GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Twee proefschriften.

Op 23 April j.l. vonden aan de Vrije Universiteit een tweetal promoties plaats op één dag.

'Op zichzelf is 'dit niet zoo merkwaardig. Maar iets anders wordt het, wanneer men weet dat beide promovendi hun keuze hadden gevestigd op een historisch onderwerp.

De litteraire faculteit van de V. U. is zoo oud als de universiteit zelf. Maar aanvankelijk, in die dagen van Prof. Woltjer Sr., was zij vrijwel uitsluitend beperkt tot de opileiding van classici. Pas omstreeks 1920 werd zij ook ingericlit voor dte studie van geschiedenis 'cn Nederlandsche taai en letterk\mde. Het aantal studenten van deze afdeellng is steeds beperkt geweest. En nu in dezen tijd van versobering op onderwijsgebied het perspectief voor a.s. leeraren zooveel slechter is gieiworden is dat aantal nog geslonken. Begrijpelijk, maar jammer! En de vraag dringt zich op', of ieder wien het aangaat ( 'cn dat is tenslotte elk meelevend Calvinist), wel voldoende overtuigd is van het belang van p'rincipiëel hooger onderwijs, ook op dit terrein.

Maar hoe dit ook zij, het wetensdiap'pelijk bedrijf staat intusschen niet stil. En zoo verschenen dan nu, na de litteraire dissertatie van Dr J. .Karsemeyer over Jeremias de Decker en de iiistioirische van Dr W. J. GosHnga over de rechten van den mensch en burger in Nederland, twee proefscliriften over gesclüedenis terzelfdertijd.

Dr A. de Fouw, directeur van de Geref. Kweekschool te Arhsterdam, noemde zijn studie „Philipis van Kleef. Een bijdrage tot de kennis van zijn leven en karakter". Terwijl Dr A. G. van Opstal, leeraar aan het Chr. Lyceum te Harderwijk', schreef over „André Rivet. Een invloedrijk Hugenoot aan het hof van Frederik Hendrik".

Uit den aard der zaak zijn dergelijke wetenschappelijke publicaties niet bestemd voor een breeden lezerskring. In de eerste plaats richtten zij zich tot 'de vakgenooten, ook al zijn het, gelijk in deize gevallen, boeken, die elke ontwikkelde en in geschiedenis belang stellende leek m'ct genO'Ogen zal lezen.

Wanneer ik hier niettemin iets van deze proefschriften ga zeggen, doe ik dat vooral o-m'dat zij geschreven zijn door leerlingen van de Vrije Universiteit, 'die immers ons aller belangstelling en Uefde heeft.

Wie was Philips van Kleef?

Misschien dat deze of gene zich vaag herinnert, dien naam al eens eerder te zijn tegengeko'mien. Maar ik maak mij sterk, dat hoogstens één op de honderd lezers hem thuis zal kxinnen brengen.

Philips van Kleef was een Zuid-Nederlandsch edelman van hooge geboorte. Het culiminatiepomt van zijn leven viel in het Jaar 1488. Opstandige Vlamingen hadden toen Maximihaan van Oostenrijk, regent voor FiUps den Schoone, den minderjarigen landsheer van de Nederlandsche gewesten, gevangen gezet. Hij kwam pas vrij na vele beloften, en nadat een .gijzelaar zijn plaats had ingenomen. Dat was Philips van Kleef.

Eenmaal in vrijheid, verbrak Maximiliaan de bezworen beloften, en nu stelde Philips van Kleef zich aan het hoofd van den opstand. Jarenlang heeft hij verbitterd gevochten, tot hij tenslotte het hoofd in den schoot moest leggen.

Wat waren zijn motieven? Eerzucht, zegt de ©en. Trouw aan zijn woord, meent de ander. Een derde ziet in hem een voorlooper van Willeim van Oranje, leider van het nationaal verzet tegen 'de anti-nationale politiek der Habsburgersi

Wat 'de zaak no'g meer ingewikkeld maakt, is; , dat de berichten, die ons over Phillips van lileef ten dienste staan, grootendeels partijdig, verward of hoogst onnauwkeurig zijn. Zij waren oorzaak, dat we ons tot nog toe geen al te dni'deüjk beeld van hem konden vormen en dat zijn reputatie niet al te gunstig was. Trouwens, heel die tijd van thet einde der 15e eeuw is door het historisichi onderzoek doorgaans stiefmoederlijk behan'deld. En toch is dat juist de periode, waarin de eenheid van 'de Nederlandsche gewesten aan 't groeien gaat en een soort nationaal besef ontstaat. Borvendien komen zij dan in aanraking miet het huis Habsr burg, wat voor ons land verstrekkende gevolgen heeft gehad, o.a. wat betreft de kerldiervorming.

