GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Europa und die Seele des Ostens, von Walter Sombart, Hoogleeraar te Riga. — Uitgave van het Vita Nova-Verlag te Luzern.

Europa en de Oostersche ziel.

I.

Naar ik meen, mag in ons actueele blad, dat naar alle zijden ons oriënteeren wil, een bespre^ king van dit uiterst-belangwekkende boek niet achterwege blijven. De inhoud van dit artikel moge deze inleidende opmerking rechtvaardigen.

Ik noemde dit boek uiterst-belangwekkend. Inderdaad, wie zal dit tegenspreken, als hij van dit boek kennis genomen heeft? Het boeit den lezer

van het begin tot het einde, het is overvloedig gevuld met allerlei rake typeeringen en pittige gedachten, het wordt gedragen door een bekorende gedachte en legt in al zijn bladzijden getuigenis af van den voornamen geest van zijn schrijver.

Misschien kan ik de belangstelling van den lezerskring der „Reformatie" voor dit boek wel het beste opwekken door eerst een reeks citaten te geven om dan over te gaan tot de weergave , van de hoofdgedachten van dit boek.

Men leze: „Houden we het ons nog eenmaal voor oogen: de Engelschman wil de wereld als fabriek, de Franschman als salon, de Duitscher als kazerne, de Rus als kerk. De Engelschman wil buit, de Franschman roem, de Duitscher macht, de Rus het offer. De Engelschman wil profijt trekken van den medemensch, de Franschman wil hem imponeeren, de Duitscher wil hem commandeeren, de Rus alleen wil niets." 317.

„En dan zijn er menschen, die van geestdrift gloeien, wanneer zij de meeldraden van een bloem tellen of wanneer zij het oude zeerecht van Amafli commentariëeren! Hoe kan men toch zijn tijd zoek maken in zulke dingen, als zich aan den horizon gaat afteekenen de grootste geestelijke taak, die aan het menschengeslacht ooit is op^ gelegd: de verzoening van het Oosten met het Westen, de geboorte der Oost-Westelijke cultuur." pag. 36.

„Napoleon is de volmaaktste incarnatie van den prometheïschen mensch en tevens is hij de meest grootsche belichaming van het Westelijk verlangen naar de donkere mystiek van het Oosten." 42.

„1812 is verreweg het gewichtigste jaar van de nieuwere geschiedenis." 42. „De Oostgrens van Europa is de Weichsel, niet de Oeral; zij verloopt heden precies als in de Middeleeuwen, daar, waar de Germaansche kolonisatie tot staan is gekomen." 45.

„De barbaren der technocratie (de Europeanen) razen den nacht van den waanzin tegemoet, waarin zij elkaar wederkeerig uit den weg ruimen." 49.

„Geen der groote Westersche volken kan, men zich in hun huidige gestalte indenken zonder Romeinschen invloed. Italië erfde den woordenvloed, Pruisen de discipline, Engeland de begeertenaar buit. Men heeft de Engelschen de moderne Romeinen genoemdi men kan ook de Pruisen zoo noemen. Napoleon zag in de Franschen, Mussolini in de Italianen de wettige erfgenamen van Rome. Men kan ieder van deze meeningen verdedigen, want zij zijn ieder voor een deel waar." 62. Rusland wordt bolsjewislisch ... „de heiligen worden revolutionairen, " 79.

„De Europeaan Is cle brave, vlijtige vakarbeider, het onberispelijk-werkende kleine deeltje in een groote machine." 86. „Der totale Staat ist die SOCIALFORM, der Gottlosigkeit". 100.

„Van Kant leidt over Hegel een rechte weg tot den totalen staat van tegenwoordig." 101. „De rede als commissaris van politie in den mensch. God als commissaris van politie in het heelal, dat is Westelijke wijsheid (in navolging van Kant)". 105.

„Van alle westelijke menschen hebben wel de mystieken met hun systeemlooze wijsheid de Russen het meest betooverd, voornamelijk Böhme, Angelus Silesius, Baader. Er waren in Rusland mystieke secten, die Böhmes Aurora vereerden als heilige Schrift." 116.

„Van de kerktorens (in het Westen) dreimen de slagen der klok, ernstige roepstemmen van den onophoudelijk-voortsnellenden tijd. Hoe symbo^ lisch is de verbinding van Gods huis met een klok" (tijd is immers geld, zegt de Europeaan; de Rus heeft geen klokken aan kerktorens, hij zegt trouwens: direct, dat is over een uur). 119.

