GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tusschen polder eu sawah.

Mr H. Schokking: Tusschen polder en sawah. — J. Ploegsma, Zeist. 1936.

Indië gaat meer de aandacht trekken. Enkele jaren achter elkaar viel daar net als in het moederland de eene slag na de andere. En velen, vooral onder de jongeren, hebben het verleerd om naar Indië te kijken.

Maar de kentering schijnt op komst. Het gaat er weer op lijken, dat Indië meer dan de jaren, die achter ons liggen, voor vele jongelxu het land hunner toekomst zal worden. Daar zijn verschillende teekenen, dat het weer gaat in opwaartsche lijn. Teekenend is bijv., dat aan het Koloniaal Instituut te Amsterdam die indologische leergangen, welke tot 1932 bij de afdeelLng volkenkunde werden gegeven, weer zijn hervat.

Wij staan dus voor het feit, dat er weer Hollandsche jongens gevraagd worden voor uitzending naar Indië. We kuimen nu niet stil staan bij het groote belang dal Holland en Indië beide hierbij hebben.

Iets anders vraagt hier de aandacht. Wie zijn het, die nu naar Indië gaan? In den hausse-tijd voor den oorlog is er over geklaagd, dat ons christelijk volksdeel achterbleef. Zeker daar dreigen groote gevaren en menigeen, die niet vast in zijn schoenen stond, is in Indië te gronde gegaan, maar toch telkens weer en terecht is er vooral door Zendingskringen op gewezen, dat Christelijk Nederland nog wel zendelingen wilde sturen, maar zijn zonen niet wilde afstaan voor de andere takken van dienst onder het volk van Grooter- Nederland.

En de Zending ondervond van dit alles den terugslag. Want voor den inlander, om maar één ding te noemen, is de zending een zaak van de blanken. Wat moet hij nu denken van dit werk en zijn arbeiders, als hij ziel dat heel de levenstoon in de blanke kringen lijnrecht indruischt tegen alles wal de zending brengen wil.

Deze dingen en meer brengt ons heel scherp tot bewustzijn, het boek, waarvan de titel hierboven staat. Tus'sclien polder en sawah. Een boek over Indië, maar nu eens, geen roman, zooals ge er bij tientallen kimt lezen, de één nog al waardeloozer dan de andere, om maar geen ander woord te gebruiken.

Puttend uit een ervaring van vier Indische jaren geeft de vertegenwoordiger van de Amsterdamsche Maatschappij voor Jongemannen, A.M.V.J. in Indië, Mr H. Schokldng, ons hier een teekeningl van het leven van hen, die vol idealen naar Indië zijn vertrokken.

De titel zegt het al dat hij daar heeft gezien in dat leven, een tweeslachtigheid, een gebrokenheid,

In Indië kunnen ze niet wennen, ze leven op het verlof en straks in Holland vinden ze een totaal andere wereld dan die van hmi indische droomen van verlangen en dan gaan ze maar weer terug en hetzelfde leventje begint opnieuw. Hun hart is tusschen de polders gebleven en zelf moeten ze werken tusschen de sawah's.

Spanning van twee werelden. Het is maar de groote vraag, of hij die uitgaat hel evenwicht zal kunnen vinden. Evenwicht. Indië riep en het werk daar, maar in Holland lag de voedingsbodem van de wortelen van hun bestaan.

Daar hebt ge den nood van veler leven in Indië. Gedeelde menschen. Mr Schokking laat ons den achtergrond zien, waartegen de blanken en vooral de vrijgezellen, moeten werken. Aan hen wijdt hij speciaal aandacht in verband ook al met zijn bijzondere opdracht, die men kort zoo zou kunnen formuleeren: voorbereidingen te treffen voor de schepping van een eigen milieu als klankbodeim voor hel leven in de tropen.

'kMag hier wel overnemen wat Mr Schokking zelf aan het eind van zijn boek sdhrijft:

„De vrijgezel vinde bij zijn aankomst in Indië een open deur, die toegang geeft tot een kringj waar hij zich aanstonds opgenomen weel en waarin hij verkeeren kan met zijn belangen en zijn moeilijkheden, groot en klein". „Dat is de eerst moodige en direct bereikbare aanvulling in zijn levensomstandigheden, waarvan een samentrekking van krachten lot individueel en koloniaal geestelijk welzijn het natuurlijk gevolg zal zijn, die het mogelijk zal maken al het wezenlijke uit de wereld der polders te behouden en in nieuwe levensvatbaarheid wortel te doen scliieten in de wereld van palmen en sawah's."