Met veel scherpzinnigheid en energie heeft nu Dr de Fouw al die tegenstrijdige 'cn verwarde berichten stuk voor stuk onderzocht en beoordeeld, en er nieuwe gegevens aan toe gevoegd op grond van arc'hiefstudie. Zoo was hij in staat, een afgerond beeld te teekenen van zijn held. Ik gebruik dit laatste woord met opzet. Want zijn onpartijdig onderzoek beteekent tevens ©en voUedige rehabilitatie van Philips van Kleef, een daad van historische rechtvaardigheid.

Ook de verdere, vaak zeer interesisante loopbaan van dezen Bourgondischen grandseigneur heeft Dr de Fouw minutieus nagegaan en uitvoerig medegedeeld. Zoo werd zijn werk een toonbeeld van historisch onderzoek, dat het praedi'caat „cum laude", er aan toegekend, volkomen verdient.

André Rivet, of, met zijn yerlatiniseerden naam^ Andreas Rivetus, is in onze yaderlandsche kerkgeschiedenis een bekende figuur. Van 1620 tot 1632 is deze Fransche predikant hoogleeraar geweest in de theologie te Leiden, toen daar na de verlwij'dering van de Arminianen enkele onverdacht Calvinistische professoren benoemd moesten worden. Aan zijn theologische werkzaamheid heeft enkele Jaren geleden Dr Honders een dissertatie gewijd. Maar ook op ander gebied heeft Rivet een rol gespeeld. Daarover nu handelt het proefschrift van Dr van Opstal.

Met name heeft deze Hugenoot in relatie gestaan tot de stadliouderhjke familie. Negen jaar lang bekleedde hij den vertrouwenspost van gouverneur van den tateren stadhouder WiUem II. Na de beëindiging van deze taak vaitte Mj' zijn inzichten over de beste wijze van prinselijk ondterricht samen in een „Instruction du Prince Chrestien". Een Calvinistische vorstenspiegel dus, al was hij, gelijk Dr van Opstal overtuigend aantoont, in vele opzichten bewerkt naar een Fransoh model. (Tusschen haakjes: zou het niet loonend zijn geweest, indien de schrijver ook aan de veirfschillen tusschen Rivets geschrift en zijn Roomsidh voorbeeld aandacht "had besteed? M.!a.w. waarin bestond het speclfiek-Calvinisüsch element van dte „Instruction" ? )

Maar ook na 1640 bleef Rivet in dienst van Frederik Hendrik. Dank zij zijn uitgebreide correspondentie met en uitsteken.de reputatie Mj buitenlandsche geloofsgenooten in Frankrijk en Engeland, kon hij optreden als vertrouwensman len tusschenpersoon bij politieke onderhandelingen. Calvinist in merg en been, hoewel mmder twistziek dan vele van zijn mede-theologanten, verzuimde hij niet, om daarbij telkens weer op de breg te springen voor de belangen van de Fransiöha kerken en predikanten, wier positie in hun vaderland steeds meer bedreigd werd.

Van dit alles geeft Dr van Opstal uitvoelrig verslag, steunend op grooten'deels onuitgegeven bescheiden, zoowel uit Nederlandsche als buitenlandsche archieven. Aldns levert zijn weTk, , al brengt het niet zooveel nieuwe dingen aan het ücht als 'dat van Dr de Fouw, een belang(wek(kende bijdrage tot onze kennis van dezen 17eeeuwschen theoloog, die, gelijk 'de schrijver teredht doet opmerken, „een man van aanzien en gewicht is geweest in zijn tijd en... op allerlei gebied, z.ij Ihet ook vaak achter de schermen, zijn invloed deed gelden."

Met deze beide proefschriften leggen zoowel de schrijvers als hun promotor Prof. Van Schelven en de Vrije Universiteit ©er in.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's