GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDING EN EVANGELISATIE

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evangelisatie door de groote Pers. > )

De door den oorlog terneergeslagen menschheid lijdt eenerzijds aan een verlegen makenden overvloed, anderzijds aan een jammerlijk gebrek. De overstelpende veelheid is buiten den mensch, de knellende leegte is in hem. Met de veelheid, door de verbijsterende hoogte van de cultuur en techniek opgestapeld, weet hij geen weg, en voor die pijnigende leegte weet hij geen raad.

De Kerk des Heeren in haar geheel en elk belijder van Christus persoonlijk hebben in den nood van onzen sclirikkelijken tijd de groote roeping, door God hun opgelegd, wel te verstaan en — ernstig te behartigen. Ofschoon er ten dezen groote reden tot dankbaarheid is, wijl het Evangelisatiewerk al breeder terrein gaat bestrijken, toch kan en moet het nog veel grooter worden. En er zijn verblijdende perspectieven. Door den Bond voor Inwendige Zending te Amsterdam werd reeds twee jaar achtereen de Kerstboodschap gebracht van huis tot huis. Deze is ook op andere plaatsen in ons land evenzoo verspreid.

De plakkaat-zending geschiedde herhaaldelijk door de Evaingelisatie-Commissie te Leiden en te Amsterdam, uitgaande van de Geref. Kerk, en te Utrecht vanwege de Hervormde Stadszending.

Dergelijk Evangelisatie-werk, waarbij de groote klok geluid wordt, moest meer algemeen ter hand worden genomen.

Onlangs kwam mij onder de oogen „De Vredebond", „Algemeene Zendingscourant onder Hoofdredactie van L. Lindeboom, Evangeliedienaar te 's Bosch, 1871".

In'tnummer van October worden onder het opschrift „Evangelisatie", wenken gegeven en middelen genoemd, die alleszins overweging verdienen. De schrijver van dit ingezonden stuk wijst op een in .Engeland gebruikelijk Evangelisatie-middel, n.l. het plaatsen van advertenties in politieke dagbladen. Daardoor wordt een ernstig woord der Heilige Schrift, een korte gedachte, een aangrijpende vraag van tijd tot tijd onder de oogen der lezers gebracht. En dat aan duizenden en tienduizenden tegelijk, waarvan de meesten op een andere wijze moeilijk zijn te bereiken. Dat dit middel tot nu toe in ons land niet werd aangevat, wordt door den inzender van het artikel hieraan toegeschreven, dat het in den vollen zin des woords is: een werk des geloofs, waarvan wij meestal niet kunnen verwachten, op aarde vrucht te zullen zien. Toch rust op ons een zekere verantwoordelijkheid, om ook van dit koninklijke voertuig der gedachte zooveel mogelijk gebruik te maken, waardoor het zaad des Woords op éénzelfden dag heinde en verre wordt verspreid. Wat het uitwerkt ^al de eeuwigheid' openbaren. Geen enkel in 't geloof gesproken of geschreven woord gaat verloren. Het zal doen, wat Gode behaagt.

Toen ik dit las, drong de vraag zich aan mij op, of iets dergelijks thans ook onder ons niet kou en niet móést worden beproefd'. Indien God ooit rijke en schoone „kansen" gaf, dan ongetwijfeld tegenwoordig, nu de wereld, ondanks al haai' wetenschap en kunst, cultuur en techniek, radeloos en reddeloos verlegen zit.

Het is waar, door de Christelijke Radio-Vereeniging wordt het Evangelie als van de daken gepredikt. Wie nog maar eenigszins belangstelt in de hoogere dingen, kan er dagelijks van hooren. En de geliefkoosde Nicodemus-mantel behoeft daarbij niet eens te worden afgelegd'.

Maar er is een al grooter wordende kring van menschen, die volstrekt niet belangstelt in de dingen der religie. Velen hebben met den godsdienst, zoo zij zeggen, heelemaal afgedaan. Ze zijn voor alle geestelijke indrukken totaal onvatbaar geworden.

Nu is het zeer gemakkelijk om te zeggen, dat alle arbeid hier stellig is een ploegen op rotsen. In Gods Woord vindt deze koude gedachte echter geen grond. De Heere verzekert nadrukkelijk: „Mijn "Woord zal niet ledig wederkeeren. Het zal voorspoedig zijn, in hetgeen waartoe Ik het zend." „Voorspoedig", ondanks allen tegenstand, aringt het, door de mogendheid des Geestes, dwars door alle palissaden der vijanden heen. Onwederstandelijk.

