GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONS KERKGEBOUW, II.

De ruimte, die het meest aan den door ons gestelden eisch beantwoordt is de harmonische rechthoekige ruimte. De rechthoek is zeker niet karakterloos, want zij heeft als zoodanig richting en richting impUceert beweging. Een veelheid van ruimte elementen zal de eenheid van deze beweging vertroebelen, onduidelijk maken. Om deze reden moeten we elke gecompliceerde ruimte, maar ook elke richtinglooze ruimte verwerpen.

Dit houdt in — geen kruiskerk — geen centraalbouw — geen cirkelsectoren of halve cirkels, maar steedSi de pretentielooze maar toch karaktervolle rechthoek, de meest duideüjke en oorspronkelijke architectonische ruimte.

De oppervlakte van onze kerkruimte zal dus varieeren tusschen de 100 en 400 vierkante meters.

De verhouding van de zijden der rechthoek wordt door verschillende factoren bepaald nameUjk door de geledingen en de accenten in deze ruimte. Hiermede komen we dus tot de inrichting en de styleering van het interieur.

We moeten deze dingen helaas achtereenvolgens bespreken, maar eigenhjk is deze interieur-compositie een geheel, waarin alles met aUes verband houdt in een universeele harmonie.

Er zijn dus verschillende elementen, die van beteekenis 2ajn. Echter niet alle elementen, die in de moderne protestantsche kerken vaak toegepast worden zijn aanvaardbaar. In het bijzonder denk ik hierbij aan de avondmaalstafel, die een permanente plaats krijgt in de kerk om als een heUig symbool ons te herinneren aan de gemeenschap met het vleesch en bloed van Christus. Hiervoor wordt dan vaak een speciale plaats gereserveerd bijvoorbeeld in een uitgebouwd koor, terwijl de kansel dan terzijde wordt geplaatst. Dikwijls wijst dit op een min of meer ethische instelling, die het „dogmatische" Woord bewust of onbewust op het tweede plan brengt. Dit moeten we inderdaad afwijzen, want het „Woord" van Johannes 1 is voor de gemeente het een en het alles, het eten, het drinken, het ademen, het leven — het Evangehe.

De Heiüg© Geest werkt door de wederbarende kracht van het Evangelie het geloof in onze harten, terwijl de sacramenten dat geloof versterken en ons de beloften van het Evangelie des te beter doen verstaan en deze verzegelen.

Dat Woord mag niet op het tweede plan komen. Onze Woorddienst is Evangelie-verkondiguig en dat herinnert ons eiken Zondag op actieve wijze aan het deel, dat wij hebben aan Christus' Ujden en sterven en aan Zijn opstanding en heerhjkheid. Bovendien zijn de werkehjke symbolen van het Heilig Avondmaal het brood en de wijn en zijn er bij, de sacramenten geen aetielooze syrnbolen gegeven. We moeten met symboliek zeer zuinig zijn daar heit gevaar van afstomping zeer groot is en een symbool heeft ook alleen dan waarde wanneer het ons werkelijk iets te zeggen heeft, wanneer het zinvol is.

In de eerst© plaats is dus van belang de climax, het richtpunt der ruimtebeweging. Dit richtpunt zal het hoofdaccent zijn in de ruimte, het pim.t waar de vergaderde gemeente zich in geloofsaandacht op concentreert, dat is de plaats waar God tot haar spreekt in 2ajn Woord, het Woord waarin de gemeente één is.

In den dienst des Woords is de preekstoel het richtpunt en daarop zal de ruimte gecomponeerd moeten worden in een rythmisch bewegen van af de ingang tot het Uturgisch centrum. Dat wil dus zeggen, dat de andere elementen of secimdaire accenten geen pretentie mogen hebben in zelfstandige belangrijkheid.

Alle plastiek of ornament of andere styleering zal onzelfstandig en dienend moeten heenwijzen naar dit pistisch© concentratiepunt. Het moeten all© variaties zijn op het hoofdthema en zich in harmonisch rythme er om heen groepeeren en er heen bewegen en elke tegenbeweging zal moeten dienen om deze hoofdbeweging te accentueeren.

Deze lythraische beweging der ruimte zal ook niet onstuimig, fel coloristisch of vol materieel plastisch mogen zijn als een wereldsche feestzaal. Ze zal — zelfs in aUen rijkdom van vorm, in alle diepte van spanning — eenvoudig moeten bUjven, juist in haar eenheid van harmonische concentratie op haar leidend motief. Dan eerst zal het interieur harmonieeren met d© zuivere rust, de toegewijd© liefde en irene blijdschap des geloofs, die d© gemeente beleeft in de gemeenschap der heiligen in Christus Jezus.

Van groot belang is dus de behandeling der wanden en plafonds, eoowel voor wat betreft him kleur ala hun plastisch© werking.

De wand bijvoorbeeld zal in het rythmische ruimtebeeld zeer zeker plastisch© elementen moeten hebben juist om zijn werking als wand te accentueeren. Deze plastiek zal een suggestie moeten geven van de dikte en beschermende werking van den wand en zal bovendien afgestemd moeten zijn op de ruimte verhoudingen, de afstand der wanden ten opzichte van elkaar enz.

