GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zondagsscbool.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zondagsscbool.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Ds Gispen vertelt dan de oprichting van de Nederlandsche Zondagsschoolvereeniging en die van de Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging „Jachin", om vervolgens, onder het opschrift Twee wegen — één doel, er nog dit van te zeggen: „Dat de N. Z. V. het ontstaan van de Z. V. „Jachin" niet met handgeklap kon begroeten, ligt in den aard der zaak. De N. Z. V. toch is de oudste en uitgebreidste en is zich bewust van haar doel: den kinderen des volks het brood des levens te geven, dat velen hunner zes dagen onthouden wordt. Uitnemende mannen, wier namen bij allen, die Christus en Zijn Koninkrijk liefhebben, in eere zijn, riepen haar in 't leven, en hadden jaren lang gaven en krachten aan de uitbreiding en den bloei der Zondagsschool gewijd. Voor den breeden co^nfessioneelen grondslag der Vereeniging is, met het oog op den tegenwoordigen toestand van Kerk en Christendom, veel te zeggen, te meer daar de plaatselijke besturen geheel vrij zijn, en het recht bezitten, om zoo confessioneel mogelijk te wezen. Aan den anderen kant is ook veel tegen een zoo breeden grondslag in te brengen. n ^ ^ T £1-ï • •» 1 •> y - ^ . . den Gereformeerden vorm geopenbaard. Heel ons volksleven draagt den Gereformeerden, niet den Lutherschen of Mennonieten stenapel; geheel onze overlevering is Gereformeerd, en het grootste deel onzes volks draagt nog den naam, aan de Gereformeerde Kerk en Belijdenis ontleend. Bij de strekking van „Jachin" werd dan ook vanwege het bestuur der N. Z. V. verklaard, „dat zij, na de bekomen inlichtingen, het recht tot de oprichting van „Jachin" konden erkennen. Hun verzoek, dat beideVereenigingenniet tegenover maar naast elkander zouden arbeiden, werd door heel de vergadering beaamd". Twee wegen dus, maar één doel. Ook de leden van „Jachin" willen niet in de eerste plaats twistende theologantjes kweeken, maar de kinderen te leiden tot Jezus, is hetgeen zij beoogen. Zij meenen echter zekerder tot dit doel te zullen komen, als zij uitgaan van de belijdenisschriften der Gereformeerde Kerk, en wenschen waarborgen dat zij, die in de Zondagsschool arbeiden, zelven gezond zijn in het geloof, en in het kinderhart de kiemen niet planten van dwalingen, die bij het opwassen blijken een ongereformeerd geslacht te kweeken. — Het bestaan van twee Zondagsschoolvereenigingen in ons land bewijst onzes inziens, dat men ook op dit gebied de vraag naar Kerk en Confessie op den duur niet ontwijken kan. Hoe meer het Christelijke leven zich krachtig openbaart, hoe meer de Geest des Heeren „ijver" en „onlust" in de harten werkt, hoe meer ook de Kerk, haar nood en hare roeping, voorwerp van aller belangstelling zal worden, hoe meer het blijken zal, dat de historische lijn, voorwaar niet door menschelijke willekeur maar door de almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods getrokken, door menschenhanden niet kan worden uiteewischt. Wel zouden vele uitnemende mannen het anders willen, wel vleien zich velen met een Christendom en met een Christelijk leven „hooger dan de Kerk", maar de ondervinding leert dat het leven niet van zijn door God gegeven openbaringsvorm kan gescheiden worden. Op den bodem van alle vragen, school, zending, godsdienstig leven betreffende, ligt het Kerkelijke vraagstuk" (nr 21).

In eenige volgende beschouwingen tracht Gispen nu aan te toonen, in welken zin hij kerkelijk verband voor de Zondagsschool wenschelijk, mogelijk, onmisbaar acht. En omdat de opvoeding van de leden der gemeente welbeschouwd geen particuliere onderneming maar roeping der Kerk is, heeft elke kerkeraad het natuurlijk recht om de Zondagsscholen, die van de leden der gemeente uitgaan, te kontroleeren, maar ook de verplichting om de scholen te bevorderen.