Voorts hebben wij te rekenen met het feit, dat ook de meest ongeloovige en goddelooze mensch nooit geheel van God los kan komen. Een korte vraag, een aangrijpende gedachte, die een lezer onverwachts onder de oogen komt; plaatst iemand, die geheel in Godvergetelheid leefde, op eens voor het recht en den heiligen eisch des Heeren. Dit kan, door de werking van den Heiligen Geest, hem in het hart grijpen. In elk geval wordt daardoor de zware verantwoordelijkheid, die op hem ligt, op de consciëntie geworpen.

Bij allen arbeid der Evangelisatie gaan wij van de grondgedachte uit, dat wij niet voor de vrucht, maar alléén voor het werk verantwoordelijk zijn.

Sporadisch zijn reeds in de richting van wat wij met dit artikel op het oog hebben, verschillende pogingen ondernomen. Wij verwijzen naar het debat over het referaat van Ds Prins op de jaarvergadering van „Filippus". Daarbij deelde Ds C. Kapteijn mede, „dat A. B. Kleerekooper in „Het Volk" had geschreven, dat hij gaarne zou zien, dat de Bijbel was in ieder arbeidersgezin."

Aan „Het Volk" werd daarna gevraagd, een advertentie in dat blad te mogen plaatsen, waarin op deze uitlating van Kleerekooper nogmaals de aandacht werd gevestigd. Dit verzoek werd toegestaan.

„In Deventer heeft men in het „Deventer Dagblad" het recht gehuurd', om in elk Zaterdagavondnummer op de voorpagina een tiental regels te plaatsen, wèl opvallend, doch niet in advertentievorm gedrukt". (Jaarversl. „Filippus", 1934, bl. 68). Ds Aalberts van Wormerveer geeft reeds jaren achtereen gedichten in „De Zaanlander". Het „Gemeenteblad De 7000" te Zaandam van Vrijdag 18 Januari j.l. biedt op de voorpagina een artikel, door een onzer predikanten geschreven, getiteld: „Ieder het zijne geven". Kort, maar krachtig wordt daarin onze verplichting ten opzichte van elkander, en vóóral jegens God den Heere, uiteengezet. Except de advertentie in „Het Volk", betreft, wat wij hier noemden, plaatselijke bladen. Dit kleine begin mag en moet ons echter aansporen om stappen te doen, waardoor het geheele land wordt bereikt.

Allicht verwijst iemand ons naar het „Nederlandsch Christelijk Persbureau", dat het Evangelie en berichten over het kerkelijk leven brengt in couranten en dus in gezinnen, waar ze anders niet komen. Toch heeft deze arbeid een ander karakter, dan hetgeen wij op het oog hetben.

De berichten en de litteraire schouw toonen, dat het Persbureau zich meer beweegt aan den omtrek van den cirkel, terwijl wij rechtstreeks willen doelen op het middelpunt.

Zou het niet mogelijk zijn, gedurig in de groote bladen, b.v. het „Algemeen Handelsblad", „De Telegraaf", de „Nieuwe Rotterdamsche Courant", iets te plaatsen bij wijze van annonce, met opvallende letter gedrukt?

Veel ruimte behoeft zulk een annonce niet in te nemen. De strekking er van is geen andere, dan den lezers een „halt" toe te roepen, wat onder 's Heeren zegen hen tot nadenken brengen moge.

Daartoe zou kunnen dienen een scherpe tekst uit Gods Woord als:

„Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is." Psalm 32:1.

„Dwaalt niet. God laat zich niet bespotten. Want zoo wat de mensch zaait, dat zal hij ook maaien." Galaten 6:7.

Zulk een annonce zou ook kunnen zijn een enkele vraag, bijv.:

Welken wegwijzer volgt gij, als gij Gods Woord ter zijde hebt geschoven?

„Zij hebben des Heeren Woord verworpen, wat wijsheid zouden zij dan hebben? " Jeremia 8:9.

Hebt gij met allen godsdienst afgedaan? En voelt gij u daar rustig bij? Wat getuigen dan de amuletten en gelukspoppen, die ge vindt in minstens 40 procent van de auto's?

Het kan óók zijn een vermaning:

Laat Gods Woord niet langer in een verloren hoek van uw huis onder het stof liggen.

Er zijn honderden wegen, die ten verderve voeren; doch er is maar één weg des behouds.

Geloof in den Heere Jezus Chi'istus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis. Handelingen 16:31.

Alzóó lief jieeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Johannes 3:16.

Bekeert u en gelooft het Evangelie. Marcus 1:15. Die annonce kan ook zijn een gedachte, ontleend aan een onzer schrijvers. Het komt er hier op aan, dat deze met veel zorg gekozen worde.

Alles of niets.

Indien God, God is, dan is er en kan en mag er niets bestaan, onafhankelijk van Hem. God is als zoodanig Schepper, Onderhouder, Regeerder, absoluut souverein aller dingen. Hem ergens stelselmatig buiten sluiten, is feitelijk Hem loochenen en Hem Zijn Godheid ontrooven. God is nu eenmaal niets of Hij is alles voor ons. Hij is de Alpha en Omega, de Eerste en de Laatste, uit en door en tot

Wien alle dingen zijn.

