GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAR-WETENCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAR-WETENCHAPPELIJKE SCHETSEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Joodsche Staat.

II.

Niet alleen de Joden zijn teleurgesteld over het tot dusver bereikte resultaat.

Ook de Chiliasten moeten zeer teleurgesteld zijn. Zij meenen, vooral op grond! van sommige Oud-Testamentische profetieën, dat er nog eens een herstel van het nationale Israël komen zal in Palestina. Nu is indertijd door Prof. Dr G. Ch. Aalders in breede reeksen van artikelen, die in dit blad zijn verschenen, uitvoerig aangetoond dat het Oude Testament slechts van één enkelen terug^ keer van het verstrooide Israël naar zijn land weet, n.l. van den terugkeer uit de Assyrisch- Babylonische ballingschap, i)

Van een tweede herstel, na een nieuwe ver"strooiing, van Israels volksbestaan in Palestina , wordt nergens in de profetieën gesproken. Dergelijke gedachten moeten berusten op een onjuiste exegese van de in geding gebrachte bijbelplaatsen.

Er is naar het oordeel van Prof. Aalders in de meeste gevallen niet voldoende rekening mee gehouden, dat deze terugkeer uit de ballingschap niet in één moment voltooid is, „maar in verschillende stadiën heelt plaats gehad, zoodat ook na bet begin van den terugkeer nog op verderen terugkeer gehoopt en verdere terugkeer geprofeteerd kon worden". ^)

Niettemin blijft dit van de Heilige Schrift afwijkend gevoelen nog altijd aanhangers vinden. En toen er in de na-ooriogsche periode een groote trek van Joden naar Palestina begon, zagen vele Chiliasten in hun overhaasting daarin reeds de lang verwachte vervulling van de Oud^Testamentische profetieën. Na ©en ballingschap van vele eeuwen zouden de Joden voor den tweeden keer verzameld worden in het oude land der vaderen!

Doch afgezien nog van de foutieve exegese van verschillende bijbelplaatsen zullen de Chiliasten toch moeilijk kunuen volhouden dat de Joodsche staat, die thans, ontworpen werd, , een vervulUnig is van de profetieën van Daniël en Ezechiël e.a. De teksten waarop de Chiliasten zich bij voorkeur beroepen bevatten onder meer in de meeste gevallen deze twee elementen: Er wordt nadruk gelegd op de verzameling van al Israels verdrevenen en er wordt gewezen op de nieuwe glorie voor de Koningsstad Jeruzalem. Wij. kunnen denken aan Jes. 11:11 en 12, waarheen Erich Sauer verwijst s): En het zal te dien dage geschieden: de Heere zal weder Zij, n hand uitstrekken ten tweeden male, om los te koopen het overblijfsel van Zijn volk, dat zal overblijven uit Assyrië en uit Egypte, en uit Pathros en Etliiopië en Elam en Sinear en de eilanden der zee; en Hij zal een banier opheffen voor de naüën en Israels verdrevene zonen vergaderen en Juda's verstrooide dochters verzamelen van de vier hoeken der aarde *). En wat .Jei-uzalem betreft kunnen wij denken aan Jer. 30:18, waarvan H. G. Voorhoeve zegt: "Welk een duidelijke voorzegging.*'): Zoo zegt de Heere: Zie Ik breng, een keer in het lot van Jacobs tenten en over zijn woningen zal Ik Mij erbarmen; en de stad zal op haar piiin'hoop herbouwd worden en het paleis zal naar zij.n eisch gelegen zijn. ^)

Als nu slechts enkele millioenen van Israels ver"- •drevenen naar Palestina kunnen terugkeeren en als Jeruzalem niet eens onder Joodsche heerschappij komt, dan moet men toch wel spreken van een heel verkeerd bijbelgebruik, als men deze

teksten uit het Oude Testament, die in werkelijk'li€ id slaan op den terugkeer van de Joden uit de Babylonisclie ballingschap, durft betrekken op de stichting van den nieuwen Joodschien staat in Palestina.

Daar is evenwel nog meer te noemen. De Chiliasten meenen eveneens op grond van dte Schriftuurplaatsen die betrekking hebben op den terugkeer van de Joden, dat er een bekeering van de Joden za, l komen in het heilige land. Dit lijkt er •onder de tegenwoordige verhoudingen echter , aJLlerminst op.

