GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tuberculose. I.

In bet laatste artikel van een eenigen tijd' geleden geplaatste serie hebben wij^ gezien, dat tuberculeuse processen het gevolg van een infectie met tuberkelbacillen zijn. Nu moeten wij echter volstrekt niet meenen, dat vóórdien de Tuberculose als ziekte onbekend was. Immers vóór 1882, het jaar waarin Koch den verwekker zelf ontdekte, had 'Bayle in 1810 al aangetoond het voorkomen van eigenaardige knobbeltjes — in 't Latijn tuberculum genoemd — in versdhillende organen. Laënnec, wiens naam wij zeker onder de zeer vele onderzoekers op dit gebied niet mogen vergeten, wees er op, dat tuberculose zich zeer verschillend kon gedragen, dat dus de zeer uitéénloopende ziektebeelden niet dan verschillende ontwikkelingsvormen van éénzelfde infectieziekte waren. Niettegenstaande deze opvatting van Laënnec later zeer juist bleek te zijn, vond hij in zijn tijdi, begin 19e eeuw, vele bestrijders. Het zou echter nog moeten duren tot 1865, vóórdat met zekerheid te constateeren viel, dat tuberculose inderdaad onder de infectieziekten gerekend moest worden. In dit jaar gelukte het aan Villemin dit te bewijzen'^ door tuberculeus weefsel, afkomstig van een mensch, onder de huid van een konijn te brengen en daardoor een gelijlisoortig proces bij dat dier op te wekken. Het infectieuse karakter was hierdoor bewezen en toen dan ook, vroeger dan men durfde tie hopen, de eigenlijke dragers der infectie in den vorm van tuberkelbacillen door Robert Koch in 1882 werden ontdekt, was de sluitsteen van dit geheele proces gelegd).

Wanneer wij ons nu afvragen of Tuberculose een veel voorkomende ziekte is, dan moeten wij dit onmiddellijk met ja beantwoorden. De verbreiding van tuberkelbacillen is buitengewoon groot, want in bijna alle landen der wereld komt Tuberciüose voor. Ook is de dispositie der menschen voor deze ziekte eveneens enorm groot, maar zoo erg als ik het eens las in een Duitsche statistiek, waarin aangegeven stond, dat ongeveer één achtste gedeelte der mensclilieid aan Tuberculose zou sterven, is het gelukldg niet. Integendeel wij weten, dat lang niet allen, die door den tuber keibacil zijn besmet, een aandoening krijgen, die vroeg of laat tot den dood voert. Een groote geruststelling is het te weten, dat de meeste der tuberculeuse toestanden zeer sterk tot genezing neigen; wij mogen zelfs verklaren, dat het overgroote deel der tuberculeus-geïnfecteerden niet alléén zonder eenig nadeel dit verdragen, maar zelfs moet deze besmetting voor hen van voordeel zijn, zooals wij in het verdere verloop nog zullen zienv Het is Vrijwel zeker, dat alle volwassenen, op een enkele uitzondering na misschien, vooral in de groote steden, ééns in hun leven tuberculeus geinfecteerd zijn geweest. In sommige dier gevallen — lang niet alle bij het leven althans — kan men dan nog de kenteekenen van een tuberculeuse infectie vinden zonder dat de ziekte tot openbaring is gelvomen. Hieruit volgt dus al direkt, dat men tuberculeus besmet geweest kan zijn, zonder diat hierop een ziek te tijdperk gevolgd is. De onderzoeljingien, na den dood verricht, hebben ons daaromtrent veel geleerd. Ook daardoor weten wij, dat voor ongeveer 90 o/o bij tuberculosen, voor zoover het is nagegaan, de aandoening in de longen gezeteld schijnt te zijn. Deze wetenschap is voor onsvan zeer groot belang juist met het oog op de verspreiding; der infecHekiemen bij spreken, niezen en hoesten van lijders met een zoogenaamde open tuberculose, waaronder wij verstaan, dat de patiënten bacillen in hun sputum hebben. Om het gevaar voor de omgeving van deze tuberculose lijders duidelijk te illustreeren, zullen wij de proeven van Flügge even aanhalen. Voor een zieke zette hij een glazen plaat neer en liet den patiënt

