GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geestelijk-zedelijke zijde van bet Werkloozenvraagstuk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geestelijk-zedelijke zijde van bet Werkloozenvraagstuk.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Wat kan gedaan worden?

Hoemeer gij den nood van een werklooze u indenkt en de hem bedreigende geestelijke gevaren ziet, hoe benauwder het u wordt.

Hoe kan hier geholpen worden?

Ge wordt er soms moedeloos bij. Eigenlijk kon alleen werk helpen. Dan was de kwaal genezen. Maar, aan werk zullen velen voorloopig wel niet komen. En toch moet geholpen. Vooral in den geestelijken nood moet steun geboden worden.

Allereerst: door den nood te peilen en de moeiten te verstaan.

Dit is bij alle leed immers de eerste hulp: luisteren en begrijpen.

Gij helpt d© werkloozen niet door meewarigheid en door af en toe eens een gift van boven af. De werklooze moet begrepen, niet beklaagd worden. Als gij hem beklagen gaat, versterkt gij het minderwaardigheidsgevoel nog, dat hem neertrekken wU.

Gij moet hem trachten te begrijpen door zooveel mogelijk zijn gemis u in te denken.

Medelijden te ondervinden geeft altoos het gevoel, dat een mensch zich boven u stelt. De liefde gaat naast iemand staan en spreekt het medelijden niet uit, doch wordt in 't medeleven wel gevoeld door die in nood zit.

Door hun nood te begrijpen, ziet ge almeer hoe ze geholpen moeten worden.

Allereerst: zij kunnen elkaar niet helpen. Zij beuren elkaar nooit op. Daarom moeten zij ook in een tehuis niet aan elkaar overgelaten worden. Daar moet leiding zijn. Anders moet men zoo'n tehuis niet openen.

Men heeft het wel eens zonder leiding geprobeerd, en stelde dan een zaal disponibel voor de werkloozen , om warm te zitten, en een spelletje te doen > of te lezen. Maar daar gaat niets van uit.

In het kampwerk in Duitschland deden ook de meeste organisaties de ervaring op, dat het meer vruchtbaar was werkloozen met werkenden samen te brengen, dan een kamp alleen met werkloozen te houden.

Natuurlijk moet men dit ook weer niet te sterk doortrekken. Men heeft jonge mannen van een 25, 30 jaar, die in het vereenigingsleven hun sporen verdiend hebben, en die men, zelf werkloos geworden, best als leiders gebruiken kan. Hij heeft door geregeld in het tehuis aanwezig te zijn en werkelijk te leiden dan weer werk gevonden en kan wel opbeuren.

Maar men moet dus altoos leiding geven. Omgang alleen met lotgenooten dreigt altoos een geprikkelde stemming te geven en heft zeker niet voldoende op.

Daarom zoeke men bij het openstellen van een tehuis als gezellig dagverblijf dadelijk contact met de arbeidersorganisaties en de vakvereenigingen. Dan houden de werkloozen meer contact met de werkenden.

Meestal zal men het daarbij wel van het Gemeente-bestuur gedaan kunnen krijgen, dat de georganiseerden in dit tehuis stempelen mogen. Dit geeft een dubbel voordeel: al de Christelijk georganiseerde werkloozen moeten het lokaal 's morgens bezoeken, waarvan de meesten dan wel blijven zullen, 'èn men haalt zijn eigen menschen. uit den grooten hoop stempelaars, die allen te samen staan te wachten, en waarbij het meestal geldt, dat kwade samensprekingen goede zeden bederven.

De Christelijke Besturenbond in ©en bepaalde plaats verschaft dikwijls zelf zulk een tehuis, 't Wil mij beter voorkomen, héél de Christelijke volksgroep van een stad hierin te betrekken. Dan komt er meer meeleven niet alleen tusschen de verschillende klassen voor dezen volksnood, maar leeren zij ook den nood beter kennen.