„De maatschappij als kerk, als geestelijke gemeenschap, als vrije veelheid in liefdevolle eenheid, als het mystieke lichaam van Christus, dat is de Russische maatschappij-gedachte... maar de totale staat is naar zijn wezen het inbe^ip van de anti-religieuze krachten. Hij is de tegenkerk, die Socialreform des Unglaubens". 149.

De mensch van straks zal verstaan: „het laatste mysterie is niet het Woord, dat in den aanvang was, maar de stille broederkus der liefde." 154 „De Russische goddeloosheid — de kern van de bolsjewisüschc revolutie — is het ultimatum Gods aan Europa" (men kan hierin zien, wat de afval van het Westen is op zijn hoogtepunt, het van het Westen in Rusland ingevoerde communisme). 165

„Andere volken hebben andere voorbeelden van het menschelijke geschapen: China den wijze, Indië den asceet, Rome den heerscher, Engeland en Spanje den edelman, Pruisen den soldaat, Rusland treedt met zijn vrouw naar voren." 189.

Waarom zijn de Duitschers in Europa, zoo gehaat? „Het is een omsluierde haat van Europa tegen zichzelf' 237 — Duitschland hoogtepunt van de cultuur, waaronder Europa ten gronde gaat! „Do Spanjaard streeft naar zelfheiliging, niet naar zelfverhooging, " 269.

„De exacte wetenschap verkondigt, da, t zij nu zoo ver voortgeschreden is, dat de religie — vol­ gens Jeans zelfs het bijbelsche scheppingsverhaal — weer voor den man van onderzoek aannemelijk is." 300.

„30 jaren geleden jubelden we over de geslaagde onderwerping der lucht. Vandaag sidderen geheele millioenensteden voor den schrik van een toekomstig bombardement en brengen tot afweer groote bijdragen aan geld, tijd en arbeid op, en dat in een tijd^ die bijna uitsluitend op nuttigheid en rentabiliteit afgestemd is. Het schijnt, dat het geval van Icarus zich herhaalt, die het vliegprobleem oploste en daaraan onderging." 307.

Het moderne Europa: „het jprobeert zichzelf in het leven te houden, doordat het — in zijn bewapening — zijn absolute zelfvernietiging voorbereidt", 308.

„We welen of beginnen te vermoeden, dat het de weg des doods is, waarover wij verder sitormen, maar wij hebben geen mogelijkheid meer, hem te verlaten". 312.

Wat is nu de bekorende gedachte, waardoor dit boek gedragen wordt? Om deze vraag te beantwoorden, willen we een korte samenvatting van dit grandiooze werk geven.

Sombart dan — als zoovelen in onze dagen gegrepen door oud-Oostersche gedachten — heeft als uitgangspunt een vaste rhyüimiek in de wereldgeschiedenis. In eeuwige wisseling zouden zoogenaamde aeonische oerbeelden, oertypen van zielen met scherp-geLeekende trekken, trachten zich in 't levende menschengeslacht te belichamen. De ontvouwing van een oerbeeld en zijn aflossingsstrijd legen voorganger en opvolger zou de cultuurgeschiedenis haar rhyüime en een deel van haar spanningen verleenen.

Zulke oertypen drukken dus een bepaalden tijd hun stempel op. Maar dat doen zij niet onbeperkt, er gaat ook geweldige invloed uit van den bodem en van het klimaat. De Noordelijke mensch is anders dan de Zuidelijke mensch. Sombart verwerpt de theorie van bloed en bodem, die het Duitsche nalionaal-socialisme uitgewerkt heeft, aeon en bodem bepalen de gebeurtenissen van een bepaalden tijd. „Het zijn twee factoren, die de geschiedenis der menschen bepalen: de constante macht van den bodem en de variabele macht van de aeonische oerbeelden. Het in een elkaar- en tegen elkaar spelen van deze tegenovergestelde beginselen, het aardsche en het geestelijke beginsel, en de strijd bij de vervanging van de oerbeelden onder elkaar maakt den inhoud van hetgeen met de cultuur geschiedt uit, maar bewerkt ook de moeilijkheid van hun wetenschappelijke verklaring daarvan." 23.

Volgens hem zijn er vier van die oerbeelden en daardoor 4 typen van menschen: de heroïsche, de harmonische, de ascetische en de messiaansche mensch. De heroïsche mensch zou de wereld aan zich willen onderwerpen, de harmonische van de wereld willen genieten, de ascetische beschouwt het zijn als een dwaling en vlucht uit die slechte wereld en de messiaansche wil in de wereld een hoogere goddelijke orde brengen.

