GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

doctor ecclesiae.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

doctor ecclesiae.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op "Vrijdag 19 December a.s. jubileert Prof. Dr S. Greijdanus. En dit jubileum is de moeite waard om êr ook „Opi en om 't Kerkplein" even bij stil" te staan.

Want Prof. Dr S. Greijdanus heeft in de dertig jaren van zijn Hoogleeraarschap niet alleen de Theologische Wetenschap, maar ook de Kerk gediend.

En dat niet maar in dien zin, dat Prof. Greijdanus naast zijn wetenschappelijk werk óók nog belangstelling had voor de zaken der Kerk en zich met haar intensief bezighield, maar Prof. Greijdanus diende de Kerk óók als hij op de studeerkamer en op de katheder zich „naar al den lust zijner ziel" bezig hield met strikt theologisch-wetenschappelijke vragen.

In het verleden is vaak veel gestreden over de vraag na.ar de verhouding van wetenschap en praktijk, theologie en Kerk. In verband daarmee kwam de vraag aan de orde van de universitaire wetenschapsbeoefening en de seminaristische opleiding van Dienaren des Woords. In dien strijd van het verleden heeft ook Prof. Dr S. Greijdanus het zijne geschreven en gesproken. Maar wat meer is, in zijn eigen leven, ook in zijn Hoogleeraarschap is die eertijds brandende kwestie gelukkig opgelost. Voor Professor Greijdanus gaapt er tusschen het beoefenen van de theologische wetenschap en het behartigen van de zaken van 's HEEREN Kerk geen klove.

Van den katheder zag hij toekomstige Dienai'en des Woords. En volkomen op de hoogte met den strijd der geesten en den stand der - vraagstukken, ook buiten zijn eigen vakgebied, heeft hij zijn leerlingen toegerust met al wat hun noodig was om temidden van dien strijd der geesten en bij den momenteelen stand der vraagstukken te zijn wat ze wezen moeten: Dienaren des Woords in 's Heeren gemeente. Hij heeft de p r a c t ij k van het ambt gezien. En wie nu meenen mocht, dat die kijk op de p r a c t ij k van het ambt het wetenschappelijl? werk van Greijdanus voerde in het seminaristische slop, die kent dat werk niet: het is wetenschappelijk volkomen af.

Het mooie in dat werk is, dat Greijdanus zich het groote geloofsvooroordeel van zijn werk nooit ge-, schaamd heeft: et geloof dat „de profetie niet is voortgebracht door den wil eens menschen, maar de heilige menschen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, ze gesproken hebben" — II Petr. 1 : 21 — en dat „al de schrift is van God ingegeven" — n Tim. 3 : 10. — Maar nooit heeft Greijdanus dat geloofsvooroordeel misbruikt als 'n oorkussen voor wetenschappelijke luiheid, nooit misbruikt als een tooverformule, waarmee hij zich van de noodzaak van diepingrijpende critiek op het werk van mannen, die voor de Schrift als het Woord Gods niet bogen, trachtte te ontslaan. Integendeel: ij heeft ze achtervolgd tot op hun basis en na scherp ontledende critiek altoos weer hun valsche geloofs-vooroordeelen blootgelegd. IZoo streed hij ook in de wetenschap voor het geloof, dat den Heiligen overgeleverd is.

In diepen eerbied voor de Schrift.

Zoo diende hij — ook op de studeerkamer en den

katheder de Kerk! Zoo was en is hij: Doctor Ecclesiae, Leeraar der Kerk!

Toen ik onlangs het slot van Luther's colleges over den brief aan de Galaten las, dacht-ik: zóó heeft Greijdanus ook gewerkt, zóó zou ook hij zijn arbeid kunnen afsluiten.

Luther zegt daar: „Daar willen we het nu voor ditmaal bij laten. Ik wensch echter van harte, dat onze Heere Jezus Christus, die ons rechtvaardig en zalig maakt en mij kracht en macht verleend heeft, dezen brief uit te leggen en u, om hem te hooren, ons wille bewaren, beide u en mij, bij deze leer en genade geven, dat wij hoe lajiger hoe meer groeien en toenemen in de kennis van zijn genade en in ongeveinsd geloof en voor scheurmakerij en valsche leer behoeden, opdat wij mogen onberispelijk en onbestraffelijk op den zaligen dag onzer verlossing bevonden worden. Welken met den Vader en den Heiligen Geest zij lof en dank gezegd in eeuwigheid. Amen".

DIoctor Ecclesiae, God zegene U en stelle U ten zegen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

doctor ecclesiae.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's