GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Brahms-Herdenking Zijn „Deutsches Requiem” te Rotterdam.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brahms-Herdenking Zijn „Deutsches Requiem” te Rotterdam.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Kon. Christelijke Oratoriumvereeniging „Excelsior" te Rotterdam sloot de maand Januari mot een uitvoering van Brahms-werken.

Honderd jaren scheiden ons van de geboortedatinn van dezen componist (7 Mei), en zoo werd de uitvoering van „Ein Deutsches Requiem", voorafgegaan door de „Tragische Ouverture" en het „Schicksalslied", een passende herdenking van den giooten musicus.

Passend, in drieërlei zin.

Ten eerste is Brahms ©en componist van zoo groote begaafdheid geweest, dat het in deze jubileumzieke tijd een schande zou zijn, als onze aandacht niet van de gelijk-en gelijk-vormige recepties, avondjes, en enveloppes, geleid werd naar do een-en veelvormige kunst, die in Brahms' werk een hoogtepunt bereikte.

Ten tweede was het zeer passend bij de aand van de avond, om juist het „Requiem" op het programma als hoofdnummer , te plaatsen: muzikaal en historisch bestaat daar alle reden voor. Wjel werd er, door de buitengewone achting die Schumami voor zijn werk had, op Bralims gelet, maar de publieke erkenning van zijn kunstenaarschap, do sterke invloed van zijn sterk talent dateert toch van de uitvoering in 1868 van zijn Deutsches Requiem, al drong die niet met één stoot door.

Wat ook niet toevallig was, want met name deze compositie is typeerend voor de wijze waarop Brahms zijn meesterschap heeft bewezen.

Ten slotte was de herdenking passend door de artistieke manier waarop de uitvoerende vereeniging met orkest en solisten het ingewikkelde muzikale Brahms-bouwwerk voor enkele oogenblikken deden herrijzen. Zoo kon de her-denking, het weeroverdenken gelukkig tegelijk zijn een her-in-nering,

een opnieuw innerlijk doen leven. Zoo werd voldaan aan de verplichting om een grootsche compositie van den meester ook grootsch uit te voeren.

De „Tragische Ouverture" werd door het Residentieorkest als eerste nummer, en dus werkelijk als ouverture gespeeld. , Dat lijkt nogal natuurlijk, maar mag toch afzonderlijk vermeld in een tijd als deze, nu de Oiftuvres en hors-d'oeuvres varies der radio-programma's alle zin voor gezonde volgarde dreigen te ondermijnen. „Aan ©en bepaald geval, een bepaalde gebeurtenis, is de Tragische Ouverture niet verbonden: zij is door haar klank eenvoudigweg tragisch", zooals de toelichting in het programma zegt. Van de drie uitge'voerd© composities gaf deze dus het minst houvast aan luisteraars, ' die voor het rechte genot van hetgeen ze hooren een drama zich moeten voorstellen of een natuur-gebeuren moeten her-beleven; die steeds geneigd zijn te vragen: wat stelt die muziek voor? Fremersberg-en Slag-bij-WaterloOi-sensatie is aan de Tragisch© Ouverture vreemd; zuiver-muzikale stemmings-muziek is het, iiiets anders verduidelijkend dan de aard van het gevoel waaronder de componist geïnspireerd werd.

Het „Schicksalslied", een gedicht van Hölderlin^ heeft tot onderwerp: de mensch die op aarde een strijd heeft, rusteloos zwerft, in tegenstelling met d© gezaligden, genietend van de rust der hemelsche heerlijkheid. Een geschikte stof dus voor muzikale meditatie, eji als nummer op het programma na de Tragische Ouverture ©en juistgekozen tusschenvorm: het Schicksalslied .bereidt uitvoerders en hoorders op geleidelijk© wijze voor op het Requiem, waarin de verwante gedachte en de gelijksoortig© muziek tot rijker ontplooiing komen.

In de uitvoering viel mij op de uitstekende beheersching van de dynamiek; treffend wag d© overgang van de „ewige Klarheit" der , , Himmlischen" naar het aardsch-menschelijk©: „Doch uns ist gegeben, auf kelner "Statte zu ruh'n".

De slotnoot werd niet geheel zuiver getroffen, maar dit was niet meer dan een kleine herinnering aan de menschelijke onvolmaaktheid, daar de koren •en het totale ensemble in hetgeen volgde zich uitstekend hielden.

Tot zoo ver werd, de eerste avond, het programma, per radio uitgezonden. De luisteraars voor de microfoon hebben dus geen indruk gekregen van het belangrijkste en mooiste, dat in de kerk (do Zuiderkerk aan de G-lashaven) te genieten viel.

Het „Deutsches Requiem" grijpt in opzet ©n uitwerking ver boven d© twee voorafgaand© composities uit.