De ruimte moet namehjk architectonisch bhjven, dat wil zeggen, het moet blijven een wandomsloten gebouwde ruimte.

Wanneer de ruimt© omsluiting der wanden en plafonds t© vol plastisch wordt, dan wordt het geheele interieur contra-ruimte der plastiek en als zoodanig in d© plastiek opgenomen. We zien dit onder anderen in de Gereformeerde Pelikaankerk in Leeuwarden maar sterker en ook veel schooner in de Gothische kathedralen. In deze plastische ruimt© vergadert niet de gemeente maar gaat de menschenplastiek op in de plastiek van bundelpijlers, bogen en gewelven.

Van belang iS ook de plaatsing van het orgel.

Voor den bouwer is d© gemakkehjkste oplossing het orgel boven den preekstoel of achter in de kerk.

Boven den preekstoel is beslist onjuist wanneer er werkehjk een orgelfront wordt gebouwd. Dit elenaent wordt dan ten opzichte van den kansel te belangrijk. In veel kerken is het zelfs zoo, dat men den kansel nauwehjks kan vinden vanwege de pretentie van het orgelfront.

Een betere oplossing is te krijgen wanneer het orgel onzichtbaar wordt geplaatst en het geluid in de kerk binnen komt door een ajour bewerkte wand. Het gevaar bhjft echter, dat ook dit nog te belangrijk zal werken. De kansel wordt het eenvoudigst en het meest pregnant geaccentueerd wanneer er een ruime vrije wand omheen is, waarin de eventueel© plastiek, bijvoorbeeld een kruis, op dit centrum is geconcentreerd.

Het orgel tegenover den preekstoel heeft het bezwaar, dat er een te belangrijk tegen accent ontstaat, waardoor de ruimte beweging onduideUjk wordt, terwijl dit toch ook zeer belangrijk element tijdens den dienst bovendien aan het oog der gemeente is onttrokken.

De mooist© plaats voor het orgel is naar mijn meening vóór in de kerk terzijde van het liturgisch centrum, waardoor het dienend karakter van begeleiding van den gemeente-zang en van de liturgische handehng het meest tot zijn recht komt.

Wel vereischt deze plaats een zorgvuldig verantwoorde architectonische oplossing, maar het geeft den architect tegeüjkertijd weer een belangrijk element voor zijn rythmische compositie op het hoofdaccent. Vanzelfsprekend zal er dan tegenover het orgel aan de andere zijd© een zeker tegen-element moeten zijn om tot een harmonisch evenwicht te komen, bijvoorbeeld door een bijzonderen raamvorm. Hierdoor zal dan op de hoofdas over het liturgisch centrum een dwars-as worden gevonnd, die het richtpunt der compositie weer zal beklemtonen.

Tenslotte nog een enkel woord over de sacraments bediening.

Het doopen vóór den kansel komt mij het meest juist voor, in het centrum, terwijl ook deze heilige handeling door de geheele gemeente gezien kan worden. Dit geeft geen architectonische moeihjkheden.

De viering van het Heilig Avondmaal is echter niet zoo eenvoudig op te lossen. Het karakter van dezen dienst is geheel anders dan van een Woorddienst. Toch moet het om economische redenen wel in dezelfde ruimte. Op verschillende wijzen wordt het H. A. gevierd, maar d© juiste oplossing is mijns inziens nog niet gevonden.

Waarschijnlijk eullen we het in deze richting moeten zoeken, dat de kerk geheel voor een avondmaalsviering wordt ingericht. De zitplaatsen zullen alle verplaatsbaar moeten zijn. Dit kan o.a. met gekoppeld© klapbanken, die dan all© rondom een of meer groote tafels worden gerangschikt, terwijl het eventueel verhoogde tafelhoofd vlak voor den kansel in het centrum moet worden geplaatst. De geheele dienst zal dan als tafeldienst worden gehouden. Vanzelfsprekend zal dit eenigen arbeid vragen om de zetels telkens om te bouwen, maar dat mag ons niet afschrikken wanneer we er de winst mee boeken, dat de dienst meer één geheel zal worden en daardoor ook meer tot zijn recht zal komen. Met deze oplossing blijft wel is waar de preekstoel tijdens den maaltijd als een zinloos moment ongebruikt, maar dit bezwaar zal des te minder spreken naarmate de gerichtheid op het liturgisch centrum meer wordt bereikt door de werking der omgeving dan door de eigen monumentaliteit van den preekstoel.

Ik ben me er van bewust hiermede deze belangrijke zaak niet voUedig te hebben behandeld, maar slechts richtlijnen te hebben gegeven, die er naar ik hoop toe kunnen mede werken, dat we als gemeenschap een kerkgebouw bouwen tot eer van God en daarin ook uitspreken onze groote liefd© voor Christus wiens kerk wij zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 1946

De Reformatie | 8 Pagina's