GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr G. M. den Hartogh

en een concrete waag

In „Mededeelingen" van de Geref. Kerken classis Groningen schrijft een inzender liet volgende: Aan den WelEerw. Heer Ds D. v. Dijk. WelEerw. Heer.

Nadat ik op de kerkeraadsverg. van 15 Maart j.l. verschillende vragen ter tafel had gebracht, om een duidelijk antwoord te krijgen, o.m. op deze vraag: Wordt in de doop de inwendige aanwezigfe genade verzegeld (waarop ik een ontkennend antwoord kreeg), ben ik op 23 Maart persoonlijk bij Ds Lindeboom geweest, om hem nog eens deze vraag voor te leggen in verband met hetgeen ik las betreffende candidaat Schilder, aan wien deze zelfde vraag is voorgelegd, welke oficiëel door Prof. Grosheide aan hem is gedaan. Hierop kon deze geen bevestigend antwoord geven, waarop hij van de kansel werd geweerd. Toen heb ik Ds L. gevraagd, of dat, betreffende cand. Schilder, werkelijk zoo was. Hij meende, dat het een foutief persverslag was, waar dat in stond, maar zei. Prof. den Hartogh spreekt vanmiddag in Zuidhorn, vraag die maar eens, zeg 't maar in mijn naam. Deze vragen heb ik dan ook zoo te Zuidhorn gesteld: I. Wordt in de doop de inwendige aanwezige genade verzegeld? Vraag II is candidaat Schilder van de kansel geweerd, omdat hij deze vraag niet bevestigend kon beantwoorden? Nu had ik stellig verwacht een kort en bondig antwoord te zullen ontvangen. Hoe werd ik teleurgesteld. In plaats van mijn eerste vraag te beantwoorden, stelde hij de vraag zoo, alsof ik gevraagd had, of de doop het geloof versterkte. Daar heeft hij ongeveer 15 min. over gesproken, doch mijn vraag werd niet beantwoord. Toen ik dat vernam, dacht ik: , , dan zal mijn tweede vraag ook wel niet beantwoord worden." Deze gedachte bleek juist te zijn. Dus kon ik onverrichterzake huiswaarts keeren.

Er was geen gelegenheid om op mijn vragen terug te komen. Ik wist echter, dat Prof. den Hartogh hier in A. bij Ds L. zou logeeren. Om toch het fijne van de zaak te weten te komen heb ik hem opgezocht aan de pastorie, twintig voor acht en om acht uur moesten wij binnen zijn. Dus niet veel tijd. Zoo heb ik hem direct weer de vragen gesteld, maar kreeg eerst weer lange citaten te hooren van wat anderen gezegd hadden. Zoodat mijn tijd bedenkelijk inkortte.

Daarom lei ik hem uiteindelijk nog eens de schriftelijke vraag voor, waarop hij dan bevestigend antwoordde. De tijd was inmiddels verstreken om nog het antwoord op de tweede vraag te krijgen, zoodat ik daarover van Prof den Hartogh nog geen officiëele uitspraak kon krijgen. Dit alles doet mij pijn, daar ik onze Professoren altijd hoogachting heb toegedragen.

Waarom nu niet openlijk en eerlijk op de vergadering beantwoord, waarom moet het afgedwongen worden? Ik meen een en ander even te moeten schrijven, daar ik het verslag van zoo'n verg. van Niezijl zag staan in het Kerkblad. Ja, ik kwam wel verslagen van de vergadering terug, maar niet in dien zin, welk een synodale broeder bedoelde „verpletterd". Laten wij in 's Heeren kracht strijden tegen het kwade. Met hartelijke gr. en heilbede Uw br. in Chr. R. SMIT.

Ds D. v. Dijk teekent bij dit stuk aan: Bovenstaand stukje werd mij toegezonden door een broeder uit Aduard. Het is goed dit te publiceeren, opdat men wete hoe men de vraagstukken, waarover het gaat, zoekt te ontwijken.

Wat nu de quaestie van candidaat Schilder betreft. Men kan niet zeggen, dat aan hem de vraag is gesteld, of hij geloofde, dat de doop inwendige, aanwezige, genade verzegelde.

Maar wanneer men op grond daarvan de zaak, waarover het gaat, zoekt te verdoezelen, speelt men oneerlijk spel.

De vraag mag dan formeel niet aan Cand. Schilder zijn gesteld, de zaak is met hem besproken. Eu op de Synode is gerapporteerd, dat hij ontkende, dat de doop inwendige, aanwezige, genade verzegelde.

Op grond daarvan werd geconstateerd, dat deze candidaat afweek van Art. 33 van de Nederlandsche Geloofsbelijdenis,

Men heeft dit (vreemd genoeg) niet opgenomen in de conclusies van het rapport, op grond waarvan men hem het preekconsent ontnam, maar in het rapport is het wel gezet.

De Synode heeft dus uitgesproken, dat iemand, die niet aanvaardt, dat de doop inwendige, aanwezige, genade verzegelt, afwijkt van de Belijdenis.

Laat men toch niet probeeren daar omheen te praten. In de procedure met Cand. Schilder is dit klaar gebleken.