Uit het geheel© oieuvre van Brahms blijkt, dat het feit van de vergankelijkheid des menschen diep-indruk op hem heeft gemaakt; zoo kon hij in ©en compositie, gedragen door de hoofdgedachte:

„Alle vleesch is als gras, maar zalig zijn d© dood©n die in den Heer© sterven" het beste geven dat h^ als musicu^s te schenken had.

„Ein Deutsches Requim" heet dit opus, omdat het in zijn bedoeling herinnert aan de z.g. missa pro defunctis, de mis voor d© zfelen der afgestorvenen.

In de volgende opzichten wijkt Brahms echter al van het gewone requiem: de tekst bestaat niet uit de gebruikelijke formuleering van introïtus, kyrie, graduaal, en sanctus, doch uit vrijgekozen, passende Bijbelwoorden; de verdeeling in koren volgt evenmin de indeeling van de latijnsche mis; en ten slotte heeft Brahms de kerktaal vervangen door die van zijn Heimat.

Eigenlijk is dus het Deutsches Requiem een bloemlezing van passend© Bijbelteksten, waarvan de sterfelijkheid van den mensch en zijn overgang naar de hemelsche onveranderlijkheid het hoofdthema is, en die tekstenkeur zóó bewerkt, dat koren, solisten ©n orkest uitdrukking geven, jn muziek, van hetzelfde dat de woorden in ons wekken.

Programma-muziek kmmen w© het niet noemen, of we moeten dat woord eerst ontdoen van de onaangename bijklank die het veelal heeft.

Accentue©r©n m©©r dan illustreeren is het do©l en resultaat van Brahms' muziek. Daarvoor neemt hij te baat allerlei traditioneel© èn modemer middelen. Hierdoor is ler over het karakter van zijn muziek vaak en hevig gestreden, eta vormt Brahms een gewild ohject voor rubricisten onder de toonkunstbeschrijvers.

Door de bewe©glijkh©id van zijn muzi©k, tcTwijl het religieuze karakter gehandhaafd blijft, heeft men hem, den Bachvereerder, tegenoiver, later gedeeltelijk naast, Wagner kunnen stellen.

Door zijn afkeer van neven-actie zooals in de opera ©n muzikal© „Spielerei" zonder diepgang zookt men de tegenstelling met Handel en Biruckner te verklaren.

Toch komt men : zoo niet verder dan tot het af-* grenzen van Brahms' muziek naar de meest-opvallende antithetische buitengebied©n.

De moeilijkheid van de rubrioeering schuilt in het feit, dat in Bi-ahms verschillende stroomingen saamgevloeid zijn, en dat hijzelf allerminst ©en markant© strijdfiguur was, al heeft zijn positie hem er wel ©ens toe gebracht een tijdlang de muzikale leider te zijn van een duidelijk-gekleurde partij. !

Het oude, waarvoor Rrahms geestdriftig kon zijn, behield hij, doch trachtte het tegelijk verder te brengen dooi opnam© van nieuwere elementen die hij bruikbaar vond. De sterkte van d© Bachsche contrapuntiek wist hij op die manier harmonisch te verbinden met ingewikkelde syncop©©ring en doO're©ngestr©ng©ld© harmonisti©k; de eenvoud van ©©n oude melodie kon hij daardoor verbinden aan verrassende modulaties.

D©ze eigenschappen maken dat men van Rrahms' Requiem, al wordt dit twee avonden achter elkander beluisterd, wel veel kan genieten, maar dat men dan nog slechts een klein gedeelte verwerken kan van de schoonheden, die bij voortgezette nauwkeurige bestudeering van de partituur te ontdekken vallen.

Naast het vel© dat in d© korte tijd der uitvoe^ ring muzikaal opgenomen wordt, rrioet e©n groot quantum onv©rte©rd verorberd worden; het is geen kost waar w© m©teen de eerste keer alles uithalen wat erin zit.

Daarom hoop ik van harte, dat in dit Brahmsjaar dezelfde composities van den meester, met name het Deutsches Requiem, meermalen ten gehoor© zullen worden gebracht, want pas bij herhaald inleven komen w© tot ©©n genieten, ©venredig aan d© rijke waard© van Brahms' werk.

Indien het dan wordt uitgevoerd in dezelfde geest en met ©ven goed resultaat als Excelsior dat beeft gedaan, met h©t Residentieorkest, en de solisten To van der Sluys en Max Kloos onder leiding van Albert van Raalte, die Bernard Diamant verving, zijn we op de goede weg. De uitvoering verdiende een beter bezette kerk, in ieder geval voordeeliger kaartenverkoop dan de uitvoerende vereeniging ditmaal mocht constateeren. De matige belangstelling zullen we zeker op rekening van ijs en griep moeten stellen, en dat zijn gelukkig voorbijgaande factorenI

JOH. LUIJKENAAR FRANCKEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Brahms-Herdenking Zijn „Deutsches Requiem” te Rotterdam.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's