Maar men moet ook als particuliere personen zulk een tehuis niet beginnen zónder de Christelijke Vakorganisatie. En omdat men dan nooit permissie krijgen kan in zijn eigen lokaal te laten stempelen, èn omdat de arbeidersgroep, ook hun werkloozen, niet graag van bovenaf geholpen wordt. Daarvoor heeft ze teveel zelf-bewustheid, wat haar siert en vooral op geen enkele wijze den werkloozen ontnomen mag worden. De Centrale voor Werkloozenzorg, gesticht op initiatief van den Raad van Ned. Kerken voor Plractisch Christendom, die overal haar Provinciale Comité's heeft, werkt dan ook hecht met het Chr. Nat. Vakverbond samen.

Juist dat met allen samen moeten stempelen werkt zoo funest. De wachtkamers der stempellokalen zijn vaak broeinesten van communistische propaganda. „Wat daar niet besproken wordt, uw ooren zouden er van tuiten en uw wangen rood worden", zei een werklooze tegen me.

Daarom ook is het zoo jammer, dat onze Diaconieën de ongeorganiseerde werkloozen noodgedwongen wel loslaten moeten en de stad moeten laten steunen. Zij komen aan de stempellokalen in een bedorven atmospheer.

Laat het Tehuis daarom zoo mogelijk niet te ver van deze lokalen verwijderd zijn.

Natuurlijk is zulk een tehuis geen middel tegen werkloosheid. Goed gebruikt is het alleen maar een kracht in den strijd tegen de funeste zedelijkgeestelijke gevolgen der werkloosheid, bovenal voor de jonge menschen.

Een nog beter middel zijn cursussen. Niet bovenal die voor algemeene ontwikkeling, want deze trekken weinig. Maar zulke, die meehelpen kunnen, dat men zijn arbeids-geschiktheid behoudt, en die dus een practisch bezig-zijn vorderen.

Vak-cursussen zijn daarom het allerbeste. Maar dit lukt meestal alleen in de grootere plaatsen, of daar, waar een bepaald vak in heel de plaats domineert.

Naast de arbeids-geschiktheid gaat immers vooral de vak-bekwaamheid der werkloozen achteruit.

Kan men zulke cursussen niet voor elkaar krijgen, dan is sport-beoefening ook heel goed, om de jonge menschen paraat en lenig te houden.

De werk-kampen, die voor de jeugdige werkloozen allerwege georganiseerd worden, combineeren arbeid en sport.

Deze kampen hebben echter nog veel ruimer beteekenis. Men haalt er bovenal den werklooze een week of langer door uit zijn milieu. Ook al is in zijn gezin niet die drukkende huiselijke sfeer, dan is hij toch eens uit zijn omgeving, waarin hij ieder moment herinnerd wordt aan zijn moeilijken toestana. zoodat zijn minderwaardigheids-gevoel wordt bestreden.

Bovendien sterkt Iiem den omgang met anderen, waarmee hij een week lang in kameraadschappehjke verhouding leeft. Hij voelt zich weer opgenomen in een gemeenschap.

Het is dan ook wonderlijk op te merken, welk een stimulans hiervan uitgaat. Eén der deelnemers schreef: Ik heb er weer moed gekregen om opnieuw alle fabrieken en plaatsen, waar nog gearbeid wordt, af te fietsen om werk.

Bovendien is het ijs hier gebroken en hebben

303 de leiders gelegenheid de geestelijke krachten te wijzen, die in hun moeilijk leven steun kunnen bieden.

En deze hulp is de voornaamste.

Daarom ligt hier ©en groote taak voor de kerk in onze dagen. In zielszorg en prediking zal zij op deze toestanden hebben in te gaan en de geestelijke hulp hebben te bieden, die zij immers alléén geven moet en kan.

Daarover in een volgend artikel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

De geestelijk-zedelijke zijde van bet Werkloozenvraagstuk.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's