GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een goede intentie in den Dienst.

In een verslag van een gehouden oecumenische Dienst, waar, na de opening met votum, groet en introïtus, de gemeente zong Ps. 95:1 en 4, vervolgens voorgelezen werd Psalm 130, waarop de gemeente staande de gemeenschappelijke geloofsbelijdenis aanhoorde om dadelijk daarop in te vallen met „U, Vader, Zoon en Geest zij prijs, U lof en dank op englenwijs" — in dat verslag dan stond dal, toen daarop de predikant zijn gebed besloot, een der roerendste momenten van den avond werd beleefd, doordat in aansluiting op het gebedene, dadelijk, zonder onderbreking, het statige koraal oprees:

„Eéne kudde zal 'teens zijn. Die één herdersstaf zal weiden" enz.

een gevolg van het feit dal „De organist de goede intentie had ook dit gemeenschappelijk gezongen lied niet door voorspel in te leiden, en evenmin overgangs-spel te geven tusschen de coupletten in. Het eerste zwaargeregistreerde accoord was direct ook de inzet van den zang, die door het forsche accompagnement, zonder introductie en zonder naspel, lilonk als een brokstuk van hartstochtelijk verlangen: Wachter is de dag nog ver — 't Schemert over bosch en velden..."

Zie, dat is een verdiend compliment aan dien organist!

Wlant menigeen in zijn geval zou, zooals dat tegenwoordig nog al eens aan de orde is, geredeneerd hebben: Kijk! nu is het daar mijn taak, de gemeente in te leiden op haar zoo ' aanstonds te bezingen heilsverwachting, door herderszangen, pastoraalmuziek van schalmei en hobo; trompetgeschal, imitatie van „Wachet auf-" en „Maranatha-geroep"; (en nog meer van zulke „muzikale" redekavelingen!), terwijl toch, om den gang van zulk een liturgie, van zulk een wisselwerking tusschen voorganger en gemeente, iedere stagnatie door middel van voor- of overgangsspel een hinderlijkheid is van het vervelendste soort.

Menig gemeentelied zou beter tot zijn recht komen, als een amen op het ja kUnken, als dat conventioneel gedoe er niet was van een, maar al te vaak vorm- en inhoudloos orgelgepijp-vooruit; pi'obeersel om, zoogenaamd, een gemeente in te leiden, met behulp van harde en zachte registers op iets, wat ze van jongs af al weet uit kracht van opvoeding en trouw kerkgaan, door aankondiging en voorlezing van den preekstoel.

Menige Dienst zou nog rijker worden aan roerende momenten, als één simpel zwaargeregistreerd accoord direct ook de inzet was van den zang; als deze intentie meer en meer, in vele gevallen tot de goede gewoonten zou gaan behooren van het orgel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's