GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„DE JEUGD IN WEST-EUROPA”, II Slot.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„DE JEUGD IN WEST-EUROPA”, II Slot.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De auteur zegt:

„We hebben in West-Europa meer kerkgenootschappen dan een ngensch vingers en teenen heeft. Die verdeeldheid is zonde, zware zonde. Slechts een heel mager troepje worstelt om Christus' bevel: „Ik wil, dat zij allen één zijn", werkelijkheid te maken". De schrijver van dit werkje behoort tot het magere troepje bovengenoemd en wil met vuur er voor vechten dat Christus' eenheidsgebod verwerkelijkt wordt.

Daarom staat afbraak van kerkmuren op het werkprogram. En mocht men onverfioopt er niet in slagen de kerkeUjke verdeeldheid op te heffen of het aantal' kerkgenootschappen te verminderen, dan moet toch in elk geval dit bereikt worden dat er eenzelfde gezindheid komt in de verschillende kerken. Geen isolement van de Christelijke jongeren mag worden geduld. „We moeten ons de moeite geven om op de hoogte te komen van de overtuiging, de inzichten en de historische ontwikkeling van de verschillende groepen. Katholieke jongeren moeten het Protestantisme bestudeeren. Protestanten het Katholicisme. De jongens en meisjes uit de eene Protestantsche groep moeten meer van de andere weten. De Christelijke jongeren moeten zidh ernstig bezighouden met wat er in humanistischen kring omgaat. De jonge humanisten moeten meer van het Christendom weten. De niet-communisten moeten het eommimisme bestudeeren. Er valt heel wat op te steken van de jonge commu. nisten.

De jonge communisten moeten zich verdiepen in wat er leeft in de niet-communistische kringen. De jonge socialisten moeten meer weten van de groepen, die het socialisme afwijzen. De niet-socialisten moéten beter op de hoogte komen van het socialisme. We moeten elkaar goed leeren kennen. We moeten elkaar meer ontmoeten. Vele groepen leven vlak langs elkaar heen. Er zijn heel wat communistische jongens en meisjes, die wat honger naar gerechtigheid en echte inerischen-. liefde aangaat, veel anderen een voorbeeld zijn. En da Christen-jongeren moeten er voor uit durven komen, dat het Christendom van onzen tijd beneden de maat is. We moeten toegeven, dat de oude kerken vernieuwd moeten worden. En dan niet preeken. Met preeken maken we geen intense belijders. We moeten het Christensfihap voorleven, zoodat men gaat denken: „Wat Zijn dat een prachtmenschen! Zoo zou ik ook graag zijn!”

Er mag geen breuklijn in onze generatie zijn, die van Christenen en heidenen.

Hét komt er op aan, dat we samen zuiver een lied kimnen zingen. Er moet meer eenheidsbesef komen. De gemeenschapsgedachte moet do9rbreken in de heele cultuur.

Om dit te verwezenlijken moet er een West-Buropeesch jeugdcentn; a komen, dat beschikbaar is voor alle belangrijke internationale jongerenconferenties, waar jongeren uit verschillende landen elkaar kunnen ontmoeten, waar de zetel van het West-Europeesch gesprekblad is en waar jongeren kunnen schrijven en studie maken van het jeugdvraagstuk Dit centrum moet een uitmuntende bibliotheek hebben, een eigen bioscoop en tooneelzaal en uitgebreide wandel-en sportterreinen. Het moet een kleine jeugdstad worden, van waaruit de wereld moet worden beïnvloed. Er moet een schoone harmonische wereld komen, een (choon harmonisch Europa, een schoon harmonisch vaderland, een harmonische samenleving.

Daartoe moeten de gezinnen en scholen vernieuwd en moet er een andere sfeer komen in fabrieken en vereenigingen. We moeten de wereld vermenschelijken, want er is zwaar weer op til.

Het gaat om het er op of er onder.

