geijkt is, maar bij eren doordenken geen bestaansrecht heeft. Dr G. H. T. Senden merkt in „De Hervorming" van 22 October ten opzichte van de „Internationale van proletarische vrijdenkers" zeer terecht op „dat de naam „vrijdenkers" hier al zeer dwaas is, omdat slechts een aan de klasse gebonden denken wordt erkend; wij zouden liever spreken van een van klasse bezeten denken". Men schrijft trouwens in die kringen zelf, den naam „vrijdenker" dwaas te vinden. Prof Polak zal zeker wel willen gelooven, dat onze ervaring met velen, die zich gaarne met dien naam betitelen, geen andere is dan die van een dwaze aanmatiging, omdat men dikwijls nog niet eens aan het denken toe is. Maar bovendien: wanneer wij altijd weer bespeuren, dat „vrijdenkers" zich tegenstanders gevoelen van het geloof en van de geloovigen, is het dan geen tijd om eens duidelijk uit te spreken, dat geloof en vrij denken geen tegenstellingen behoeven te zijn en het voor duizenden inderdaad ook niet zijn?

Als men de „vrijdenkei-s" zoo eens in een vergadering hoort debatteeren, wordt de waarheid van het bovenstaande wel fel belicht. De naam is e i g e n 1 ij k dóm. Evenals de God-loosheid.

Kerk en politie

Prof. Grosheide schrijft in „N.-H. K.bl.":

Het vraagstuk kerk en politiek is ook in Nederland wel bekend. Het zijn vooral de liberalen geweest, die den godsdienst goed vonden in de binnenkamer en die tot op den huldigen dag de Christelijke partijen beschuldigen van vermenging van kerk en politiek. Voor den socialist is godsdienst op zijn best privaatzaak. In geen geval zal de kerk zich hebben te mengen in de zaken van het publieke leven.

Van onze zijde zijn de dingen anders gezien. Wij hebben gepleit voor de heerschappij van het Woord Gods op het geheele levensterrein, ook op dat van de staatkunde. We hebben gezegd, dat het onmogelijk is den mensch in stukken te deelen. Men kan niet in de kerk een Christen en in de poHtiek een heiden zijn. Daar is een levenseenheid, die bepaald wordt door het beginsel. Zoo is er ook een tijd geweest, dat onze Gereformeerde predikanten de beste propagandisten waren voor de Antirevolutionaire partij. En dat dit nu nie< meer zoo is, is niet, omdat onze dominees dat thans niet meer mogen of kunnen doen, masir omdat er langzamerhand een groot aantal beroepspolitici is gekomen, dat hun taak heeft overgenomen.

Ik vrees, dat dit laatste de eenige oorzaak niet is. In bizonderheden behoef ik hier niet te treden, want dat heb ik al eens gedaan.

Slechts nog dit

Indien de „kerk" het voorbeeld gaat volgen van de „interkerkelijke pers", d.w.z. indien ze óók gaat zeggen: wij nemen binnen onzen gemeenschapskring het concreet-bestaande als basis van operatie aan, en passen daarop geen verdere keur naar den voor è, lle terreinen geldenden eisch der wet Gods toe, en geven aan alle binnen onzen „sector" zich presenteerende kringen gelijke aandacht, en eer (aan de stoute kinderen zelfs wat extra veel, en aan de menschen, van wie we vertrouwen, dat ze niet wegloopen, desnoods een beetje minder), — ik herhaal: indien de „kerk" dit voorbeeld gaat volgen, dan zullen de dominees, die nu nog af en toe goede diensten mogen bewijzen in verkiezingsdagen (mits ze verder niet te stout zijn) geheel en al ophouden, steun te verleenen. Ze zullen dan ook zeggen: bij ons, in de kerk, hebben we zooveel staatkundiggereformeerden (komt al voor), of: mijn collega, in een ook zich gereformeerd noemende kerk, heeft reeds zooveel gewonnen voor de Democratische Unie, dat ik, lettende op wat in mijn „kerk" empirisch gegeven is, aan al die groepen gelijk recht geef, en verder geen toets van critiek meer aanleg. Ik zal ze o m b e u r t e n uitnoodigen ons over Gods Woord neutraal in te lichten (d.w.z. de omgekeerde wereld verkiezen, want Gods Woord moet natuurlijk óns richten, ook onze bestaande gxoepeeringen).