In de Middeleeuwen zou het harmonische oerbeeld zich beUchaamd hebben.'De gothische mensch domineerde toen. Er was een geestelijke eenheid in het gansche Westen, één alomvattende Christelijke cultuurgemeenschap; de enkeling was geborgen in de eeuwigheid, daar hij de wereld zag als volmaakt ontstaan uit de handen Gods.

Helaas, dit tijdperk werd vervangen door het heroïsche met zijn prometheïschen mensch. Dit geschiedde onder ontzaglijke gebeurtenissen in de jaren 1450—1550. De Noordelijke geest komt in verzet tegen den Zuidelijken geest. „Een rasechte uiting van den Noordelijken geest is de Reformatie". „Ze is verreweg de belangrijkste gebeurtenis tusschen 1200 en 1800, maar ook de noodlottigste, zooals we er direct aan toevoegen moeten". 46. Door de Reformatie immers komt er splitsing in de geheelheid. Het is nu belangrijk, wat er met ieder mensch afzonderlijk geschiedt. Luther is de meest tragische figuur. Hij wilde gezuiverde religie, het einde is, dat alle religie over boord gezet wordt: de splitsing, de scheiding voert tenslotte immers tot scheiding van God en wereld en daarna tot vergoddelijldng van den mensch, die de wereld aan zich onderdanig gemaakt heeft. Dat is de volmaking van den prometheïschen mensch. „Hij wil op de aarde meester zijn en daarom wil hij zonder God zijn. Ik noem hem den prometheïschen mensch naar den trotschen Titaan, die tegen de goden opstond, naar den lisligen gebruiker tot zijn nut van de natuurkrachten, naar den vooruildenkenden, die door zijn beramen van plannen de wereld naar eigen goedvinden wil vormen." 18.

Oppermachtig gaat die prometheïsche mensch heerschen. Wel zijn er enkele tegenstooten, die de ontvouwing van het heroïsche oerbeeld remmen, zooals de tegenreformaüe en de romantiek en het expressionisme, maar niets kan toch den prometheïschen mensch sluiten. De mensch voelt zich middelpunt van het heelal. Er is een hartstochtelijken drang naar vooruitgang. Daaraan wordt alles dienstbaar gemaakt. Daartoe moeten alle natuurkrachten hem onderworpen zijn. Dat gelukt hem klaarblijkelijk ook door een steeds hoogere ont­ wikkeling van de techniek. Hij meent alles te kunnen. Hij gelooft, dat hij inzonderheid door zijn denken alles aan kan. Het wonder kan niet bestaan, irrationeele factoren worden niet erkend. De denkende, werkende, zorgende, plannenmakende, heerschende mensch!

Wat een grootsch beeld van den mensch, zal men zeggen. Ja, zegt Sombart, het is grandioos, maar die dieper ziet, ziet de tragiek. Hoe meer de prometheïsche mensch over de aarde heerscht, hoe meer hij de slaaf van de aarde wordt. Hoe hooger zijn kimnen wordt, hoe meer de angst hem benauwen gaat, of hij dit alles wel kan vasthouden. Angst vervaart zijn ziel. Angst voor den medemensch, angst voor onzekerheid, angst om zijn bezit vast te houden, angst voor het leven zelf, .angst voor alles. Die groote, geweldige mensch, die geen God noodig heeft, in stagen angst. En vooral in onze dagen klimt die angst. Het fascisme is een machtige poging om met op^ offering van de \'rijheid het verworvene te behouden, maar de mensch gevoelt het, het zal toch niet gaan. Hij vlucht in het vermaak, in den arbeid, xn de massa, hij kust de zweep van den dictator, die hem slaat, maar zijn angst blijft, zijn angst, dat het toch niet goed zal gaan, dat ondanks alles de mensch de zwakkere is. Orde is de bedoeling van het leven, maar wie beschermt hem voor de wanorde, die van alle kanten hem aangrijnst? „De oer angst is het, die haar duistere schaduw ook op de bron des levens werpt. Zo verhoogt het getal dergenen, die in vertwijfeling' zichzelf dooden, het getal dergenen, die hun nakomelingschap beperken." 127. Het is een cultuur des doods. „Voor een deel sterft zij uit, voor een deel brengt zij zich zelf om." 127. .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's