Het Gebed der Gemeente.
Wen de stille Gemeent', in gebeden vereend, karbonkel in 't bloedend heelal. — In der kerkmuren kluis stuwt om 't starlichte Kruis uit één persing van donkeren val. En de broedende Geest vuren vruchten dan leest in eeuwigheids wannenden wind. Gorden boete en klacht voor bedruktheid weer kracht in het hart van elk hongerend kind.
Schóón van gistend verlangen, juichen zielen in zangen van vree met een opene poort. Op het Sion daar boven, heel hun steig'rend gelooven uit — wen de beê is gehoord, En bij reëe vergeving zich de geest heft met beving tot de boorden van 't wondere licht Karmozijnroode zonden verslinden hun monden bij de spraak van dit heete gericht.
In dit veilige uur weem'len tongen v& n vuur van der hemelen groetenden trans Naar de lovende Kerk, die, verstaald in haar perk door 't gebed op de eeuwige schans. Drinkt het heil .— uit den schoot van een aschgrauwen nood herboren tot gouden genot. Tot de roemende vreugd, tot het huiv'rend geneugt in de stem van den levenden God!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1938
De Reformatie | 8 Pagina's