Men denkt misschien, dat ik spoken zie. Ik vrees, dat het anders is. Ik ken al kerken, waar staatkundiggereformeerden in den kerkeraad gekozen zijn.

Maar al zou in de kerk, die hij dient, ook het aantal van politieke schakeeringen nóg zoo groot zijn, daji moet de predikant durven blijven profeteeren, d.w.z. Gods Woord doen spreken, óók, als hij het noodig acht, tegen de politiek b.v. van Docent Kersten. Alleen zulke predikanten kunnen de christelijke politiek op den duur nog helpen.

Zag nu de politieke pers ook maar altijd, dat zij (dio predikanten) daarbij een principe toepassen, dat die pers voor zichzelf in den ban gedaan heeft; ... misschien kwam er dan weer wat meer profetisch karakter in.

DnivlentaUen-dnizendtallen.

De „N.R.Ct" schrijft:

Een medewerker schrijft ons:

Het Lutherlied „Een vaste burg is onze God" is het klassieke lied van de hervonningsviering. Merkwaardig is, dat dit lied, behalve bij de Lutherschen en in particuliere samenkomsten, tot voor betrekkelijk

korten tijd in onze vaderlandsche Protestantsche kerk nooit is gezongen. In de Ned. Herv. Kerk heeft het eerst zijn intrede gedaan met de invoering van den Vervolgbundel omstreeks 1870. Het was tevoren door : , |; Nederlandsche Protestanten weliswaar meermalen ï: * vertaald, o.a. door den rijmlustigen Carolus Tuin-, ; ? iman, 'die in 1699 predikant te Middelburg was ge-|; '; worden en wien de heldhaftige tekst uit het hart was ï, 'i gegrepen. Want deze Tuinman was een heftig polemist ? ¥ tegen allerlei ketters, die hij ook in zijn dichtbundel Piijmlust met scherpe aanvallen bestookt heeft. Zijn vertaling vangt aan met:

„Een.vaste Burgt is God altijd Een goede weir en wapen, Die ons uit alle nood bevrijd Hoe slegt het staat geschapen."

De thans algemeen gebruikelijke en aan den Vervolgbundel der Hervormden ontleende tekst is van J. J. L. Ten Kate, die in zijn Luther's Harp ook dit gedicht heeft vertaald.

Het is bekend, hoe vrij de samenstellers van Kerke-, lijke liederenbundels met den letterkundigen eigendom plegen om te gaan; zij brengen zonder schroom i; . aanvullingen, schrappingen en verbeteringen tot stand. 'Zoo heeft de synodale commissie, die blijkbaar een weinig schuw was voor al te concrete herinneringen aan de verschrikkingen der hel, een wijziging aani gebracht in Ten Kate's

I „En grimde ook d'open hel ons aan Met al haar Duiv'lentallen",

hetgeen een equivalent was van Luther's

„Und wenn die Welt voll Teufel war und woUte uns gar verschlingen."

De synodale commissie heeft deze „duiv'lentallen" door „duizendtallen" vervangen!

Inderdaad, vriend Ten Kate, J. J. L., heeft één ding op zijn geweten, en de synodale commissie een tweede.

1, Als men eenmaal het Lutherlied zelf kent, kan de ittederlandsche bewerking niet meer bevredigen. Reeds '^lè 2e regel niet. „Wehr und Waffen" werd „toevlucht", asyl; daar zou op zichzelf al een heele kommentaar op te schrijven zijn. En dan geen al te vriendelijke voor den nederlandschen stam.

Hoewel die het ook niet helpen kon.

Boomsche litnrgie.