daarvoor een half uur spreken. Volgeus een bepaalde methodiek kunnen de bacteriën opi zoo'n plaat geteld worden. Wanneer wij nu weten, dat op een dergelijke plaat een paar honderd tuberkeibacillen, ja in één geval zelfs tot 20.000 toe geteld werden, dan begrijpen wij ook aanstonds de groote waarde van een nauwgezette hygiëne. Gemakkelijk kunnen wij het ons indenken, dat bet gevaar om bacillen te verspreiden nog grooter wórdt, wanneer een dergelijk lijder hoest of niest. Ook daaromtrent heeft Flügge ons waardevolle gegevens ver'strekt. Op dezelfde wijze als boven beschreven toonde hij niet alleen aan, dat vóór den patiënt tot op een afstand van 6 M. nog bacillen aangetroffen werden, maar tevens dat de bacillen zich ook nog achter den patiënt verspreidden van 25 tot 30 cm. Wanneer wij nu weten dat bijvoorbeeld de genoemde 6 M. teruggebracht kan worden tot plm. 80 cm., door eenvoudig bij het hoestan een zakdoek voor den mond te houden, dan is het tevens duidelijk, dat deze handeling een absolute plicht is voor de lijders.

Het gevaar om besmet te worden, bedreigt niet alleen hem, die in de onmiddellijke nabijheid van den hoeslende is, maar allen die vroeg of laat in de omge; ving komen. Immers de druppeltjes, die door het hoesten in het vertrek verspreid worden, drogen op en de daarin vervatte bacteriën ver^ mengen zich met het stof, wat late'r nog weer ingeademd kan worden.

Natuurlijk spreekt het vanzelf, dat de bacillen legen indTogen bestand moeten zijn, wat helaas bij de tuberkelbacillen het geval is. Doch nu wij dit alles weten, moeten wij dus pok alles doien om de omgeving zoo zuiver mogelijk te honden. Zoo bijvoorbeeld, zorgen voor frissche, behoorlijk geventileerde kamers en stof zooveel mogelijk vermijden, vooral bij het schoonmaken geen stof opjagen, maar liefst nat opnemen of werken met behulp van den stofzuiger. Dat een lijder aan tuberculose niet met een ander in één bed mag slapen is zóó vanzelfsprekend, dat wij daarop niet ééns behoeven te attendeeren. Maar ook zail •men den patiënt zijn eigen gebruiksbenoodigd'heden gaven, wat weer afzonderlijk dient afgewasschen te worden. Doch welke voorzorgsmaatregelen men ook neemt, toch blijft een hoestende langlijder een gevaar voor zijn omgeving. Ieder onzeir heeft wel gelezen, althans is er van op de hoogte, hoeveel kwaad, hoewel onwetend, een hoestende onderwijzer kan aanrichten. Gelukkig zal in de toekomst door de verplichte perio'dieke keuringen een herhaling hiervan kunnen worden voorkoimen. Het is voor de ouders van het grootste belang, dat zij weten, aan wie zij hun kinderen ook in dat opzicht kuixnen toevertrouwen. Ook het dienstpersoneel in huis zal met zorg gekozen moeten worden, aangezien ook zij veel met de kinderen in aanraking komen. En het zijn juist de kinderen, die vooral m hun eerste levensjaren het gevoeUgst voor een tuberculeuse besmetting zijn. Een eerste plicht voor de ouders is, het gevaar niet te onderschatten. Het spreekt wel vanzelf, dat zij hun Idnderen niet in een besmet milieu zullen brengen en daarom moeten zij weten, dat de overbrengers der besmetting verscholen onder de gezonden kunnen leven. Een enkelen keer komt het voor, dat een zoogenaamde chronische hoester inderdaaid tuberkelbacillen in zijn sputum heeft, ziOOials later bij een ingesteld onderzoek kan blijken. Natuurlijk ma, g men h, et niet omkeeren en eiken chronischen bronchitislijder bijvoorbeeld voor tuberculeus houden. Zich hieromtrent zekerheid te verschaffen is natuurlijk zeer aanbevelenswaardig.

Wat gebeurt er nu wanneer tuberkelbacillen worden ingeademd of ingeslikt? Het laatste is veel minder gevaarlijk dan het eerste. Immers wanneer de bacillen worden ingeslikt, dan gaat het in de maag aanwezige zuur — het zoogenaamd© maagzuur — zijn werking daarop uitoefenen en worden zij vernietigd. Dat het maagzuur deze dooidende werlcing heeft, blijkt wel uit hot feit, dat ook de patiënten zelf hun eigen sputum wel eens inslikken, zonder dat zij hier veel nadeel van ondervinden. Dat andere factoren hierbij ook nog in 't spel zijn, is haast wel zeker.