We moeten de Christelijke democratie Europa stichten. Het is kort dag. Drie ongewenschte handen strekken zich naar ons uit. We loopen gevaar een kolonie van de Sovjets, een kolonie van de Amerikanen of rie kolonie van een nieuwe didactuur van Europeesche makelij te worden!

Ik had nog wel een poosje door kunnen gaan met het doorgeven van de gedachten, die de auteur in „De jeugd in West-Buropa" ontwikkelt, maar ik vlei me met de hoop, dat het voorafgaande voldoende is om u duideüjk te maken, dat we hier te doen hebben met iemand, die geestelijk uithuizig is geworden. Deze jongeman , van Gereformeerden huize, die met talent en enthousiasme ijvert voor een nieuw Christendom, is slachtoffer geworden van het Barthian'sme. En beter dan in een geleerde uiteenzetting wordt het ons duidelijk, wat deze gevaarlijke strooming eigenlijk wii, . als deze jongeman zijn plannen ontvouv/t om_de wereld te verbeteren. Hij heeft de gevaren, .die Europa, ja. heel de wereld bedreigen, onderkend. Hij ziet.die gevaren onder de oogen en wil ze bestrijden en bezweren. Hij zegt tal van rake dingen en bedient zich van een stijl, die tot lezen dwingt.

Zelf zegt hij van zijn boek, dat het eigenlijk geen boek is over de jeugd van West-Europa, maar een hartekreet, een schreeuw: het is de stem van een generatie, die zich geschonden en in den steek gelaten voelt en die de toekomst wantrouwt. Hij eindigt zijn boek met een bede: „Heer geef ons het geweld van een nieuw geloof”.

Maar wat is dat voor een nieuw geloof ?

Niet dat van Hebreen 11. Het geloof van Booy rust in den mensch. Hoor maar! Hij spreekt over den mensch, den zoon van God, over de waarde en de waardigheid van den menschelijken persoon, over het mensohelijke wezen, waar heilige en beest in te keer gaan. Niet door het Evangelie te brengen aan de ontredderde jeugd, maar door vereeniging van menscheUjke krachten wil hij het gevaar afwenden en de wereld redden. Zeker, hij spreekt ook van God. Maar hoe! „Wij gelooven in God, den eeuwigen God. En wij weten voor altijd van Hem te zijn”.

En verder op: „God verlangt, dat je Hem helpt, met Hem meewerkt'. Hij wil niet, dat wij verloren gaan. Hij wenscht niet de debacle van onze generatie te zien. Het ligt aan ons of we het licht of den nacht ingaan”.

Maar dat is niet de God van den Bijbel. Dit is een eigenwillige godsdienst, als van koning Saul, die God voor zijn karretje vïilde spannen om zich zelf in veilig-• held te stellen. Nergens lees ik in dit boekje, dat God alléén met ons van doen wil hebben, als vdj genade hebben gevonden aan den voet van het Kruis. Wel zegt'de schrijver, dat een Christen van den Heiland moet getuigen, tot hij aan de kist toe is, maar wat zegt zoo'n uitdrukking, als in het middelpunt van dit nieuwe Christendom niet staat de Christus, maar de mensch, de zoon van God! Het schermen met den naam van Christus maakt dit boekje des te gevaarlijker voor oud en voor jong.

Deze auteur bUjkt te zijn een hartstochtelijk prediker van Barthiaansche gedachten.

Hij propageert een verfijnd humanisme met een Christelijk tintje.

God beware onze Christelijke jeugd voor infectie van boeken als Thijs Booy's pennevrucht!

En mogen de oogen van diegenen in onze kringen, die pleiten voor samenwerken met andersdenke, nden, opengaan voor de groote gevaren, die hier dreigen!

We moeten den weg terug !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 maart 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

„DE JEUGD IN WEST-EUROPA”, II Slot.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 maart 1947

De Reformatie | 8 Pagina's