Men weet dus, waar men met de Synode aan toe is. Over het leerzame geval van cand. H. J. Schilder, thans — nu er nog verstandige menschen zijn — Ds H. J. Schilder, laten we ons elders nog wel uit, ook door publicatie van een brief van Dr F. W. Grosheide. Wat Dr den Hartogh betreft, wie hem hoort, bedenke, dat exclamaties en argumenten twee zijn. Bn dat een beroep op de gebeden van Dr Duursema, die evenmin als Dr den Hartogh, het spel van de lieden-op-denachtergrond heeft doorzien, al evenmin een argument is.

Zuivering.

Friesch Dagblad van 18 April 1945, hoofdredacteur de heer H. Algra, schrijft;

Het dienen van beginselen beteekent thans minder dan ooit het dienen van partijoogmerken. Wij weten niet eens, of de A.R. partij in haar oude gedaante zal herrijzen. Misschien is het r-; eerder zaak, dat haar vertrouwensmannen het initiati', ; ' helpen nemen tot het vormen van een Christelijk-sociale volkspartij waarin allen kunnen samenwerken, die instemmen me< - wat hier verder wordt gezegd.

In elk geval is het ongewenscht, dat op welke wijze ook, door zalvende woorden of door intrigues, ooit

diegenen weer de kans krijgen, een hand aan den teugel te slaan, die in de vijf jaren van onderdrukking zich voorzichtig verdekt hebben opgesteld. Wij kennen die politici, die het plotseling zoo druk hadden met andere dingen, dat zij ons volk in den steek lieten; die zoo voorzichtig waren, om hun gezondheid, hun positie, hun vrouw, hun zaak, hun meubilair, of wat voor utensiliën ook, en die daarom, nu ja, wel eens honderd gulden wilden geven voor een of andere actie, maar die zelf nooit iets deden, dan af en toe wat criticeeren, wat schampere opmerkingen maken, wat verdachtmakingen lanceeren, alsof anderen, die in de bres stonden, zich zelf zochten en strevers waren. Wij kennen ze die politici, die in de laatste maanden, toen iederéén het zag, dat de Duitschers het gingen verliezen, weer omzichtig voor den dag kwamen, en ook wel weer wat mee wilden doen. Wij kennen ze, en straks zullen ze op de eerste vergadering van de kiesvereeniging komen, en veel banden drukken, en een Oranjeknoopje dragen, en glunder kijken, en breed-uit gaan zitten. Wie er dan invliegen, en dergelijke slimmelingen stemmen, verdienen niet anders, dan opnieuw met hen bedrogen uit te komen. Zoo was onze ervaring toch, toen de nood aan den man kwam. Zij waren vertrouwensmannen, en ze lieten het werk aan anderen over, toen er gevaar kwam. In het eerecomité van de Winterhulp, dat ging wèl. Meevechten in den totalen ooglog tegen het nationaal-socialisme, dat ging niet Ze vroegen aan iedereen of er nieuws was, omdat ze zelf de radio hadden ingeleverd, en gingen dan wat theesurrogaat drinken bij de vrouw. Ze hadden het nog zoo kwaad niet. Wanneer er straks ergens kiesvereenigingen bijeen komen, dan hebben wij maar één advies. Gij moet zonder eenige consideratie voor namen, titels, leeftijd, vermogen of charme, alleen stemmen op de mannen, waarvan gij positief weet, dat zij tijdens de bezetting wat hebben gedaan. Alleen die toen hun tijd en kracht volop gaven aan een of_meer takken van het groote nationale werk, dat toen moest worden gedaan. Wanneer gij anderen weer naar voren helpt, dan maakt gij uw partij kwetsbaar. Want de jeugd zal zich afkeeren van elke combinatie, waar de halven zich breed maken. Natuurlijk slaat deze scherpe critiek niet op hen, die in 1940 om hun leeftijd al aan het bedanken toe waren. Hen wachte nu op de eerste vergadering een vertraagd, maar eervol afscheid. Ik ben het er volkomen mee eens.

Maar ik kan den schrijver garandeeren, dat het een toer zal zijn, den kant uit te sturen, dien hij wil.

We moeten bedenken, dat door de politieke waardeeringsoordeelen heen de kerkelijke loopen. En in het kerkelijke leven zijn de menschen veelal meer verliefd, dan dat ze liefhebben. Hun blinde voorkeur voor bepaalde personen of combinaties van personen wordt vaak beheerscht door traagheid, misverstand, opleidingskwesties en groepsbelangen. Gevolg is dat menschen, die in politiek opzicht de zaak leelijk hebben laten liggen, toch vanwege htm kerkelijke politiek worden geloofd en gevolgd door dik en dun. Straks dringen dezen weer naar voren op dat terrein dat de menschen het eerste pakt, de kerk, en worden ze zoo toch weer binnengehaald, ook in de politieke arena.

Friesland loopt in dezen misschien wel het meeste gevaar. In politiek opzicht is het een der voor nieuwe geluiden openstaande provincie. Maar kerkelijk is Eet zwaar geïnfecteerd met partijdigheids-bacilen en het serum, dat genezen kan, wordt door een aantal predikanten van merkwaardige eenzijdige afkomst aan de bevolking stelselmatig onthouden. Waar kerkelijk niet tot reformatie te bewegen is, daar zal de slappedanigheid, die op politiek gebied juist vele vooraanstaande kerkelijke „leiders" aan den dag hebben gelegd, niet wijken van het volk. Wie in de kerk bijziende is, wordt het ook in de poUtiek, althans wat de keuze der personen betreft Nieuwe geluiden? Maar toch de oude menschen. De

twee-terreinenleer blijft zich wreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1945

De Reformatie | 8 Pagina's