In nr 60 van „De Heraut" wijdt Gispen een woord ter nagedachtenis aan Samuel Hendrik Serné: „In den namiddag van Woensdag 22 Jan. 1.1. waren op het kerkhof te Bergklooster, ruim een half uur van Zwolle gelegen, honderden menschen bijeen. Een Christen werd op dat oogenblik begraven, die in de consciëntiën der menschen als een Christen openbaar was geworden. In de harten der kinderen en der ouden heeft Serné getuigenis achtergelaten, dat hij een Christen was. Schier van zijne jeugd af heeft hij al de krachten van zijn rijken geest gewijd aan de zaak des Heeren, wiens ootmoedig dienaar hij was. Als Anna Maria Schuurman, zoo kon ook hij zeggen: ggïï^ljLJiêföl/liaif ^^^r^mtlli Mi ae^ièraiza^ifiuèü en de afzondering. Het alleen zijn was niet zijn keus, maar zijn lot. Niets menschelijks was hem vreemd. Maar het menschelijke te doordringen met den Geest van Christus, het te heiligen en te richten tot eere Gods, dat was het doel van zijn leven. Dat was het, waarom allen, die hem kenden, hem zoo hef hadden. Voor de Zondagsschool was Serné alles. De vele Zondagsscholen, die in en rondom Zwolle zijn, ontvingen rechtstreeks of • zijdelings door zijn invloed aanzijn en bloei. Zijn „Hosanna" en „Zondagsschoolliederen" waarborgen hem eene plaats in harten en huizen en scho^ len en vereenigingen, waar men geleerd heeft God te verheerlijken met vroolijk gezang. De jongelingsvereeniging had zijne liefde. Voor haar leefde hij, zoolang hij kon. Haar bloei was de blijdschap

van zijn leven. Was het niet vooral met bet oog op haar, dat hij die keurige kaart van PiaJestina teekende? In hoe menig© Christelijk© school, op hoe menige studeerkamer, troffen we die kaaxt niet aan! En voor wie weet, dat die kaart van Palestina en van Java en van de Middellandsche Zee de vrucht was van nachtelijken arbeid, als de teekenaar zijn dagtaak op het kantoor volbracht had, hebben die kaarten eene bijzondere aantrekkelijkheid. Het was zijn aanleg, zijne liefhebberij zoo gij wilt, maar de drang tot werken was geheiligd bij hem door de liefde van Christus. En als we dan bedenken, dat de verzamelaar en componist van zoovele Christelijke liederen, die man, die in de moderne talen zich zeer_goed kon doen hooren, de verdienstelijke teekenaar, de ijverige Zondagsschool-onderwijzer en leidsman van Zondagsschool-onderwijzers, nooit schoolonderwijs heeft genoten, maar door „self-help" geworden is wat hij was; dan beseffen we wat rijkdom van „singuliere gaven" aan hem was geschonken. —

De opeengepakte schare, tusschen welke de lijkwagen, gevolgd door niet minder dan een en twintig rijtuigen, zich langzaam voortbewoog, gevoelde het, dat in Serné een der beste en achtenswaardigste burgers ons ontvallen is. En toen het: „vrome, vroeg gestorven vrinden", en „Het vrome volk in U verheugd" over den doodenakker weerklonk; toen verschillende sprekers, in dicht en ondicht, den gestorvene herdachten, en eene bed© tot God de aandoenlijke plechtigheid besloot, toen gevoelden allen het, dat een goed man, een oprecht Christen gegaan was tot zijne ruste. — Serné was een Bijbelsch Christen; in dat woord is alles gezegd. — Zijn laatste werk op aarde was voor de Zondagsschool. Tot nauwelijks een half uur voor zijn dood was hij bezig met het sorteeren van Zondagsschool-kaartjes. — Toen zijn lijk op het kerkhof gedragen werd, zongen de Zondagsschool-kinderen van de buurtschap hem dan ook het laatst vaarwel toe, met het door hem uit het Engelsch vertaalde en op muziek gebrachte lied: „Nimmer scheiden", waarvan het liefelijke koor luidt:

Zoo wij gelooven in Gods Zoon, Dan juichen w' ook eens voor den troon; Dan zien w' elkander zalig weer, En scheiden nimmer, nimmermeer!"

Nog vier jaren bleef Gispen als schrijver van de rubriek „Zondagsschool" aan „De Heraut" werkzaam. Bij het eindigen echter van den jaarkring 1882 legde hij, wat dien arbeid betrof, de pen neder. Het was hem, bij veelvuldige ambtsbezigheden, niet mogelijk, over de theorie en de in--ïif\%ft]^(M, ^aY-^ag^ffibeft^ ^fi^^ngf^e^m'^Vaii^a was. Daar kwam bij, dat hij, sedert vel© jaren, in „De Bazuin" schreef. Met de richting, die „De Heraut" vertegenwoordigde, was hij niet in alles homogeen. En zoo geschiedde het somtijds, dat hij, in „De Bazuin", beschouwingen leverde, die rechtstreeks of zijdelings tegen „De Heraut" waren. Dat was, voor zijn gevoel, 'een min aangename positie, die hem voorkwam niet noodzakelijk to zijn ter wille van oen of ander groot belang, waarom hij vrijheid meende te hebben, zich zelven althans van dit min aangename gevoel te mogen bevrijden. In een persoonlijk afscheidswoord betuigde hij zoowel aan de redactie als aan de lezers openlijk zijn dank voor d© toegenegenheid hem als medewerker geschonken. Beide bood hij zijn broederlijk© groete aan, met de bede, dat alle arbeid in en voor het Koninkrijk Gods, en niet het minst de Zondagsschool, rijkelijk mocht gezegend worden.