Belangrijker voor ons is, indien de bacillen worden ingeademd en zoo in de longen geraken, alwaar zij zich dan eventueel kunnen nestelen. In dit geval ontbrandt er een strijd tusschen de bacillen en de verweerkrachten van het weefsel. Als deze strijd eindigt ten nadeele van de bacillen, dan, sterven zij af. Maar ook het omgekeerde kan plaats vinden. Als de cellen — een weefsel be^ staat uit kleine microscopische zichtbare vormsels, die wij cellen noemen — te gronde gaan, kunnen de bacillen zidh nog dieper indringen en door hun afscheidingsproducten een sdhadelijke werking op het omgevende weefsel uitoefenen. Het komt dan tot een ontsteking met een geheel apart karakter, waardoor het juist zijn tuberculeusen oorsprong verraadt. Deze ontsteking kan ook nog weer teruggaan zonder verdere schadelijkheid te veroorzaken. Is de weerstand van het individii echter te gering, dan schrijdt dit proces verder voorwaarts en wordt het omliggende weefsel met ontstekingsproducten opigevuld. Het geheel maakt dan den indruk van een kleine plaatselijke longontsteking. Ook nu nog kan dit proces tot rust komen. Breidt dff ontsteking zich echter uit, dan kunnen geheele longkwabben of meer nog aangetast worden, waardoor de kans qp genezing sterk vermindert. Gelukkig zijn dit uitzonderingsgevallen.

Aan den allereersten tuberculeusen longlhaard heeft men den naam gegeven van primair affect. Vanuit dit primair affect worden bacillen met de lymphe naar de lymphklieren gevoerd. Het is in het lichaam zoo, dat elk gebied zijn , eigen lymphklieren heeft, die eigenlijk als een filter werken en al datgene, waar het lichaam zich van wil ontdoen, opvangen. De lymphklieren van de long bevinden zich aan den longwortel en het is gemakkelijk te verstaan, dat ook deze klieren door hun filterwerking tuberkelbacillen bevatten en als slachtoffers van hun plicht ziek worden.

Dit verloop van het tuberculeuse proces is zeer wetmatig. Het primair affect en het aangedaan zijn van da longwortelklieren noemen wij te zamen het primair complex, wat in verreweg de meeste gevallen geheel tot rust komt. Is dit niet het geval dan- breidt het primair affect zich uit en kunnen nieuwe haarden in do long ontstaan. Deze haarden kunnen kazig versterven, waaronder wij verstaan een weefsel ver sterf; deze .doode massa stolt dan en krijgt een zekere vastheid, die ons aan weeke kaas doet denken. Door de luchtpijpjes kan deze massa zich naar buiten ontlasten, waardoor er een holte — caverne genoemd — oiverr blijft. Ook dan nog is genezing heel goed mogelijk.

Het primair affect en het primair complex zijn aandoeningen, die de zuigelingen treffen, besmet uit eigen omgeving en vaak al door de moeder zelf. Verkeert het kind steeds in een gezonde omgeving, dan zullen deze vormen op lateren leeftijd, als het meer tusschen andere menschen komt, optreden. Gelukkig komen de primair complexen vaak al geheel tot rust en een eenvoudig htteeken van een bepaald soort weefsel — biudweefsel genaamd — dat na jaren nog kan verkalken, ja zelfs verbeenen, toont aan dat hier in de prille jeugd een besmetting is geweest. Dat de eerste tuberculeuse aandoeningen in zeer vele gevallen volkomen genezen, mag ons echter niet zorgeloos maken. Op alle verzorgsters van kinderen rust tot heil van het kind wel degelijk de plicht zuigelingen ZOO' spoedig mogelijk uit een besmette oimgeving te brengen, want hoe erger de infectie is, hoe geringer de genezingsmogelijkheid. Een vroege afzondering van reeds besmette kinderen werkt da genezing sterk in de hand en terwille van haar baby zal een moeder met open longtuberculose, hoe hard het ook moge scliijnen, haar kind niet zoogen. Het primair affect kan met zich medebrengen een gedeeltelijke immuniteit, dat wil zeggen een gedeeltelijke onvatbaarheid en hoe wij nu trachten met behulp van de immuniteitsgedachte ook de tuberculose te bestrijden, willen wij later bezien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's