Gebedt.
Wilt de palen van ons lant Schutten met u hoge hant, Hoedtse voor bedeckte lagen En voor onvoorziene slagen. En verlaetse nimmermeer. Wilt ons horen, lieve Heer!
Brenget weer den gulden tijdt, Maeckt ons dit verwoesten quyt, Slaet u cudde weder gade. Dat den dief haer niet en. schade Noch den huyrlink niet en scheer. Wilt ons horen, lieve Heer!
Geeft dat yeder soet en stil Mach na-leven uwen wil. Dat de groote mette cleyne Niemant dien als u alleyne. En hem redelijck geneer. Wilt ons horen, lieve Heer!
Ghij sijt die de crijgen vuert, Ghij sijt die de machten stuert, Ghij cont wonderlijck behouwen. Op u jonste i) wij vertrouwen. Niet op ruyter ofte speer. Wilt ons horen, lieve Heer!
1) Gunst.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1940
De Reformatie | 8 Pagina's