Nog moeten we hier melding maken van een toespraak over de Zondagsschool den 2den Juli • 1879 door Gispen op het Zendingsfeest te Wiolfheze uitgesproken, en geplaatst in „Zalsman's Jaarboekje" voor 1880: „Laat ons, zoO' eindigde hij, met al wat in ons is, de Zondagsschool bevorderen. God roept tot dien arbeid. Hij wil niet dat we ledig staan op de markt, of het ons geschonben talent begraven. Het bevel des Hteeren moet allen dringei^ om wakende eil werkende te zijn ©n daarin getrouw bevonden te worden in de ure zijner ontzaglijk© toekomst. En daarbij, de nood der tijden dringt. We hebben geen oogenblik te verliezen. D© vijand is machtig en listig, en het eeuwig wel of wee van tienduizenden hangt er aan. Daarom de hand aan den ploeg en niet omgezien, maar gewerkt zoolang de dag duurt. De Zondagsscholen moeten nog vertienvoudigd worden. De gemeente des Heeren moet zich, vooral op dit gebied, meer hare roeping bewust worden. De Zondagsscholen moeten worden het eigen arbeidsveld der Kerk en uit handen der particulieren overgaan in de handen der gemeente. Die kinderen des volks, zijn ook kinderen der kerk. Ze zijn gedoopt in den) driemaal heiligen naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Ze zijn, rechtens en historisch, kinderen der belofte en des verbonds. Daarom heeft de Kerk ©en heilig© roeping ook op het gebied der Zondagsschool te vervullen. Onder haar opzicht en tucht behoort de Zonda^sr'ichool te staan, en niet als de priester en levi©t mag d© Kerk doen met al die verslagenen op den, weg, maar ze moet hen opnemen, verzorgen ©n aan hun eeuwige behoudenis arbeiden. Voor d© Zon­ dagsschool vragen we dan, in naam des Heeren, uw© krachten. O, onttrekt u niet aan een arbeid, waartoe God allen roept, die Hij daartoe eenige gaven gegeven heeft. We vragen uw tijd. In plaats van te wandelen op 's Heeren dag, gaat, en werkt in Zijn wijngaard. Het zal uwe zaligheid heerlijk maken reeds in dit leven. We vragen uw geld, uw invloed, bovenal uw vurig gebed! O, laat ons allen werken, zoolang het dag is, opdat een naivolgend geslacht den zegen der Zondagsschool rijkelijk geniete en luide verkondige".

Verder vonden we in het „Gedenkboek" der Nederlandsche Zondagsschool-Vereeniging, uitgegeven.bij gelegenheid van haar veertigjarig bestaan (1866—1906) nog deze bijdrage van Gispen: '„Evenals elk die, in hooger of lager kring, geroepen, is onderwijs te geven, zoo wordt ook de onderwijzer, of de onderwijzeres, op de Zondagsschool onderwijzende, zelf onderwezen. Want om goed onderwijs te geven is noodig, vooraf zelf goed te studeeren. Wie zijn onderwerp niet machtig is, kan er niet goed over spreken. Hij kan woorden en klanken uitgalmen, maar geen gedachten me©deelen die bij anderen gedachten opwekken, en hen tot nad©nken stennnen. De taak van den onderwijzer, of van de onderwijzeres, op de Zondagsfschool is dan ook niet alleen ernstig maar ook, moeilijk. Die taak omvat meer dan de kinderen een keer zoet te houden. De verborgenheden van Gods Woord moeten aan het kind worden medegedeeld. Voorzoover dit kan en mag; en op het middelpunt van geheel de Schrift: Jezus Christus, moet altijd de aandacht des kinds gevestigd worden. Niet kinderachtig, maar kinderlijk moet het onderwijs zijn. Om zoo te onderwijzen moet men "zelf kinderlijk zijn. Liefde tot het kind is noodig, maar niet voldoende. Er behoort ook' verstanld toe, en, in hooge mate, hetgeen men „tact" noemt. Ook dit is Gods gave. Daarom: hoe meer wij onze eigen onbekwaamheid voor die taak beseffen en gevoelen, hoe bekwamer wij zullen worden om haar, naar behooren, te volbrengen".

Stond Gispen hier het beeld van zijn vroeggestorven Zwolschen vriend Serné welhcht nog voor ' oogen ?

RULLMANN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Zondagsscbool.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's