GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr A. Kuyper over de Belijdenis.

I.

De „alarmkreet" van Prof. Waterink is al weer verklonken.

Even een kleine deining in het leven der kerkgemeenschap en toen was alles aireede voorbij. Te veel kreten van dit soort zijn in de laatste jaren geslaakt dan dat ze nog zouden kimnen schokken.

Het gaat den hoorders van dergelijke geluiden net als den hond, waai-van „de oude Gispen" eens vertelde. Toen dat beest voor het eerst schuchter in een smederij kwam en voorzichtig snuffelend rondging langs dingen en menschen, daverde opeens de zware voorliamer met groote kracht op hel gloeiende ijzer neer, een regen van vonken rondstrooiend. Een felle schok voer door het dierenlijf en met de snelheid van een bliksemstraal schoot het beest de smederij uit.

Doch zie: na eenige weken sliep hetzelfde dier rustig in een hoekje achter de smidse. De dreunende slagen hoorde liet niet meer. En de vonkenregen merkte het niet meer.

Alzoo ging en gaat het ook ons volk in deze dagen.

Het weet wel, dat de predikanten, die men wel eens tol een ietwat verdachte „groep" ziet maken, heelemaal geen belijdenisaanranders zijn. Dat ze allerminst lijden aan een gemis aan historisch besef. Wie hen kent en hoort en leest, weet, dat ze in geloo\'ige binding aan de Schrift, en m hartelijke aanvaarding der belijdenis „in alle articulen en stukken der leer", en in dankbare piëteitvolle erkenning van het werk der „vaderen", alleen maar goed-gereformeerde dominé's willen zijn.

Maar nu dit incident weer tot het verleden behoort, is het een gesdiikte tijd om over de kwestie, waar het om ging, eens rustig de stem van één der Vaderen te hooren.

Dat herinneren aan en — want dat wordt het grootendeels — instemming betuigen met dien „Vader", juist in het „stuk" van belijdenis-gezag en belijdenis-interpretatie, is het meest krachtige bewijs tegen wat als beschuldiging de lucht werd ingezonden.

Het zal tevens onze visie op het wezen eener belijdenis ongemeen verhelderen en verscherpen.

Het zal — naar we hopen — óók meewerken om de suggestie te breken, dat een zekere „groep" met minachtend dédain met name naar de ernstige stem van Kuyper en Bavinck niet meer luisteren wil.

Vooraf moet eerst een enkele opmerking gemaakt.

In de psychische gesteldheid, waarin uiteraard iemand verkeert, die tot het slaken van alarmkreten gedreven wordt, werd de kwestie, waar het om ging, niet erg helder gezien en gesteld.

Zoo werd den aangevallenen b.v. in de schoenen geschoven, dat ze de belijdenis wilden interpreteeren „niet naar liet wetenschappelijk dogmatisch inzicht van de opstellers der belijdenis, maar naar het geloofsbewustzijn in de geloofsgemeenschap der Kerk". Doch dat laatste zinnetje „naar het geloofsbewustzijn enz."... is bij' de verdachtgemaakten evenwel heelemaal niet te vinden! Geen wonder: ze verfoeien die oud-ethische stelling van ganscher harte. Ze hebben er zelfs reeds jaren lang tegen gevochten I

Het gaat niet over de vraag, of de belijdenis geïnterpreteerd moet worden naar de wetenschappelij k-theologisch e opvattingen der opstellers, dan wel naar de inzichten der huidige kerkmenschen.

Het gaat dus niet over het verschil tusschein historische interpretatie en één, welke geschiedt naar de, met de historie niet rekenende, en dus min of meer revolutionaire, philosofische bespiegelingen van een zekere groep.

Neen, de „stand des geschils" is ©en andere. Het gaat over deze vraag: Is de belijdenis een kerkelijk stuk dat dus een kerkelijke interpretatie vraagt en een kerkelijke binding teweegbrengt.

Dan wel: hebben we te maken met den neerslag van bepaalde w e t e n s c h a pp e 1 ij k-t h eologische beschouwingen van die theologen, welke de belijdenis hebben opgesteld, zoodat dus de belijdenis naar die beschouwingen moet worden verklaard en aanvaard.

Wie nu het eerste als juist erkent, aanvaardt daarmee tegelijkertijd een historische interpretatie ; maar dan een k e r k e 1 ij k-historische interpretatie. Want hij zal van zelf wel moeten vragen hoe de kerk in haar wettige vergadeiringcn over belijdenis en belijdenis-gezag, z.oowel materieel als formeel, heeft geoordeeld.

Het gaat dus over wetenschappelijke beschouwing; óf k e r k e 1 ij k e b e 1 ij d e n i s.

Het gaat hierover: Wie staat „achter" de belijden nis — de geloofsgemeenschap der kerk, of de school of groep of kaste der godgeleerden? En wat hooren we in die belijdenis: de taal der kerk en dan van heel de kerk en van de kerk aller eeuwen, die daarin haar geloof in de Heilige Schrift belijdt — dan wel de wetenschappelijke stellingen van één of meer theologen, al zijn die dan ook nog zoo< vroom en geleerd?

Over deze kwestie willen we nu Dr Kuj'per gaan hooren. Zooals we reeds meerdere malen deden met het oog op allerlei andere actueele vraagpunten. Hetzelfde te doen is ondergeteekende in het geheel niet verdrietig. Moge het ons allen nuttig en aangenaam zijn!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's