GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VUUR OP DE AARDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VUUR OP DE AARDE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een geesfelijk bad nog eens te bladeren in „Van strijd en zegen", het Gedenkboek van het Christelijk onderwijs, uitgegeven bij het vijftigjarig Jubileum van de Vereeniging van Christelijke onderwijzers en onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesche Bezittingen, gevierd in 1904. O

Dat boek moesten nu onze menschen eens lezen. • Ge vindt daar een stuk schoolstrijd zóó levend, een verhaal van de trouw van de voortrekkers, zóó ontroerend, dat ge naar dat boek telkens weer grijpt. Prachtig is ook'het hoofdstuk over den schoolstrijd in Wonseradeel.

Daar wordt o.a. verhaald, hoe de plaatselijke schoolvereenigingen zich hadden vereenigd tot den „Bond Wonseradeel". Deze bond organiseerde openbare schoolvergaderingen in dorpen, waar nog geen christelijke school was. 's Middags trad dan meestal een predikant op, die een „schoolrede" hield en 's avonds leverde een der Christelijke onderwijzers een referaat. En meer dan één christelijke school heeft aan dien Bond haar ontstaan te danken gehad.

„Zoo" — we citeeren „Van strijd en zegen" — „zoo hadden de vrienden eens het orthodoxe dorp Exmorra, waar nog steeds geen school met den Bijbel was, voor hun schooldag uitgekozen, 's Middags, voor kerktijd, komt een der Wonser vrienden bij zijn zwager in dat dorp. Maar 't gelaat van dien zwager stond niet als gisteren en eergisteren. „Jullie hebben onze gemeente in rep en roer gebracht", zegt hij, „'t staat in brand!" — „Wat ben ik blij", zegt de bezoeker, „dan komt er wat goeds. Jezus heeft gezegd: Ik ben gekomen om vuur op de aarde te werpe n". — „Jij hebt goed praten", herneemt de eerste, „de menschen zijn woedend". — „Ja, ja", is 't antwoord, „jij hebt een winkel, maar God is daarboven verheven". — En er kwam iets goeds. In 1886 werd te Exmorra een Chr. School geopend".

Zóó zag men voor 60 jaren héél concreet' en héél dichtbij het vuur, dat de Heere Jezus op aarde kwam werpen en waarvan Hij zéér begeerde, dat het zou branden. „Vuur op de aarde", dat was „vuur in Wonseradeel", „vuur in Exmorra", „vuur bij het onderwijs", „vuur in de politiek": Vuur op de aarde!

Ik zou wel eens willen weten, hoe die broeder uit Wons zou hebben opgekeken, als je liem. de vraag zou hebben gedaan, of een Chr. onderwijzer, of een lid van de Vereeniging van Chr. onderwijzers ook lid zou kunnen zijn van een politieke partij, die wil, dat het vuur, dat Christus op de aarde werpt in de poli­ tiek niet branden zal. Of hoe die vergadering van de jubileerende Groote in 1904 daarop zou hebben ge­ reageerd.

Ik ben bang, dat ze verwonderd zouden hebben opgezien en zouden gezegd hebben: „dat Asdodische taaltje verstaan wij niet".

Zoo was het toen.

Thans is het anders.

Thans wordt in de Vereeiiiging van Christelijke Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesche Gewesten in allen ernst pro en contra gesproken over de vraag of het lidmaatschap dezer organisatie vereenigbaar is met het lidmaatschap van de Partij van den Arbeid. M.a.w. of iemand tegelijk lid kan zijn van een vereeniging, die Christus belijdt, „Die het vuur op de aarde geworpen heeft en behagen heeft aan den prairiebrand" (S. G. de Graaf) en van een Partij, die ontkent, dat Christus dit vuur óók in het politieke leven geworpen heeft?

Dat vraagstuk is zoo moeilijk, dat „de Groote" er zelfs een Commissie van Advies voor benoemde, die de Vereeniging over een jaar van voorlichting zal dienen.

Hadden ze D. E. C. voor het lidmaatschap van zoo'n Commissie aangezocht, dan had hij er stichtelijk voor bedankt. Want hij meent, dat deze zaak zóó duidelijk is, dat we èn de Groote èn ons Christelijk Onderwijs, èn de zaak des HEEREN in dezen géén jaar mogen ophouden. Thans zeggen de menschen: het zit nog. Zélfs de Groote komt er niet uit. En laten we in onze school voorzichtig zijn, want ook prof. dr K. Dijk zit in de Commissie. Laten we dat advies eens afwachten!

Ook prof. dr K. Dijk!

We hebben dezen Hoogleeraar in de laatste jaren nog al eens aan den arbeid gezien. Als de Synode zijner kerken zich bemoeien ging met zaken van Kerkeraden en Classes. • Toen de synodale overvalwagen door het land reed en er zoo hier en daar met advies van professor Dijk wat te.schorsen viel. Toen was er haast. Ze konden niet wachten „geen dag en geen nacht"

Maar dat was in de „Kerk als' instituut". In de „Kerk als Organisme" schijnt het anders te zijn.

Daar studeert men een jaar

Eln intusschen wordt deze voor tal van christelijke scholen brandende kwestie sleepende gehouden. En dat, J; erwijl het in deze zaak maar niet over de vraag van de vereenigbaarheid van het lidmaatschap van de Groote, met dat van de P. v. d. A. gaat, maar over heel den grondslag èn van onze politiek èn van ons onderwijs.

Want als het een vraag is of we in onze politieke actie des HEEREN verbond zullen houden of niet, dan is het óók de vraag of we dat doen zullen in het

onderwijs. Daarom gaat het. '

En deze vraag i s geen vraag!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 september 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

VUUR OP DE AARDE

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 september 1947

De Reformatie | 8 Pagina's