Om twee redenen is juist deze passage gekozen.

Men ziet hieruit, dal deze gedeelde levensliou-

düig niet absoluut noodzakelijk is. En voor wie gelooft, mag deze gebrokenheid er niet zijn. Dal geloof zal hem het werk en de plaats, waar hij dat mag doen en al de bezwarende omstandigheden daarvan, als hem door God toegewezen doen aanvaarden en hij zal het doen, wetend, dat hij zoo alleen en daar ambtsdrager kan zijn door God daartoe geroepen.

Dat is de roeping, die in betrekking tot Indië vandaag uitgaat juist tol onze christelijke kringen. Wij mogen ons niet onttrekken aan de Zending, maar ook zeker niet aan heel dat leven in slaat en maatschappij, dal daar üi Indië opgebouwd wordt.

Mr Schokking dringt aan op scherpe selectie van hen, die willen uitgaan. Zij die gaan, moeten uit het goede hout gesneden zijn. Dat is nu meer dan ooit eisch. Daarom is nu de beurt aan hen, die uit hel ouderlijk huis kennen het leven uit het verbond, dat in geloof zijn kracht vindt. Laat ze dan maar gaan! Dat geloof zal hen de moeilijklaeden te boven doen komen, dat is het immers, dat de wereld overwint.

Dan zal de Zending niet meer behoeven te klagen over de tegenwerking der Europeesche bevolkingsgroep in haar geheel. Ook heel het kerkelijk leven in Indië zal er den terugslag van ondervinden. Ze hebben daar in Indië zware jaren achter den rug, kregen niet het minst hun deel van de inzinking, zoo zelfs dat enkele kleine kerken niet dan met de grootste moeite hun eigen kerkelijk samenleven intact houden.

Velen waren gedwongen vóór hun tijd naar Holland terug Ie keeren. Velen, die een open oog hadden voor den nood van Indië, die daar huq roeping en taak hadden zien liggen voor zichzelf niet alleen, maar ook als volk. Daalr is veel afgebroken, wat opgezet was ook tot de verbreiding der echt calvinistische beginselen.

Daar is nu een achterstand in te halen in Indië. Des te luider moet dus de roep-naar-Indië doordringen in onze kringen.

Maar dat zal dan (en daar legt Mr Schokking allen nadruk op) gepaard moeten gaan met extra zorg voor hen, die dezen roep volgen. We wijzen hier op het prachtige werk, dat de A. M. V. J. reeds in Indië doet.

Gereformeerden denken hierbij natuurlijk het eerst aan het werk onder de verstrooiden.

Daarom ben ik Mr Schokking zoo dankbaar, omdat dit werk weer eens mei alle „Wuchl" op ons aankomt. In Indië heeft men dit allang gezien en ook onze kerken in hun geheel zijn zeker overtuigd van de dringende noodzaak van dezen arbeid.

Maar wordt de plaats, die dit werk in ons midden inneemt en toch moest innemen, niet getieekend door het volgende woord van een verstrooide, die ook zat lusischen de polders en zijn sawali's? : „Toen ik in Holland zat, kon de collecte voor. de verstrooiden „bij de deur" het wei met een aalmoes doen, maar nu ik hier zit ia-

de rimboe, zou ik alle Gereformeerdien, die lederen Zondag hun ©erediensten mogen houden, wel Willen vragen: scheep uw verstrooide broedters en zusters niet af met een aalmoes. Zij hebben het dubbel noodig, dat de zegen van het ajnbt ook hun taekomt."

Om deze en andere redenen meende ik dat dit boiek binnen onzen gezichtskring getrokken dient te worden.

Het brengt ons Indië dichter bij, maar vooral het leven van de onzen, diie daar ginds hebben te werken met hun bijzondere moeilijkheden en zorgien. Daarbij blijft het echter niet staan.

Het toont ons ook de groote mogelijkheden, die daar kunnen worden verwerkelijkt en zoo wordt het een appèl aan allen, die op welke wijze ook met Indië te maken hebben (en wie heeft dat niet vandaag? ), vooral aan hen, die weten, dat de verbneiding van het Gereformeerde leven niet stil mag houden aan de grenzen van ons grondgebied in Europa.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1937

De Reformatie | 10 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1937

De Reformatie | 10 Pagina's