Dr H. Bavinck.

Alleen als het een mensch zou gelukken zijn eigen persoonlijkheid weg te denken, zou ook het geloof aan een persoonlijk God kunnen weg­

vallen.

Prof. Land.

Op deze en dergelijke wijzen zou gewerkt kunnen worden.

Het komt lons gewenscht voor, daarbij telkens een adres te noemen, waardoor aan belangstellenden de mogelijkheid wordt geopend tot het bekomen van nadere inlichting. Dit kon allicht voor dezen of genen ©en aanleiding zijn tot het openen van een correspondentie, welke dan ook nauwgezet dient te worden behandeld.

Zulk een adres is: het secretariaat van het Centraal Verband van Evangelisatie-commissies, of een lid der redactie van „Witte Velden", van „De Kandelaar", „De Goede Tijding" of „De Goede Weg".

De kosten, aan zulk een Evangelisatie verbonden, zullen ongetwijfeld nog al ingrijpend zijn, des te meer gevoelig, omdat de Evangelisatie tot nu toe in het algemeen weinig geld heeft gekost. Doch als de redacties van de genoemde organen, en het Centraal Verband, zich op dit punt met elkaar wilden verstaan, zou er allicht wel een weg te vinden zijn, om in de kosten te voorzien.

Over de wijze van uitvoering dezer Evangelisatie valt natuurlijk nader te praten. Een daai> toe benoemde Commissie kan tot het Bureau van de Bladen zich vervoegen, om persoonlijke samenspreking aan te vragen.'

Zoo het denkbeeld' „annonce" minder aantrekt, kon worden beproefd', of op een andere plaats in het blad ruimte kan worden verkregen.

Als de buitenlandsche bladen voor deze wijze van Evangeliseeren toegankelijk bleken, mogen wij hopen, dat zij ook ten onzent mogelijk zal zijn. De Nederlandsche Dagbladpers staat vergelijkenderwijs hoog, wijl daarin nog niet is de schreeuwerige sensatie-toon, die elders de courant beheerscht.

De tijd en gelegenheid dezer Evangelisatie hangt van de omstandigheden af. Dit zou kunnen geschieden vlak vóór de Christelijke feestdagen. De bedoeling is natuurlijk, niet slechts voor één keer een woord te doen uitgaan, maar van tijd tot tijd het zaad des Evangelies uit te strooien op den wijden akker.

De Commissie, die dit ernstige werk behartigt, late aan de uitvoering geregeld een samenkomst voorafgaan, waarin de zegen des Heeren over dezen arbeid wordt afgesmeekt

Wij .brachten in dit artikel naar voren de gedachte: Evangelisatie door de groote Pers, en bespraken het motief daartoe, de imogelijke uitvoering, zoowel het voordeel als die bezwaren, daaraan verbonden. Nu verstaan wij ? eer goed, dal zulk een omvangrijk plan maar niet zoo dadelijk uitvoerbaar js. Doch het jbegin, zij het ook klein, is er reeds. En nu is onze bedoeling of in grooter of beperkter verband van den Evangelisatie-arbeid, niet kon worden overwogen, het kleine begin tot méér ontwikkeling j; e brengen.

Het werk der Evangelisatie, als een ai-beid onder degenen, die buiten de •Kerk en het Godsrijk leven, behoort eenigszins gelijken tred te houden, met den gang onzer eeuw, die in alles streeft naar de grootst mogelijke publiciteit.

Indien nu één ding dringend jioodzakelijk moet heeten, dan is het ongetwijfeld, dat te midden van de al gevaarlijker wordende verleiding len den in schrikkelijke mate toenemenden afval, wijd en zijd worde uitgeroepen het heilig recht Gods over den mensch; en dat alom worde gebracht de prediking van Gods genade in Christus Jezus, den eenigen Redder .en Behouder van het afgedwaalde en verlorene.

Met Pirofessor Grosheide gelooven wij (Heraut 13 Januari j.l.), dat er ten opzichte van de Evangelisatie door de Pers méér kan worden gedaan, dan tot pxL toe het geval is.

J. R TAZELAAR.


1) Dit artikel schreef ik in het najaar van 1933, doch hield het in portefeuille, om af te wachten, of ook andere stemmen in deze richting zich lieten hooren. Nu ter jaarvergadering van het Geref. Traktaatgenootschap „Filippus" op 6 September 1934 ook de Evangelisatie door het Dagblad werd besproken, kreeg ik des te beteren moed, om de gedachte, in mijn artikel neergelegd, vermeerderd met de later verkregen gegevens, bescheidenlijk - ter overweging aan te bieden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1935

De Reformatie | 8 Pagina's