Thans mag lierinnerd worden aan de tweede uitspraak die Dr Weizmann deed bij de eerstesteenlegging van de Hebreeuwsche Universiteit on die wij in ons eerste artikel reeds aanhaalden: , , De universiteit zou de voortzetting en bekroning zijn wat eens de tempel in Israël geweest was." In dat korte woord heeft Weizmann de gees.tesrrichting van een groot gedeelte van het Joodsche volk treffend getypeerd. Het geloof is uitgewisseld tegen de wetenschap'. In plaats van een geloovig leven bij Gods beloften en een uitzien naar < Je komst van Israels Verlosser in de schaduwen van tabernakel en tempel, zooals d^at bij het oude volk des Verbondis gevonden werd, za, l er nu bij hef Jodendom komen door den bloei van de Universiteit een verheerlijken van menschelijke kennis en een leven bij menschelijke wijshedd). Zelfs een man als de journalist Farago, die er toch waarlijk niet van verdacht kan worden dat hij dte geestehjke zijde yan het Joodsche vraag}stuk te sterk op den voorbond pla, atst in zijn boek, is het niet ontgaan dat er van een sterk godsdienstig besef bij de Joden in het nieuwe land niets aanwezig is.

Z'eker, er zijn in Tel Aviv, de Joodsche' stad bij uitnemendheid, een aantal Synagogen en deze mogen zich ook verheugen in een di-uk bezoeki, maar h'et waren, naar Farago constateeren kon, overwegend leden van de oudere generaüe, die naar de synagoge zich begaven.')

H'et jongere geslacht heeft met de godsdienstige tradities radicaal gebroken. Allerlei communistische ideeën worden gepropageerd en hebben ook ingang gevonden. Wat er van het leven in de kolonies gedacht moet worden, waar de meeste jongere Joden wonen, leert het volgend citaat: „E'en keer per week perst de heele kolonie zich in vrachtau.to's en rijdt naar de stad voor een bezoek aan de bioscoop." s) Het huwelijksleven is daar ook op communistische leest geschoeid. Zoodra, men het er over eens geworden is, dat men in de toekomst wil samenleven, vervoegt men zich bij den „socialen" secretaris van de kolonie, en stelt hem van het besluit in kennisi Dat is voldoende voor de huwelijkssluiting. „Tijd om naar den rabbi te gaan voor wettiging van het huwielijk heeft men niet, men wacht eenvoudig tot de rabbi zelf komt. Hij komt niet dikwijls, maar als hij komt, treft hij steeds een gi-oot aantal paren, die hij „en masse" in den echt vereenigt". ^) Dat lijkt toch overal anders op, dan op bekeering in den zin der Heilige Schrift.

De Chiliasten zullen het moeten toegeven dat er van hun droombeelden nog niets terecht komt en dat O'Ok de gebeurtenissen van onze dagen niet wijzen op een vervulling van de Oudi-Testamenüsche profetieën naar hun uitleg.

Zoo is de toekomst voor Palestina etn voor het Joodsche volk donker.

Tot deze conclusie komen vrijwel allen, die, vanuit weik gezichtspunt dan ook, in deze dagen schrijven of spreken over het ingewikkelde Pa^ lestijnsche probleem.

Wij zouden er iets aan willen toevoegen. Laten de huidige miOeUijkheden ons, als leden van de Kerk des Heeren, met Icracht herinneren aan onze roeping. Laat ons veel bidden, dat de Heere het werk van de zending onder de Joden wil zegenen; en laat ons ook in het ambtelijk gebed degenen, die werkzaam zijn onder de nakomelingen van het oude volk des Verbonds, gedenken in hun moeilijkheden, opdat mede door den trouwen arbeid der kerk de volheid van Israël komen mag bot het geloof in den Christus Gods.


1) Zie Reformatie, jaarg. 11, 12, 13, Populair-Wetenschappelijke Schetsen, passim. I

2) De Reformatie, 13e jaargang, pag. 101.

3) Erich Sauer, Der Triumph des Gekreuzigten, Umbrudi Verlag, Hermann Windel, pag. 143.

4) Vertaling Prof. Dr J. Ridderbos, Korte verklaring der H. Schrift, J. H. Kok, Kampen, 1926, zie ook diens verklaring pag. 84, 85.

5) H. C. Voorhoeve" De toekomst onzes Heeren Jezus Christus, 8ste druk. Den Haag, 1922, pag. 110.

6) Vertaling Prof. Dr G. Ch. Aalders, Korte Verklaring der H. S., J. H. Kok, Kampen, 1925, zie ook diens verklaring pag. 76.

7) Farago a.w., pag. 84, 85. 8) Farago a.w., 206.

9) Farago a.w., 210, 211. Correctie: In het vorige artikel leze men: „Eenzelfde corridor loopt in het Noorden naar Haifa (niet Jaffa) aan de kust", ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAR-WETENCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1938

De Reformatie | 8 Pagina's