LjDe Stroom" schrijft, in verband met de roomsche |urgie:

Het centrale deel van het kerkelijk ritueel, de Mis pijv., is tegenwoordig de samenvatting van gebeden en ceremoniën gedurende vele uren, maar stil-aan teruggedrongen binnen een simpele 20 minuten, hoogstens een half uur, waarin bij den bedienaar, den priester dus, een concentratie van gevoelens en gedachten wordt ondersteld, verre gaande boven de psychische (en physieke) vermogens van een gewoon _ menschenkind. Uitgeschakeld zijn hier allerlei bedieningen, om deze te symboliseeren door de gedach-[enlooze, schier speelsche handelingen van een knaapje, terwijl dan nog aan de gemeente, namens wie het koorknaapje, gewoonlijk uiterst slordig en onverjstaanbaar, spreekt, zoowat alles ontgaat. Hier is dus: Jet de dienst van het wezen, maar van den vorm, ran het dan zinledige, fatum van alle liturgie die fewoonte, sleur wordt. En hoe verder wij uit de huurt ran de Mis geraken, hoe erger dit verschijnsel wordt. Tot alles zóó ver is verechrompeld, dat het verdwijnt als bij stilzwijgende afspraak.

Ds Ekering over het chiliasme.

|n „Amst. Kb" (hervormd) schrijft Ds L. C. W. Ekering pv Hand. 15:13—18:

Jacobus spreekt ervan hoe door Petrus verhaald is hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit hen |en volk aan te nemen voor Zijn Naam". En na dit feit geconstateerd te hebben, hetgeen ook Paulus' en Barnabas' getuigenis (vs. 12) had bevestigd, toont Jacobus aan, dat dit ook niets verwonderlijks is — des Heeren Woord had het immers te voren reeds zóó gesproken.

Welke Schrift haalt Jacobus dan daarvoor aan? A mos 9 : 11 en 12!

Deze exegese door den Heiligen Geest van die Amos-^ profetie is hierom zoo merkwaardig, omdat de Chiliasptische beschouwingen van het volk Israël, vleeschelijk uit Abraham gesproten, als hebbende alsvleesché-1 ij k volk nog een bijzondere positie in de Nieuw-Testamentische bedeeling, in deze profetie wel heel iets anders moeten lezen, namelijk een der vele O. T.sohe beloften, die in de Nieuwe Bedeeling voor 't Israël naar vleeschelijken zin nog in vervulling zullen gaan.

Niemand sterker dan èn de Heere Jezus Christus èn Zijn apostel Paulus hebben deze chiliastische verwachtingen voor Abraham's zaad naar het • Icesch opzettelijk weersproken — reeds toen leefden die; gelijk ook de Kerkvaders (Augustinus!) het wpcrstonden en de Kerk èn in Roomschen èn in Lutherschen èn in Gereformeerden vorm dit heelt gedaan.

Jacobus' exegese van Amos 9 : 11 en 12, als zijnde belofte niet voor Israël in vleeschelijken zin, het symbolisch Israël der Oude Bedeeling, maar voor het wezenlijk Israël, d.w.z. Abraham's zaad naar den Geest (Rom. 4! Galaten 3! enz.), ligt geheel in diezelfde lijn.

Dat „symbolische" zouden wij zoo niet uitgedrukt bben.

Psalm 87 in afrikaansche bewerking.

|it. het „Maandblad der Geref. Kerken in België" |m ik over Psalm 87 in het Afrikaansch:

Hoe grondvas staan Jerusalem se walle. Gods ew'ge bergwerk wat nie skok of skud! Bo al die Jakobs-wonings, huis en hut, het God aan Sions poorte 'n welgevalle. y

O Koninklijke stad, maak wyd jou woning: God self wil jou laat groei op groter wys, en wat ek hoor, is lof, jou naam tot prys; die vyand selfs kom nou met eerbetoning.

Egipte en Babel, Filistyn en More, ook Tiras ken my Naam als hoogste skat. Hul almal noem jou nou die moederstad, en lofsing: Dié en dié is daar gehore!

Geen vijand meer; geen oorlog, spiese of dolke Maar al die aankom uit die volkeskaar, sal uitroep: Dié en dié 's gebore daar! En God sal'seen die nuwe bond van volke!

Die Here self sal tel die duisendtaJle, en opskryf: Dié en dié 's gebore daar! En singend sal dit opklink uit die skaar: Ons heilsfontein stroom neer uit Sions walle!

Misschien wat vrijer, dan wij zouden willen. Toch mooi.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1932

De Reformatie | 8 Pagina's